Jan Hauspie
Jan Hauspie Voormalig redacteur bij Sport/Voetbalmagazine.

Volgens Franse bronnen zou Mario Espartero een spilfiguur zijn in het gokschandaal. ‘Zulke spelers kennen geen scrupules’, zegt een insider.

Zaterdag 19 november 2005 schrijft de Franse sportkrant L’Equipe dat een poging tot omkoping heeft plaatsgevonden voor de competitiewedstrijd Metz-Lyon (0-4) van 22 oktober – precies een week voor in België met STVV-La Louvière (1-3) de poppen aan het dansen gaan. In zijn eerste en laatste interview, enkele dagen later, zegt advocaat Jean-Damien Vicq, die optreedt namens de spelers van Metz : “Alles wijst erop dat mensen van de Belgische club La Louvière, in meer of mindere mate, te maken hebben met zulke verboden praktijken. Diezelfde personen, of toch minstens sommigen onder hen, hebben contacten met spelers van Metz.”

’s Anderendaags schrijft Le Journal du Dimanche dat de benaderde speler Mehdi Meniri zou zijn. Meniri is een Algerijnse international. Hij kent Stéphane Pauwels van toen die teammanager was van de Algerijnse nationale ploeg, eerst onder Georges Leekens, nadien onder Robert Waseige. September 2005, enkele maanden na zijn ontslag bij La Louvière en een ultrakort verblijf bij Bergen, is Pauwels als scout in dienst getreden van Metz. Hij is zelden op de club, maar de ochtend dat L’Equipe met zijn verhaal komt, bevindt hij zich in het afzonderingshotel van de ploeg. Die bereidt zich voor op de uitwedstrijd tegen Lens. Door journalisten naar de reden van zijn aanwezigheid gevraagd, zegt hij niet te begrijpen waarom men hem zo op de huid zit. Meniri ontkent dat hij is benaderd.

“Het is duidelijk dat nu wordt bevestigd wat ik toen heb gezegd aan L’Equipe”, zegt Jean-Damien Vicq aan de telefoon, kort nadat hij heeft vernomen dat Filippo Gaone en Laurent Denis van financieel gesjoemel in verdenking zijn gesteld. “Ik blijf bij mijn woorden. Het probleem is louter Belgisch : de poging om de wedstrijd Metz-Lyon te vervalsen, is vanuit België gebeurd. Mensen die dicht bij La Louvière staan en ook een beetje rond Metz hangen, hebben laten geloven dat ze door een tussenpersoon in België de wedstrijd konden vervalsen. Daar is ook geld voor vrijgemaakt, mais ça n’a pas passé la frontière : het geld is de grens niet over gekomen. Het lijkt erop dat degenen die eerst hebben gezegd dat ze het allemaal konden organiseren, het nadien voor zichzelf hebben gehouden.”

Vicq is ervan overtuigd dat Metz-Lyon, ondanks de omkooppoging, een normaal verloop heeft gekend. Gokexperts stelden inderdaad geen verdachte bewegingen vast bij de grote Aziatische bookmakers. Vicq : “Wat weten we ? Dat er uiteindelijk weinig aan de hand was met Metz en dat er een Belgisch probleem is met La Louvière. Vandaaruit worden namen met elkaar in verband gebracht. Sommige van die namen schijnen erg waarschijnlijk, andere eerder verrassend. Maar goed, u hebt in dat artikel in L’Equipe ook gelezen dat ik geen verdere verklaringen afleg. U hoort mij dus geen namen noemen.”

‘Om te lachen’

Dat doen ze wel bij L’Equipe. Volgens de krant is het zeker dat Mario Espartero voor en na de verdachte wedstrijd heeft gebeld met de aanvoerder van Metz, Grégory Proment. Hij en Proment zijn niet alleen ex-ploegmaats, het zijn ook dikke vrienden : ze hebben dezelfde (niet-erkende) makelaar en bellen nog steeds vaak met elkaar. “Jullie wedstrijd tegen Lyon was vervalst”, zei Espartero in het tweede telefoontje, waarna Proment hem vroeg : “Waarom zeg je dat ?” Volgens Espartero in L’Equipe een maand geleden was het “om te lachen” geweest.

Vorige donderdag pakte de gerechtelijke politie van Brussel in het kader van het gokschandaal zeven mensen op (zie kaderstuk). Onder hen Espartero, die volgens Franse bronnen ook ondervraagd is over Metz-Lyon. “Ik weet zo goed als zeker dat hij de vertegenwoordiger van Zheyun Ye bij La Louvière zal blijken te zijn”, zegt een Franse insider. Ook in België gonst het van de geruchten. Alvast één aanvaller zou hebben getuigd dat Espartero hem vorig seizoen, tijdens hun duel tegen La Louvière, op het veld aansprak met de woorden : “Zorg ervoor dat je in de buurt van Toyes komt in de zestien meter en hij zal je neerleggen.” La Louvière verloor die wedstrijd.

Huidig Moeskroenspeler Geoffray Toyes en Espartero kennen elkaar al langer : vóór La Louvière speelden ze een paar jaar samen bij Metz. Tijdens het seizoen 2000/01 hadden ze er nog andere bekende namen als ploegmaats : Gunter Van Handenhoven, Danny Boffin en Kasim Yildiz. Kasim wíé ? Het is nooit iemand opgevallen, maar Yildiz, een in Turkije geboren Fransman, was een van de spelers die na de machtsovername door Zheyun Ye en Olivier Suray naar het Finse AC Allianssi werd getransfereerd. Dat gebeurde nadat Marco Casto in laatste instantie had afgehaakt. Casto was gevraagd door Suray, een vriend, maar zegde af op advies van Laurent Wuillot, zijn schoonbroer. Wuillot voelde nattigheid omdat hem kort voordien door Suray 200.000 euro was aangeboden om de wedstrijd Brussels-Lierse te vervalsen.

Toen Allianssi op 28 juli 2005 in het Groothertogdom Luxemburg AC Pétange partij gaf voor de UEFA-beker, kwam Espartero langs om Yildiz dag te zeggen. Ook Pietro Allatta woonde de wedstrijd bij.

Manusje-van-alles

Wat Espartero, Toyes en Van Handenhoven behalve Metz en La Louvière gemeen hebben, is hun trainer bij beide clubs : Albert Cartier. Cartier werkte vijftien jaar bij Metz. Hij beleefde er zijn hoogdagen als speler en werd nadien assistent-trainer. Het laatste jaar, na het ontslag van Joël Muller, was hij hoofdtrainer. Zijn contract echter bleef dat van de assistent en toen het eerste elftal steeds dieper wegzakte, bood Metz hem opnieuw een andere functie aan. Cartier weigerde. Een professionele fout, oordeelde de club en in februari 2002 ontsloeg ze hem. De trainer spande een proces aan.

Bij spelers noch directie vandaag in Metz bewaren ze goede herinneringen aan Cartier. Na vijftien jaar bij de club vonden ze het proces niet van dankbaarheid getuigen tegenover de club waar hij alles aan te danken heeft. “Hij heeft hier veel mensen ontgoocheld,” zegt een bron in de club, “zelfs échte vrienden. Meer door zijn gedrag dan door zijn manier van werken als trainer. Cartier is iemand die erg met zijn imago begaan is, maar tegelijk zo’n sterk ego heeft, dat het meestal slecht afloopt. Hij belooft veel, ook aan spelers, maar is niet altijd duidelijk in het nakomen van die beloftes. En hij is bijzonder ambitieus. Dat hij heeft bijgetekend bij Brussels, verbaast me enorm.”

Cartiers entree in het Belgische voetbal kwam er op voorspraak van Stéphane Pauwels, toen de nieuwe sportief manager van La Louvière. Samen trokken ze een rist Franse spelers aan : behalve Espartero en Toyes ook Zambernardi, Brahami, Clamy en Djebbour. Aan uitgaande transfers, rekende Pauwels onlangs uit in Humo, was er na een half seizoen 2,5 miljoen euro in het laatje gebracht. “Ik heb toen Peter Odemwingie aan Rijsel verkocht voor 565.000 euro”, pochte hij. Bij die Noord-Franse club had hij vóór zijn Algerijnse avontuur zelf vier jaar gewerkt : niet als sportief manager, zoals hij graag laat geloven, maar als manusje-van-alles dat onder meer de spelersbus regelde. Insiders menen te weten dat toen Gaone zich met Pauwels in Rijsel aanbood om er de transfer van Odemwingie af te handelen, Pauwels de toegang tot zijn ex-club werd ontzegd. “Geen commentaar”, zegt financieel directeur Xavier Thuillot. “Gezien de ernst van dit dossier in België wensen wij geen partij te kiezen.”

Un beau-parleur noemen ze Pauwels in voetbalmiddens. “Ik ben in dienst van La Louvière, ik hoor niets te verdienen aan een transfer”, zei hij nog in Humo. In werkelijkheid had hij een percentage op de doorverkoop van de door hem aangebrachte spelers : 5 procent voor hemzelf, en nog eens 15 voor de speler. Pauwels had er dus alle belang bij dat zoveel mogelijk spelers van de oude ploeg vertrokken om plaats te maken voor zijn spelers. Dat Assou-Ekotto en Murcy achter zijn rug werden verkocht, zoals hij zegt, klopt niet. Hij deed Murcy zelf naar Denemarken, samen met Mikkel Beck. Beck, een voormalig Deens international, beëindigde zijn carrière bij Rijsel toen Pauwels daar ook rondliep. Hij werd nadien spelersmakelaar.

“Onze club heeft een abonnement op La Dernière Heure“, zegt de insider in Metz. “Zo volgen we alles op de voet. Toen Pauwels hier in september een job kreeg, een man over wie in heel België blijkbaar ernstige twijfels leven, hebben wij ons daar dan ook over verbaasd.” Espartero zou het glijmiddel zijn geweest. Hij maakte afgelopen zomer de seizoensvoorbereiding mee bij Metz, vóór Cartier hem bij Brussels binnenhaalde.

Geen scrupules

Als het omkoopgeld voor Metz-Lyon de Belgisch-Franse grens niet is overgestoken, zoals advocaat Vicq zegt, waar is het dan wél gebleven ? Een mogelijk scenario, dat echter nog niet alle vragen beantwoordt, zou kunnen zijn geweest: iemand in België die het kan weten, zegt aan Ye : “Wij hebben de contacten om een wedstrijd van Metz te vervalsen.” De Chinees geeft hem het geld, maar de omkoping mislukt : de speler hapt niet toe. Omdat het beoogde resultaat toch wordt bereikt – 0-4, ruime zege, over 2,5 goals – beslist de tussenpersoon om het geld voor zichzelf te houden. Hij laat uitschijnen dat het opzet is gelukt.

Proment verdient bij Metz tussen 40 en 50.000 euro per maand : die zet zijn carrière niet op het spel voor een paar maandlonen, klinkt het. Maar wat met zijn collega’s in de Belgische Jupiler League ? Zij verdienen nog minder dan een prof in de Franse tweede klasse. En dat, merkt een insider op, maakt ook de Franse inwijkelingen hier kwetsbaar. “Het huidige corruptieprobleem is een paar jaar geleden al ons voetbal binnengeslopen”, zegt hij. “Het is begonnen met de invasie van Franse voetballers.”

Frankrijk heeft een uitstekend opleidingssysteem. Door het constante aanbod van jong talent worden subtoppers en has beens steeds vroeger uit de top van de Franse voetbalpiramide geduwd. In het slechtste geval komen ze in de werkloosheid terecht. Geen ramp, want de opvang is prima : trainingen en wedstrijden worden georganiseerd, en een groot deel van hun laatste loon krijgen ze nog een tijdlang uitbetaald. Maar daarna is het : van job veranderen of voor een appel en een ei de carrière weer op de rails proberen te krijgen. Bijvoorbeeld in België, waar ze al die meestal vaardige spelers graag zien komen.

Espartero verdiende bij Metz 30.000 euro netto per maand. Wat doet zo iemand, op 28-jarige leeftijd, bij godbetert La Louvière en Brussels ? En Cartier, mister Metz en hunkerend naar de top ? Sinds de Panorama-uitzending Getackeld door de maffia loopt de eigengereide trainer er een stuk nerveuzer bij in zijn club. “Hij is veranderd”, zeggen zij die hem elke dag meemaken. Hoe deze Franse immigranten denken over werken in België, verwoordde Wagneau Eloi, vriend van Espartero en ook ex-La Louvière, onlangs misschien nog het best : wat hij hier verdient, beschouwt hij als peanuts – zakgeld.

“Zulke gasten kennen, als ze in de verleiding komen, geen scrupules”, meent de insider. “Zij voelen zich te goed hier, hebben een meerderwaardigheidsgevoel en staan voor alles open.” Noem het de wraak voor de vernedering om tot minderwaardige clubs in een minderwaardig kampioenschap te zijn veroordeeld.

JAN HAUSPIE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content