Olympische Spelen hebben eigen wetten, Grieken een eigen logica en atleten een eigen willetje. Deze en de twee volgende weken bericht Onze Man in Athene over zijn wedervaren.

Dinsdag 10 augustus

Er zitten behoorlijk wat Nederlandse sportfanaten aan boord van het vliegtuig dat in Brussel opstijgt richting Athene. Petra bijvoorbeeld is helemaal vanuit het Nederlandse Zwolle naar Zaventem afgereisd. Ze speelt volleybal in derde klasse, maar gaat niet naar Athene als sportfreak. Haar vriend is dat wel. Sinds mei 2003 is hij al aan het sparen om een paar topevenementen te kunnen bijwonen. Dat is echt nodig. Zo’n finaleticket voor het schoonspringen bijvoorbeeld kost toch 200 euro. Haar is het zo veel geld niet waard, zij gaat mee voor het vakantiegevoel. En misschien, hoopt ze luidop, valt er nog wel iets te regelen. Ze heeft gehoord dat het niet zo opschiet met de ticketverkoop ter plaatse, dat de helft van de beschikbare biljetten nog bleven liggen. Misschien dalen de prijzen straks wel spectaculair.

Op de nieuwe moderne luchthaven Eleftherios Venizelos staan de vrijwilligers met hun breedste glimlach klaar voor de opvang van hulpeloze journalisten en atleten. Vijf minuten na het oppikken van de bagage staat iedereen bij de juiste autobus. Mooi op tijd vertrekken die bussen ook – allemaal gebouwd overigens door Van Hool uit Koningshooikt bij Lier. Een uur later zit de argeloze passagier al in zijn hotel, waar de inschrijving al even vlot verloopt. Acht maanden geleden had de verplaatsing van het vliegveld naar hetzelfde hotel heel wat meer voeten in de aarde. Halfweg dropte de chauffeur zijn passagiers bij een metrostation. Vervolgens vloekten ook geboren Atheners, want de metro reed hun halte straal voorbij. Gesloten wegens werken.

Vanavond glijdt de bus over vernieuwde wegen, versierd met olympische vlaggen. Vanaf de heuvels schitteren de olympische installaties naast de monumenten in het kunstlicht. Ook by night ziet Athene er uit als een toeristisch plaatje. Van organisatorische problemen valt hier niets te merken. In het centrum steekt een man de straat over met een gloednieuwe tv op de rug. Het EK dat door Griekenland gewonnen werd, heeft hij gemist, met de Spelen overkomt hem dat niet meer !

Woensdag 11 augustus

Om tien uur ’s ochtends brandt, neem dat maar voor waar aan, de augustuszon in Athene hevig. De rij wachtenden voor de mediabus aan het Metaxourgioplein staat hier al een uur, hoewel de bussen worden verondersteld om de tien minuten af en aan te rijden. Gisteren gebeurde dat ook stipt, vandaag iets minder. Het is het eerste en voorlopig enige vlekje op de organisatie die iedereen vooraf als chaotisch verwachtte, maar die hier goed meevalt. Op de grote wegen buiten het centrum is, afgescheiden door een rode streep, al het beruchte olympische rijvak voorzien om het olympische vervoer veilig voorbij het vastzittende verkeer te loodsen en overal op tijd te krijgen. Het werkt, al moeten de échte Spelen nog beginnen.

De veiligheidscontrole aan het perscentrum valt, net als op de luchthaven, mee. Niet nodig is het hier om de schoenen uit te doen, gsm’s of computers aan te zetten zoals dat bijvoorbeeld op het voetbal-WK in Korea gevraagd werd. In het immense perscentrum loopt het ’s middags storm bij Mc Donald’s. In het nabijgelegen World Food Restaurant, waar een iets gevarieerder voeding wordt aangeboden, ben je een stuk sneller bediend.

Ook hier vrijwilligers te over. Ze zijn wel mondig. Op een paar eenvoudige vragen over het transport krijgt een verbouwereerde journalist de wedervraag of hij al een handleiding heeft gekregen. Ja, dat is het geval. En of hij die al heeft gelezen ? Nee. “Wilt u dat dan alstublieft eerst doen ?” vraagt de juffrouw beleefd. De volgende vragensteller heeft de hint begrepen en druipt al af.

Op weg naar het tennisstadion valt op dat de bomen langs het wandelpad hier amper aangeplant zijn. Aan verscheidene kleine gebouwen wordt nog een likje verf aangebracht. Om vijf uur traint Justine Henin hier met haar Griekse sparringpartner, het Griekse nummer vier bij de mannen. Terwijl Chris Rea (‘On the Beach’) door de luidsprekers klinkt en enkele vrijwilligers foto’s maken, gaat het hard over en weer. De Griek is nummer 590 op de wereldranglijst en verzaakt een toernooi in Oostenrijk om met het nummer één in het vrouwentennis te trainen. Zijn kosten worden betaald door Henin, verzekert coach Carlos Rodriguez.

Een aparte hotelkamer op de Spelen hoefde Henin niet, ze wilde graag naar de Spelen omwille van het evenement en verblijft gewoon in het olympisch dorp. Daar deelt ze het appartement met de drie judoka’s. Eigenlijk, geeft Rodriguez aan, is ze een beetje gegeneerd wanneer andere atleten haar om een handtekening vragen. “Omdat ze de indruk geven dat Justine belangrijker is dan zij, alleen al omdat ze meer in de media komt. Maar zo voelt ze zich hier niet.”

Van enige druk vanwege het BOIC om deel te nemen was geen sprake. Rodriguez apprecieert ten zeerste de medische hulp die Henin spontaan van het BOIC kreeg zonder dat er iets in de plaats werd gevraagd : “Sportdirecteur Eddy De Smedt zei nog dat ze zich met die steun tot niets verplicht moest voelen, dat de gezondheid van Justine voor alles ging.” Wel wil hij haar ontraden om vrijdagavond de Belgische vlag te dragen. Het defilé is pas om één uur ’s nachts afgelopen en dat is een hele opgave voor iemand die net van een zwaar virus hersteld is en nog altijd om negen uur doodmoe in slaap valt. Maar, beklemtoont Rodriguez : “Ik beslis niets, ik suggereer alleen maar. Zij beslist.” ’s Anderendaags maakt het BOIC bekend dat OS-veteraan Jean-Michel Saive de Belgische vlag zal dragen op de openingsceremonie.

Donderdag 12 augustus

Een goeie raad als u ooit in Athene komt en een eind de stad uit moet : spring nooit in de eerste de beste taxi als u niet eerst hoort dat de bestuurder andere talen dan Grieks begrijpt en of leest. Anders loopt u het risico dat hij u de weg vraagt. Kunt u die niet in het Grieks uitleggen, dan wordt het bereiken van de bestemming een hele karwei. Het is geen zicht de auto te delen met een taxichauffeur die op elk kruispunt stopt om de weg te vragen aan politieagenten, ruitenwassers, passerende moeders met kinderen of, godbetert, lifters ! Dat allemaal omdat de wielrenners de avond tevoren niet op de aangekondigde persconferentie in het olympisch dorp raakten wegens een vlucht die te laat vertrok en met nog meer vertraging aankwam, zodat de persontmoeting naar de volgende ochtend verschoven is.

Wel aanwezig de avond voordien : Daisy De Bock, die twee dagen later als eerste Belg in actie zal komen bij het karabijnschieten. Omdat ze om negen uur ’s morgens aan de slag gaat, verzaakt ze aan de openingsceremonie. De Bock dacht pas anderhalf jaar geleden voor het eerst aan de Spelen. “Tevoren was ik Belgische subtop. Tot er privé zo’n ingrijpende dingen in mijn leven veranderden dat ik besloot meer te investeren in mijn sport.” Het gevolg is, weet ze, dat zij de eerste Belgische medaille kan halen. Van de 45 schutters zijn er 35 elkaar waard. Met 396 op een maximum van 400 punten (haar record) kan ze derde worden, maar ook twintigste. De Bock praat vlot, maar inwendig voelt ze het al kriebelen. Een stresskip, zo omschrijft ze zichzelf. “Twee dagen voor een wedstrijd ben ik niet meer aanspreekbaar, behalve voor mijn coach.” Dat valt, Daisy, nog heel goed mee.

Judoka Ilse Heylen gaat voor een podiumplaats “maar ik kan er ook al de eerste dag uit liggen.” Heylen moet nog wat afzweten om haar gewicht omlaag te krijgen, zodat ze in de categorie min 52 mag starten. Nog drie dagen afzien… Wat kan voor haar een oplossing bieden ? “Een categorie min 53 invoeren.” Gelach. Na de Spelen weegt ze normaal 55 tot 56 kilogram. Het goede leven, weet je, ook al is haar vriend een judoka, zij het een die niet meer aan competitiesport doet. In welke gewichtscategorie is hij te situeren ? Heylen, guitig : “Min honderd.” Of ze Jean-Marie Dedecker niet mist, roepend en tierend naast de mat ? “Nee, hoor.”

Ook aanwezig is de 16-jarige gymnaste Aagje Vanwalle-ghem, die geduldig haar beurt afwacht om met de pers te mogen praten. Het is even over negen en Aagje moet ten laatste om halftien in bed liggen, waarschuwt perschef Jos Se- gaert. Aagje deelt in het dorp de kamer met drie vrouwelijke atleten. Ze is met ruim verschil de jongste, kijkt ze een beetje ongelukkig : “Al die volwassenen zijn zo serieus en ik ben zo onnozel !” Welke bekende vedetten heeft ze al gezien ? “De Australische zwemmer Ian Thorpe.” Pauzeert. “Het was wel van ver dat ik hem zag.” Nog een pauze. “Het is te zeggen : hij stak de straat over.” Gelach. Wie ze nog graag zou zien ? ” Marion Jones !” Het is tien na negen : naar bed, Aagje !

Vrijdag 13 augustus

Zevenhonderd tot duizend euro kost het om in het olympisch stadion binnen te raken voor de openingsceremonie. Voor de beste plaatsen wordt 800 tot 2000 euro neergeteld, op de zwarte markt loopt dat bedrag nog hoger op. Maar het stadion zit wél afgeladen vol, voor een heerlijke show waarin de Griekse mythologische figuren letterlijk tot leven komen. Nadien defileren de atleten van de 202 participerende landen. De delegaties van Irak en Palestina krijgen een staande ovatie, net als de Griekse. Nooit gedacht dat Griekenland zo- veel atleten had, tot blijkt dat ook een aantal medewerkers en vrijwilligers hier mee mogen aantreden. De volgorde waarin de landen aantreden, wordt bepaald door het Griekse alfabet. Daardoor komt San Marino (‘San’ – ‘Heilige’ -klinkt in het Grieks als ‘Aego’ ) als derde het stadion binnen, net voor Angola, waarvan de deelnemers niet vooruit raken omdat alle atleten en afgevaardigden een digitale camera hanteren om zichzelf en het stadion voor eeuwig vast te leggen. Wie voor het Afrikaanse Djibouti de vlag zou dragen, was bij voorbaat een uitgemaakte zaak : de kleinste delegatie uit de hele optocht bestaat uit slechts één atlete, die het karwei dapper klaart. Vergeleken bij Djibouti zijn de delegaties uit Liechtenstein en Brunei – telkens twee atleten en één official – ruim bemeten.

Even over middernacht loopt het vuurwerk ten einde. Dik een uur later kan er naar bed gegaan worden door wie dat wil. Helemaal anders dan bijvoorbeeld op de Spelen in Atlanta in 1996, waar het bussysteem dat de pers na het evenement ophaalde van geen kanten werkte. Daar werd, toen er eindelijk een bus opdaagde, letterlijk gevochten om de schaarse plaatsen en duurde het tot een uur of drie ’s nachts eer er van slapen sprake kon zijn. Met als gevolg dat amper een paar Belgische journalisten Frederik Deburghgraeve de volgende ochtend zijn wereldrecord op de honderd meter schoolslag zagen zwemmen. In Athene daarentegen loopt alles vlot : heerlijk cruisen is het in zo’n persbus over de lege lanen van het stadion naar het centrum. Een Japanse journalist wil weten voor wie Mpenza tegenwoordig voetbalt en waar Bart Goor nu uithangt. En waarom hij niets meer van Wesley Sonck hoort. En wat doet Franky Van der Elst vandaag de dag ? Allemaal uit het blote hoofd. Belgen stellen misschien op het internationale sportvlak niet veel meer voor, maar zijn nog altijd Big in Japan.

Zaterdag 14 augustus

Delegatieleider Robert Van de Walle heeft kleine oogjes. Na de openingsceremonie kwam de sfeer bij de Belgen er pas goed in. Tot drie uur ’s nachts is in de Belgische vleugel van het olympische dorp de sirtaki gedanst. Door wie ? Van de Walle grijnst, liever geen namen. “Maar ik was het niet.”

Is iemand in het Belgische kamp zaterdagavond nog blijer dan Axel Merckx met zijn bronzen medaille ? Toch wel. De hele Belgische olympische delegatie kan haar geluk niet op, alleen de tv-crew van Canvas die in Hotel Titania verzameld is, slaat lijkbleek uit : de rechtstreekse talkshow van Jan Leyers loopt al naar het einde terwijl de centrale gast er nog niet is. De hoteldirectie is al komen informeren of de pianist in het restaurant nu eindelijk weer het indrukwekkende uitzicht (de verlichte Akropolis) van passende muziek mag voorzien. Axel komt pas aanwandelen wanneer Leyers al afscheid neemt van de kijker. Dat vader en zoon Merckx elkaar spontaan in de armen vallen, maakt dan weer alles goed. Champagne !

In Hotel Minoa is de eigenaar blij voor zijn gast dat België zijn eerste medaille te pakken heeft. De naam van de winnaar klinkt zelfs een wieleronkundige Griek bekend in de oren, maar hij trekt wel een verbaasde blik : “Merckx ? Is die al niet veel te oud ? O, het is zijn zoon die won ? Gefeliciteerd !”

Zondag 15 augustus

Op de middag schuiven voor het eerst deze week wolken over Athene. Zondag is voor de Belgen tennisdag. Naast Justine Henin treden ook Xavier Malisse en Olivier Rochus aan. Verder dan de eerste ronde in het dubbelspel durven ze niet denken, tegen de reekshoofden nummer drie. Malisse en Rochus kunnen het nog altijd goed met elkaar vinden. Dat moet ook, want zij hebben geen coach mee. Moeten alles samen doen. Rochus vindt het een verademing om eens niet de hele dag aan tennis te moeten denken. “Alleen tijdens het trainen denk je eraan, voor het overige praat je met andere sporters. Ik vind dit verrijkend. C’est génial ! Alle toernooien zouden zo moeten zijn !”

Voor andere atleten zijn de Spelen zaligmakend, leert Malisse : “Een passie is dat voor hen. Als je bedenkt dat sommige tennissers van hun oren maken omdat er maar 3000 dollar betaald wordt aan wie in de eerste ronde sneuvelt, terwijl veel finalewinnaars het in andere sporten met slechts 500 euro moeten stellen, besef je pas hoe goed wij het als tennissers hebben.”

door Geert Foutré

Spring nooit in de eerste de beste taxi als u niet eerst hoort dat de bestuurder andere talen dan Grieks begrijpt en of leest.Zevenhonderd tot duizend euro kost het om in het olympisch stadion binnen te raken voor de openingsceremonie.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content