Een plek in de top vier, daarvoor werden Tom De Mul en Stein Huysegems tijdens de winterstop ingehaald bij Genk. Het werd plaats acht. Máár: ‘Winnen we de beker, dan is het seizoen geslaagd.’

Voor Tom De Mul (23) zit het seizoen er al even op. Een blessure aan de adductoren in de wedstrijd tegen Kortrijk (3 mei) betekende een flinke streep door zijn rekening … én die van KRC Genk. De Limburgers rekenden in grote mate op de klasseflitsen van hun gehuurde rechterwinger om in de bekerfinale KV Mechelen op de knieën te krijgen. Ter herinnering: het was dankzij een ontketende De Mul (twee goals in de halve finale) dat Genk zich ten koste van Lierse wist te plaatsen voor die finale.

Heel anders is de situatie voor die andere nieuwkomer tijdens de winterstop, Stein Huysegems (26). De voormalige Ronaldo van het Lisp kwam in januari over van FC Twente en tekende bij de Limburgers een contract tot 2013. Winst in de beker moet hem en zijn ploeg volgend seizoen Europees voetbal garanderen.

Jullie werden ingehaald als de witte merels die een derde of vierde plaats zouden bewerkstelligen. Waarom lukte dat niet?

Huysegems: “Die druk voelde je, maar wij wisten van meet af aan dat we tijd nodig hadden om ritme op te doen. Als je zo lang niet meer gespeeld hebt als wij moet je rekening houden met mindere wedstrijden. Het lastige is dat je vooraf niet weet hoe snel je op niveau zal raken.”

De Mul: “Sevilla heeft een erg druk wedstrijdprogramma dus trainen ze niet hard, mijn conditie was daardoor niet helemaal in orde toen ik bij Genk arriveerde. Dan voetbal je aan amper zestig procent van je kwaliteiten. Het was moeilijk om die hoge verwachtingen meteen in te lossen, de mensen verwachtten onmogelijke dingen van ons.”

De beker moet het seizoen redden. Jullie starten als favoriet.

Huysegems: “Dat willen ze in Mechelen natuurlijk graag, maar in de competitie zijn ze vlak onder ons geëindigd en bovendien wonnen ze van ons in de terugronde (2-1). De kansen zijn fifty-fifty. Volgens mij is er geen favoriet, het zal van de vorm van de dag afhangen. We missen bovendien Tom en ook Balazs Tóth, die geschorst is. Op het mentale vlak is Tóth belangrijk, omdat je weet dat Mechelen agressief zal voetballen. Onze troef kan zijn dat het veld van het Koning Boudewijnstadion heel breed is, als je dan het balletje kunt laten rondgaan, valt er iets te doen.”

De Mul: “De beker kan veel goedmaken. Als Genk een prijs wint, is het seizoen toch geslaagd.”

Hebben jullie al ooit een bekerfinale gespeeld?

Huysegems: “Neen, ik zat in de tribune toen Lierse de beker won in 1999, pas het jaar nadien kwam ik bij de A-kern. Dit wordt mijn eerste bekerfinale. Met AZ heb ik wel ooit op één minuut na de finale van de UEFA Cup gemist, in de halve finale kregen we tegen Sporting Lissabon in de toegevoegde tijd een doelpunt tegen. Meteen daarna floot de scheidsrechter af … een van de grootste ontgoochelingen in mijn carrière.”

De Mul: “Ik speelde wel al een bekerfinale: met Ajax wonnen we in 2007 van AZ.”

Tom, weet jij al iets meer over jouw situatie volgend seizoen?

De Mul: “Neen. Ik heb nog niets gehoord van de club. De bedoeling was dat ik hier zes maanden zou spelen en daarna zou terugkeren. De komende weken zal veel duidelijk worden. Sowieso blijf ik tot eind juni in Genk, revalideren en op kracht trainen.”

De kritiek van Borst

We liggen jullie graag wat citaten voor. Het eerste is van Ronny Van Geneugden, die jullie bij Genk haalde: “Onze aanwinsten zullen vooral in thuiswedstrijden een meerwaarde betekenen.”

Huysegems: “Daarmee bedoelde Van Geneugden volgens mij dat we thuis, waar de wedstrijd meestal op slot zit, met een actie het verschil kunnen maken. Vanaf het begin vertelde hij dat ik me vooral op die linkerflank moest concentreren, ik was gehaald als flankspeler.”

Een citaat van Jos Vaessen: “Huysegems is geen flankspeler, maar een spits.”

Huysegems: “Dat heb ik altijd gezegd: mijn beste periode beleefde ik bij AZ als tweede aanvaller. Als ik rond een balvaste spits kan zwerven ben ik op mijn best, ik moet veel ruimte hebben.”

De Mul: “Ik ben meer een flankspeler dan hij. Ik doe dat graag, maar met de vrijheid om af en toe naar binnen te gaan. In het moderne voetbal speelt niemand nog enkel langs het lijntje.”

Een citaat van de Nederlandse analist Hugo Borst: “Ze zouden De Mul een peper in zijn reet moeten duwen. Hij heeft een stuitend gebrek aan temperament. Zonde.” En over Stein: “Bij AZ net niet, bij Feyenoord net niet en bij Twente net niet. Dus moet hij wel slagen in België.”

De Mul: “Wat Borst zegt, kan me gestolen worden.”

Huysegems: “Wat hij over mij zegt, klopt alleszins niet. Ik denk dat de mensen snel vergeten dat ik bij AZ een heel goede periode gekend heb. Het eerste anderhalf jaar maakte ik in de UEFA Cup een aantal doelpunten en bereikten we de halve finale. In de competitie speelde ik ook vaak. Feyenoord daarna was een verloren jaar en bij Twente speelde ik weinig, dus de laatste twee jaren waren inderdaad minder. Die Nederlandse analisten zijn kritisch, maar daar stoor ik me niet aan.”

De Mul: “Ze moeten zulke provocerende uitspraken doen, anders kijkt er niemand.”

Tom, het commentaar op jou kan wel kloppen, je bent een flitsenvoetballer. Iemand als Jean-François Remy, assistent-trainer van de Belgische beloften tijdens de Spelen, vertelde ons ooit dat jij intrinsiek misschien wel de sterkste van allemaal was. Je hebt een indrukwekkende conditie en motor, maar je gebruikt die te weinig.

De Mul: “Niet mee eens. Het klopt wel dat ik conditioneel telkens tot de besten behoorde in mijn clubs en dat ik een flitsenvoetballer ben wil ik best toegeven, maar ik geef me altijd volledig.”

Huysegems: “Je kunt moeilijk verwachten dat hij op zijn flank tien keer na elkaar een goeie actie maakt, soms mislukt het eens.”

De Mul: “Het gaat erom dat je af en toe beslissend bent.”

Dus: je geeft twee assists maar komt voor de rest niet in het stuk voor, dan ben je tevreden over je match?

De Mul: “Als het twee doelpunten zijn? Jazeker.”

Huysegems: “Een aanvaller wordt op zijn assists en doelpunten afgerekend. Speel ik negentig minuten slecht en schiet ik in de toegevoegde tijd de 1-0 binnen, dan ben ik de man van de match.”

Het gehate Ajax

De moeilijkste aanpassing aan het Belgische voetbal was het wennen aan de slechte velden, stelde Tom al snel vast.

De Mul: “Onze eerste wedstrijd was voor de beker op Gent … een ramp!”

Huysegems: “De week erna op een bevroren veld in Lokeren. En daarna hier in Genk op een veld dat net gebruikt was voor de oefeninterland van België tegen Slovenië. Natuurlijk klaag je daar dan eens over. Het is toch belangrijk voor de uitstraling van een club dat je grasmat er goed bij ligt, vind ik. Daar hebben ze bij Genk flink hun best voor gedaan.”

Heel wat spelers bij Genk presteren in thuiswedstrijden slechter omdat ze zich laten intimideren door de fluitconcerten van de eigen supporters. Is dat iets waar jullie met je buitenlandse ervaring beter tegen bestand zijn?

De Mul: “Ik heb daar totaal geen last van. Ajax heeft een heel kritisch publiek dat niet alleen wil winnen, maar ook goed voetbal wil zien. Ik denk dat er weinig spelers zijn bij Ajax die nooit uitgefloten zijn door de eigen aanhang. Buitenshuis ben je dan weer de meest gehate ploeg in Nederland, overal haten ze Ajax.”

Huysegems: “Was jij erbij toen die spelersbus is afgebrand?”

De Mul: “Neen, toen was ik al weg. Er werd voortdurend naar je geroepen, maar in mijn ogen maakte dat de sfeer alleen maar mooier.”

Huysegems: “Bij Feyenoord was het vergelijkbaar. Bij een UEFA Cupwedstrijd in Nancy werden stoeltjes op het veld gegooid door onze supporters. Geregeld stonden ze ons na de training op te wachten. Ik herinner me een rel op training nadat we met 4-0 van Ajax hadden verloren – tegen Tom, die toen een fantastische wedstrijd speelde.”

De Mul: “De score had nog veel hoger kunnen oplopen.” ( grinnikt)

Huysegems: “Ik stond gelukkig niet op het veld.” ( grijnst)

Op zoek naar een leider

Een ander probleem bij Genk is het gebrek aan leiderschap. Vanuit de spelersgroep wordt daarbij naar jou gekeken, Stein.

Huysegems: “Ik? Omdat ik een van de ouderen ben of zo? Ik ben van nature niet zo’n leider, Tóth is dat bijvoorbeeld veel meer. We missen in onze groep inderdaad wel twee of drie jongens die er echt durven invliegen.”

Als het in deze ploeg minder draait, blijft iedereen op zijn eilandje maar wat aanmodderen. Is het dat?

De Mul: “Dat is inderdaad een probleem.”

Huysegems: “De kopjes gaan te snel omlaag bij een tegenslag. Maar leiderschap is een specifieke kwaliteit, zoals een Polák of een Van Damme dat tonen. Ik probeer soms te roepen, maar het is moeilijk als je dat niet in je hebt.”

De Mul: “Ik vind dat sowieso meer iets voor een verdediger of een middenvelder, die zien het spel voor zich. Als aanvaller ben je toch meer met je eigen ding bezig. Ik neem liever het voortouw door beslissende acties op te zetten.”

Bij Genk is João Carlos zowat de enige die dat leiderschap op zich probeert te nemen. Kan hij dat?

De Mul: “Hij doet dat wel, maar … een echte leider is hij niet. Wel een zeer goede voetballer.”

Zou hij meekunnen bij Sevilla?

De Mul: “Zeker!”

Huysegems: “Alles oogt zo gemakkelijk bij hem, hij moet bijna geen moeite doen om een bal af te pakken.”

De Mul: “Maar hij kan nog veel beter, soms merk je dat hij eigenlijk aan amper tachtig procent genoeg heeft om uit te blinken, terwijl er veel meer in hem zit.”

Zijn er nog andere spelers in de Belgische competitie die volgens jullie meteen meekunnen in een betere competitie?

De Mul: ” Bryan Ruiz van Gent. Misschien wel de beste speler in België. Hij is snel, sterk, technisch …”

Huysegems: “Hij heeft alles. Een heel mooie voetballer om naar te kijken. Ruiz kenden we niet voor we naar België kwamen, een openbaring voor ons.”

Tom, jij werd tijdens de winterstop ook genoemd bij Standard, was dat concreet?

De Mul: “Ja, maar ik heb dat niet gedaan omdat ze daar over een ingespeelde ploeg beschikken. Had ik voor langer kunnen tekenen, zou ik het misschien gedaan hebben. Maar goed, ik ben blij met mijn keuze voor Genk, hier kon ik spelen. Deze club gaf me ook een beter gevoel.”

Als uitsmijter nog een citaat van jou toen je pas bij Genk toekwam: “Nu een stap achteruit om er dan twee vooruit te zetten.” Zo eenvoudig blijkt het niet te zijn.

De Mul: “Van Sevilla naar Genk is inderdaad een stap achteruit, soms moet je dat doen om daarna weer vooruit te kunnen. Ik moest aan spelen toekomen. Akkoord, de situatie nu is dezelfde als toen ik in de winterstop bij Sevilla vertrok, dus op dat gebied is er weinig vooruitgang, dat klopt.”

Huysegems: “Maar nu heeft hij tenminste gespeeld, anders had hij misschien nog een halfjaar verloren bij Sevilla.”

De Mul: “Vooral mentaal was deze periode belangrijk.”

Huysegems: “Jammer dat hij de bekerfinale niet kan meedoen, we zullen hem missen.” S

door matthias stockmans – beelden: reporters

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content