‘De peptalk van de trainer slaat aan. Hij krijgt nog het vuur in onze groep.’ Middenvelder Marc Schaessens legt uit waarom Bergen ondanks de nederlaag op Standard niet zal degraderen.

M arc Schaessens : “Het is simpel : wij zakken nooit. Als je onze offensieve mogelijkheden bekijkt, dan hebben wij gewoon meer in huis dan KV Oostende en FC Brussels : Datti en Goussé scoren heel gemakkelijk. Dat is een belangrijk gegeven om niet te degraderen. Wij zijn over het algemeen bijna altijd zeker van minstens een doelpunt. Maar dat is niet voldoende : je moet ook de nul kunnen houden achterin, iets wat dit seizoen een immens probleem vormt. Op dat vlak maken we nog te veel individuele fouten. Hoe meer je dat er kan uithalen, hoe groter de kans dat we wedstrijden winnen. Als je tien minuten voor het einde nog aan de leiding staat, dan mag je die voorsprong nooit uit handen geven. Op die momenten moet je niet langer aan de schoonheid van het spel denken, maar die bal direct in de tribune keilen. Die knop omdraaien in het hoofd, daar komt het dan op aan, zuiver het resultaat spelen. In eerste klasse worden de geringste fouten afgestraft.

“Onze spitsen zijn drie verschillende types. Datti-Goussé is een bijzonder complementair duo. Goussé vraagt graag de bal in de voet, zoekt constant naar voetballende oplossingen en is technisch sterk. Datti daarentegen stuur je beter in de diepte en blijkt onvoorspelbaar voor doel. Een echte killer, iemand die weinig kansen nodig heeft om te scoren. Alleen kende hij een iets mindere periode net na nieuwjaar, waardoor hij naar de bank verhuisde. Het lukte even wat minder, hij zocht naar zijn vertrouwen en kampte wat met een vormcrisis.

Njock scoorde meteen bij zijn debuut tegen Lierse tweemaal, maar viel daarna wat stil. Logisch, want die jongen moest zich aanpassen aan de omgeving en onze manier van spelen. Zijn komst zorgde voor meer scherpte bij Datti, Hij had het er in het begin wat moeilijk mee, maar reageerde op de juiste manier. Momenteel staat Datti weer heel gemotiveerd op het terrein, klaar om te ontploffen. Het is ook mogelijk om met drie aanvallers te spelen, waarbij je Njock dan als targetman gebruikt. Aanvallend kunnen we dus variëren.

“Ik merk nu weer gretigheid bij de rest van de jongens. Er is nooit onrust geweest. De sfeer was nooit slecht. Alleen tijdens die mindere periode, toen we vier wedstrijden na elkaar verloren, zag ik wat gelatenheid. Dat is nooit goed. Na de 4-1-overwinning tegen Lierse trokken we naar Charleroi. We speelden sterk, maar kregen te weinig voor de goede wedstrijd die we afwerkten. Tegen Cercle kwamen we met tien, terwijl het op FC Brussels na een half uur 0-3 moest staan. Telkens waren we de betere ploeg, maar sprokkelden we niks.

“De motivatie is er nu opnieuw, ook al hebben we nog een heel moeilijk competitieprogramma. We moeten nog tegen Club Brugge en Anderlecht spelen. Voordeel is dat we niemand moeten motiveren, iedereen zal op de toppen van zijn tenen lopen. De duels tegen Westerlo en Germinal Beerschot zijn daarom van cruciaal belang. Tegen hen moeten we gewoon zes op zes halen.

“De trainer wil dat ik de anderen – in de mate van het mogelijke – wat stuur, motiveer, voor de creativiteit en het doorzettingsvermogen zorg met mijn ervaring. Ik heb daar geen moeite mee. De communicatie met Junior verloopt perfect. Die jongen heeft geen twee woorden nodig om te begrijpen wat van hem wordt verwacht. Hij verovert de ballen en ik probeer het spel te verdelen.

“Ik ben vol vertrouwen in een goede afloop. Zodra Jos Daerden op training concentratieverlies merkt, legt hij de boel stil en leest hij iedereen eens deftig de levieten. Zijn peptalk slaat aan. Velen hadden al lang de handdoek gegooid. Hij krijgt nog het vuur in onze groep. Iedereen begrijpt de boodschap goed : het is nu of nooit.”

Frédéric Vanheule

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content