door Benoît Thans

De vaandeldrager in Wallonië blijft ook dit seizoen Moeskroen, de best gestructureerde club. Het is geen toeval dat ze tien jaar lang vooruitgang boekt. Moeskroen heeft een voorzitter die tegelijk burgemeester is en zijn club runt naar Frans model. De infrastructuur is van de stad, de mensen die er werken worden via de club betaald door de stad, de mentaliteit is er goed, de kwaliteit in de staf aanwezig… Moeskroen plukt de vruchten van zijn jeugdopleiding, iets wat ze elders niet kunnen.

Tot vijf, zes jaar geleden was de link tussen stad en club er ook in Chaleroi, toen een goeie subtopper. Die link is verwaterd en dat merk je aan de achteruitgaande resultaten en het gebrek aan stabiliteit. In Chaleroi is er voortdurend geruzie, onrust. Er wordt niet meer aan één touw getrokken en heersen er financiële, economische en politieke problemen. In Vlaanderen heb je dat niet omdat die regio economisch sterker staat. In Wallonië gaat het succes van het voetbal via de gemeente. Ik verwijs dan graag naar Lens, waar je ook geen kapitaalkrachtige supporters hebt en de regio evenmin floreert, maar waar stad en club de handen in elkaar hebben geslagen, met de gekende resultaten.

Bergen is jong, daar leeft nog volop de euforie van de debutant. Bergen moet in de eerste plaats het behoud verzekeren. Daarna komt de verdere uitbouw. Goed is dat ze met Marc Grosjean een trainer namen die ervaring heeft met promoveren en uit zijn fouten bij La Louvière leerde. Hij heeft toen jongens waarmee hij al langer werkte na de promotie willen belonen en dat is hem zuur opgebroken. Nu kwam hij later in de club, net voor de promotie, was de band met de spelers minder hecht en koos hij voor ervaring, jongens die samen meer dan 150 wedstrijden in eerste speelden. Belangrijk voor Bergen is ook de steun van Elio di Rupo, de motor vanuit de stad en de politiek. Misschien is daar op termijn iets à la Moeskroen mogelijk.

In schril contrast staat hier tegenover Standard. Alle mogelijkheden, schitterend stadion, beste supporters, maar een club waar absoluut geen rust is en geduld compleet afwezig. Standards slechte periodes zijn cyclisch en wordt nog erger. In andere seizoenen wisselden ze goeie maanden met slechte af, maar dit seizoen speelden ze tot dusver één goeie match. Dit is geen stress meer, dit is pure angst. Ik ben er zeker van dat sommige jongens op dit moment verkiezen om niet te spelen. Wat een Walem er nog van terechtbrengt, is niet langer normaal. En dan de ruzies die in de kranten komen… Er is op geen enkel niveau respect voor de ander, hoe wil je dan resultaten halen?

La Louvière draait op één man, de voorzitter. Goed is dat ze met Ariël Jacobs een georganiseerd trainer hebben die een gedragslijn trok en met een ernstige staf werkt. Wat ze missen, is een verbindingsman tussen voorzitter en trainer.

Algemeen mis ik dat, er zijn te weinig mensen uit het voetbal die in zo’n functie werken. Wij spelers gaan hier niet vrijuit. We willen als we stoppen trainer worden of spelersmakelaar, maar kiezen zelden voor zo’n functie. De meesten hebben geen zin om zich bij te scholen, ervaring op te doen. En dan merk je, meer nog in Wallonië dan in Vlaanderen, dat er te veel mensen in het voetbal komen die er niks van kennen of er niks in te zoeken hebben, maar zo sterk zijn dat ze de mensen uit het voetbal opvreten. Ook bij de jeugd mis ik ze, de ex-spelers. Misschien moet de voetbalbond hier iets aan doen.

Meer nog in Wallonië dan in Vlaanderen werken er mensen in het voetbal die er niks van kennen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content