Dinsdag speelt RMP voor de beker van België tegen Standard. De club die na de teloorgang van Excelsior Moeskroen twee jaar geleden van start ging in bevordering is met Franse steun weer op weg naar de Jupiler Pro League. Maar niet zonder protest van een harde supporterskern.

In Tubeke hingen in het supportersvak van Royal Mouscron-Péruwelz twee spandoeken om de technisch directeur van de tegenstander aan te moedigen: Philippe Saint-Jean, de coach met wie RMP de voorbije twee seizoenen van vierde naar tweede steeg. Eerder al werd om het vertrek van de nieuwe voorzitter gevraagd en ook de nieuwe hoofdtrainer ontkwam er niet aan. “In de eerste wedstrijd hoorde ik om mijn ontslag roepen op een moment dat we 3-0 voor stonden, ik had mij de Belgische gastvrijheid toch iets sympatieker voorgesteld”, zegt Arnaud Dos Santos met een brede grijns. “Maar dat zijn anekdotes natuurlijk. Want ik ben altijd graag naar België gekomen. Toen ik begin de jaren negentig Racing Lens trainde, was ik heel goed bevriend met Roger Henrotay, de toenmalige directeur van Standard, en kwam ik de zondag vaak naar Luik voor de wedstrijd en de ambiance op Sclessin. Ik deed daar zelfs mijn buitenlandse trainersstage onder leiding van Arie Haan.”

RMP

Waar komt het protest vandaan? Sinds mei bezit de Franse topclub Lille Olympic Sporting Club (LOSC) 51 procent van de aandelen van de coöperatieve vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die RMP bestuurt, en sindsdien is er heel wat veranderd. In juni werd Edward Van Daele verkozen tot nieuwe voorzitter, eind juni kwam het tot een breuk met hoofdtrainer Philippe Saint-Jean, kwamen er Franse stafleden en heel veel Franse spelers bij en wordt er op één dag in de week na in Frankrijk getraind. Blijkbaar krijgen sommige mensen de indruk dat LOSC baas komt spelen over les petits belges, dat er met medewerking van de nieuwe voorzitter in Moeskroen een Franse dictatuur is geïnstalleerd, die ten koste zal gaan van de ziel van de club. Maar dan is dat een groot misverstand, betoogt Edward Van Daele, Moeskroense advocaat en een van de stichters van RMP.

“Je moet weten dat Philippe Saint-Jean zelf is vertrokken”, zegt hij. “Vorig seizoen in derde wilden we hem een contract van twee à drie jaar geven, maar hij wilde maar één jaar. En bij de bespreking van zijn nieuwe contract in juni mocht hij kiezen tussen trainer en technisch directeur. Hij koos toen voor het trainerschap en dat verraste ons allemaal, omdat we weten dat de job van hoofdtrainer in eerste en tweede stress veroorzaakt en dat dat voor hem soms moeilijk is. Maar zodra hij voelde dat door de professionalisering zijn bewegingsvrijheid minder groot zou zijn, is hij weggegaan. In Tubeke is zijn vrijheid wel weer groter. Maar die professionalisering was nodig omdat we niet te lang in tweede kunnen blijven, omdat je daar soms de kosten van eerste hebt en de inkomsten van derde. Maar forceren zullen we het zeker niet doen. Structuren moeten tijd krijgen.”

Dat RMP zijn ziel kwijt zou zijn, noemt Van Daele onzin. Hij gelooft ook niet dat het voor de nieuwe club mogelijk zou zijn geweest om met een gezonde ondernemingsgeest en een management dat alle mogelijkheden in West-Henegouwen benut op eigen kracht langzaam maar zeker weer op te klimmen tot op professioneel niveau. “Het was ideaal geweest om toen in Wallonie Picarde iedereen achter hetzelfde vaandel te krijgen, maar dat was niet mogelijk. In Doornik waren ze niet klaar om hun stadion te verlaten, in Aat ook niet en in Beloeil evenmin. Samenwerken met Lille was de enige mogelijkheid om weer een eersteklasser te kunnen worden. Van bij de nieuwe start begeleidden ze ons op sportief vlak en zelfs in vierde zijn ze al financieel bijgesprongen naar aanleiding van de transfer van Cédric Bétrémieux in januari. Sindsdien is het partnership almaar sterker geworden. Met eigen middelen proberen we zo ver mogelijk te raken en LOSC subsidieert ons. Zij garanderen ons dat het budget in evenwicht zal zijn.

“Het is onzin om van een dictatuur te spreken. Ons project is een realisatie van het idee en de strategie van grensoverschrijdende samenwerking in een Euregio. Rijsel ligt dichter bij Moeskroen dan Doornik. Het is dezelfde regio, dezelfde agglomeratie waarin we ons in gemeenschappelijk belang ontwikkelen. Daardoor kunnen wij profiteren van de enorme knowhow en ervaring van een Franse club met een enorme ondernemingsgeest, structuur en organisatie. Het protest komt ook maar van een vijftiental mensen, van wie we de naam kennen.” Volgens RMP-manager Philippe Corselis is de kiem van het verzet van die harde kern het feit dat enkelen van hen supporter zijn van Racing Lens en tegen Lille OSC zijn.

“De ziel van een club, wat is dat?”, zegt Van Daele. “Wij spelen hier, ons publiek is van hier, driekwart van de beheerraad is van hier, de voorzitter is van hier. Wat is er niet van hier? De spelers en de trainer. Maar waar in het hedendaagse profvoetbal worden spelers gekozen op basis van hun geboorteplaats? Het is zeker de bedoeling dat er hier in de toekomst spelers opgeleid worden die naar de eerste ploeg doorstromen, maar we kunnen niet alles tegelijk doen. Er is tijd nodig. Twee en een half jaar geleden zorgden negen investeerders ervoor dat er hier nog voetbal aan de top mogelijk is. Zij die kritiek leveren, vraag ik met een ander project voor de dag te komen, een project dat duurzaam is en op een eerlijke manier gefinancierd wordt, met competenties die op sportief en financieel vlak een surplus betekenen en de jeugd het perspectief bieden om zich in de regio te kunnen ontwikkelen. Wie dat niet kan, vraag ik te respecteren wat er nu wel gerealiseerd is. Ik begrijp de vrees van sommige mensen wel, want hier is destijds zelfs gesproken geweest met investeerders uit onder meer Kazachstan. Maar steun van dichter dan Rijsel kan haast niet. Wie het niet eens is met dit project verplichten we ook niet te komen kijken en wie anderen belet ten volle van het spektakel te genieten en met zijn gedrag conflicten riskeert, hoort hier zeker niet thuis. Ik stel voor dat zij in vierde provinciale met hun eigen club beginnen, mochten ze denken dat dat de wil is van de mouscronnois. Wij proberen ervoor te zorgen dat het Moeskroense publiek hier een ploeg van een zo hoog mogelijk niveau kan aanmoedigen in een positieve en familiale sfeer. Een ploeg met echte sportieve ambities die de kleuren van de stad en de regio vertegenwoordigt, geen ploeg die tegen de degradatie speelt en ieder jaar moet vechten voor zijn licentie. Wij willen investeren in stabiliteit, duurzaamheid en transparantie met een solide naburige partner van wie de beweegredenen duidelijk zijn. Voor LOSC is RMP een satellietclub waar zij hun jonge talenten kunnen laten doorgroeien, maar LOSC biedt ook onze eigen jeugd een fantastische opening. Nooit eerder waren er zo veel jeugdspelers op Futurosport. In plaats van spandoeken te hangen met ‘ Le LOSC dehors‘ erop, zouden ze er beter hangen met ‘ Merci le LOSC‘ erop.”

LOSC

Jean-Michel Vandamme, sportief adviseur van LOSC-voorzitter Michel Seydoux, zetelt samen met algemeen directeur Frédéric Paquet in de beheerraad van RMP. “En we zijn niet gekomen om te zeggen ‘ C’est fini la Belgique‘, hé. ( lacht) Het is absoluut niet onze bedoeling Moeskroen te verfransen, te delokaliseren of zijn identiteit te ontnemen. Wat we willen, is onze Belgische partner laten meegenieten van wat we hier opbouwden. Die kwaliteit en die middelen mutualiseren.” Hij ontvangt ons in zijn bureau op het Domaine de Luchin, een indrukwekkend domein van 43 hectaren waar in een gerestaureerde Vlaamse vierkantshoeve uit de 19e eeuw de hoofdzetel van LOSC is gevestigd, waar het centre de formation zich uitstrekt en waar ook de profs over alle faciliteiten beschikken. “De spelers van RMP kunnen hier slapen, eten en trainen in de beste omstandigheden”, zegt hij. “Van alles kunnen ze gebruikmaken, ook van de dokter en de kinesisten. Tussen twee trainingen kunnen ze rusten op de kamers. De dag dat RMP in eerste speelt en over meer middelen beschikt, zal er misschien weer in Moeskroen getraind worden, maar nu gebeurt het beter hier. We investeren niet voor de lol in dit gemeenschappelijke project, daarom zijn we meerderheidsaandeelhouder geworden. Binnen één of twee jaar willen we naar de eerste klasse promoveren en dat is onmogelijk zonder nu die stap van amateurniveau naar professionalisme te zetten.”

Dat Philippe Saint-Jean geen deel meer uitmaakt van het project RMP-LOSC zegt Vandamme te betreuren. “Het was zijn keuze om weg te gaan”, zegt hij. “Eigenlijk wilden we hem technisch directeur van RMP maken, maar hij wou nog een seizoen hoofdtrainer blijven. Terwijl we samen met hem aan het professionaliseren waren, zag ik dat hij zich zorgen begon te maken. Toen ik van François Vitali, onze chef-scout, vernam dat hij wou weggaan, praatte ik twee uur op hem in om hem gerust te stellen en te overtuigen dat hij ook in geval van een minder goed seizoen op mijn steun zou kunnen rekenen en dat hij trainer kon blijven zolang hij dat zelf wou. Wat wil je meer? Maar vijf dagen later hoorde ik dat hij toch zou vertrekken.”

Stress speelde hem parten in gewijzigde werkomstandigheden met onder meer een gewijzigde staf, denkt Vandamme. “Enkele leden van de staf konden zich niet vrijmaken om overdag te trainen en die vervingen we. We voegden kwaliteit toe, maar het is niet zo dat we alles veranderden. De fysiektrainer bijvoorbeeld is er wel nog. Hij is altijd beschikbaar en is competent. En ook de kinesist is er nog. Maar Philippe werd onrustig onder de professionalisering, hij vroeg zich af: wat zal er gebeuren, het gaat te snel, hoe zal ik dat doen? Uiteindelijk vertrok de trein en weigerde hij in te stappen. Heel jammer, want zijn angst was nergens voor nodig en ons respect voor zijn competentie is groot. Maar we moeten verder. Mensen zijn belangrijk, maar projecten zijn dat ook. Wij willen niet dat Moeskroen LOSC wordt, we willen dat Moeskroen zich ontwikkelt als Moeskroen. Maar professionaliseren is noodzakelijk om een hoog niveau te halen. Waarom is Moeskroen zo diep gezakt? Omdat bepaalde fundamentals vergeten werden. Wij willen niet dat weer dezelfde fouten gemaakt worden en vinden dat Edward Van Daele een heel geschikte persoon is om daar samen met ons en zijn beheerraad over te waken.”

Dit seizoen zal ook Futurosport verder ontwikkelend worden, benadrukt Vandamme. “De regio Wallonie Picarde wordt daarin heel belangrijk”, zegt hij. “En hoe meer Belgen er naar het eerste elftal van RMP zullen doorstromen hoe blijer ik zal zijn. ( lacht) Van origine ben ik trouwens zelf een Belg! Mijn grootvader is van Gent en verhuisde destijds naar Rijsel om er in de textielindustrie te gaan werken.”

Royal Wallonie Picarde

Op de voorgevel van Le Canonnier staat nog altijd in grote letters: ‘Royal Excelsior Mouscron’. Royal Mouscron-Péruwelz zal er wel nooit op komen te staan, want van Péruwelz blijft er in de nieuwe club intussen nog weinig over. “Het was ook geen fusie”, zegt Van Daele. “We kochten hun stamnummer, in maart 2010, en een van de voorwaarden die eraan verbonden werden, was dat zolang we in de naam van de nieuwe club Moeskroen gebruiken we ook de associatie met Péruwelz moeten blijven maken. Maar misschien heten we op een dag Racing du Hainaut Occidental of zo en dan zal het zonder Péruwelz zijn.” Of: Royal Wallonie Picarde. De vennootschap die RMP bestuurt, heet trouwens: Futurotop WP. Futurotop Wallonie Picarde.

DOOR CHRISTIAN VANDENABEELE

“Philippe Saint-Jean is zelf vertrokken.” Edward Van Daele

“We zijn niet gekomen om te zeggen ‘C’est fini la Belgique’, hé.” Jean-Michel Vandamme

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content