Bijna hielp een jonge Belg Atlético aan het feest, maar uiteindelijk won Zinédine Zidane met Real zijn eerste prijs als trainer.

Op de parkeerplaatsen van de Piazza Caiazzo, op vijf minuten wandelen van het Stazione Centrale van Milaan, staan campers met Spaanse nummerplaten. Op geïmproviseerde terrasjes drinken Spaanse fans gehuld in shirts van Atlético Madrid onder een loden zon bier. Even verderop zitten in het Napolitaanse vis- en pizzarestaurant Frijenno Magnanno fans van Atlético en Real broederlijk samen.

Ook de avond voordien baadt de Piazza del Duomo, waar dj’s de menigte opzwepen, in een feestelijke sfeer. Atléticofans en Realsupporters slenteren, zingen en drinken gewoon door elkaar, en zitten aan dezelfde terrasjes. Politieagenten zonder kogelvrije vesten slaan het, leunend over de afsluitingen, ontspannen gade.

Op de metro ontmoeten uitgelaten Spaanse voetbalfans en sierlijk geklede Milanese vrouwen elkaar, klaar om zich in het nachtleven van de grootstad te gooien. Vreemd voor wie komt uit Brussel, waar sinds de aanslagen van Parijs eind november niets meer zoals vroeger is, om nog eens mee te maken hoe dat voelt, een grootstad die spontaan en uitbundig feestviert.

Dat doet Milaan bij de vierde Champions Leaguefinale ooit in het Giuseppe Meazzastadion, genoemd naar een voormalige speler die eerst lang voor AC Milan uitkwam en in zijn nadagen voor Inter voetbalde. De kamer van koophandel rekende uit dat de finale de stad economisch zo’n 25 miljoen euro opleverde: 12 miljoen voor de hotels, die alle 1000 vol zaten, zes miljoen aan shopping, vijf miljoen aan eten en drinken en één miljoen aan boardings en andere vormen van publiciteit. In totaal zakten 60.000 Spaanse supporters af naar Milaan, dat zijn twee topteams – tegenwoordig veeleer tobteams – samen liefst zestien keer de finale van de meest prestigieuze beker zag spelen, en ook tien keer winnen, voor het laatst zes jaar geleden toen het Inter van José Mourinho met puur catenaccio Bayern München klopte.

Aan een Champions Leaguefinale met een eigen team denken fans van Inter of Milan niet meer. Zelfs deelname aan de meest prestigieuze Europabeker is voor beide clubs niet aan de orde. Inter plaatste zich als vierde voor de minder lucratieve Europa League, maar Milan – dat als achtste eindigde – blijft voor het tweede jaar op rij verstoken van Europees voetbal. Terwijl heel Milaan een weekend lang het Spaans van het huidige topvoetbal praat, buigen vertegenwoordigers van nerazzurri en rossoneri zich over de eigen negatieve financiële balans. Allebei hopen ze nog deze zomer een partnership met Chinese investeerders af te sluiten, om opnieuw aansluiting te krijgen met de Europese top. Op eigen houtje kunnen ze dat allang niet meer. Inter is sinds 2013 al in handen van een Indonesische tycoon, maar onder Erick Thohir liepen de schulden alleen maar verder op. Het tekort in 2014/15 bedroeg 140 miljoen euro. Volgend jaar moet de club break-even draaien om in orde te zijn met de financiële fair play, anders volgt een jaar zonder Europees voetbal.

AC Milan zag vorig jaar een partnership met een Thaise broker mislukken, waarop Berlusconi zelf nog 150 miljoen uitgaf tijdens de mercato, maar dat leverde niet eens Europees voetbal op. Het gevolg was dat de balans in 2015 een tekort van 89 miljoen vertoonde. Vorige week gaf Berlusconi, die de afgelopen 30 jaar in totaal 820 miljoen euro in de club stopte, aan dat hij bereid is 70 procent van de aandelen te verkopen. Op voorwaarde dat de nieuwe eigenaars per seizoen tussen 100 en 200 miljoen willen investeren op de transfermarkt.

LOPEN

Aan de vooravond van de finale wonen 240 journalisten en meer dan 20 camerateams de persconferentie van Real Madrid met trainer Zinédine Zidane bij. Om de topwedstrijd zelf maakt die zich niet druk: ‘Druk voel ik pas wanneer ik voor zo veel mensen als vanavond zo veel vragen moet beantwoorden.’

Dat was ook de reden waarop Florentino Pérez niet meteen aan Zidane dacht als opvolger voor Carlo Ancelotti.De voorzitter van Real vond hem tactisch en communicatief niet goed genoeg. Pas toen zijn eerste keuzes Jürgen Klopp en Joachim Löw niet haalbaar bleken, koos hij voor Rafael Benítez. Tot de oudere spelers uit de selectie aangaven dat ze het gehad hadden met de bemoeienissen van Benítez, die de spelers tegen hun natuur wilde laten voetballen en die hen verveelde met ellenlange videosessies, greep Pérez naar zijn laatste troef. Zidane praat niet veel, maar lost met zijn glimlach veel op. Toen Benítez Isco,lieveling van het publiek op Bernabéu, en James Rodríguez, een favoriet van voorzitter Pérez zelf, op de bank zette, deed dat de spanningen tussen Benítez en de verschillende geledingen binnen de club nog hoger oplopen. Zaterdag in Milaan zat zowel Isco als James opnieuw op de bank. Niemand die daar nog een opmerking over maakte. Of hoe een simpele glimlach sterker kan zijn dan de meest ingewikkelde toverspreuk.

Met een minimum aan antwoorden, simpel maar duidelijk, presenteert Zidane zich hier aan de pers. Eén keert slechts veert hij op: wanneer hem in het Italiaans gevraagd wordt wat hij vindt van wat Marco Materazzi, de man die hij in de WK-finale van 2006 een kopstoot gaf, over hem heeft gezegd. ‘Wat heeft hij precies over mij gezegd?’ ‘Dat Real eindelijk een trainer heeft’, geeft de Italiaanse journalist het compliment nog eens mee. Zidane herpakt zich meteen: ‘Als hij dat gezegd heeft: oké. Ik kan alleen zeggen dat ik mijn werk zo goed mogelijk doe.’

Wat zijn filosofie dan wel inhoudt? ‘Ik geloof heel, héél erg in werken. Hard werken.’ Wat is volgens hem de sleutel om de CL te winnen? Aanvallen of verdedigen? ‘Eerst moet je verdedigen. Maar wat we vooral moeten doen, is lopen, lopen en nog eens lopen.’

WITTE SOKKEN

Zaterdagavond zinderde San Siro nog eens zoals het de laatste jaren nog weinig meemaakte. Een topwedstrijd met een vol huis blijft een fantastische ervaring in deze heerlijke voetbaltempel, al zijn de faciliteiten daarrond niet meer van deze tijd. Meteen wordt duidelijk waarom de beide bespelers de afgelopen jaren – tot nu vruchteloos – probeerden een nieuw, modern stadion te bouwen op een andere locatie. Het stadion behoort toe aan de stad, waardoor de clubs alleen maar kunnen beschikken over de ticketinkomsten, de boardingreclame en voor de rest afhankelijk zijn van tv-gelden en mecenaat. Alleen Juventus heeft als enige eersteklasser een nieuw stadion in eigen beheer en haalt daar flink wat extra inkomsten uit.

Het meeste lawaai maken de fans van Atlético, de club die met een derde van het budget van de absolute topclubs toont dat je met hard werken en relatief bescheiden middelen nog ver kan komen. Zelfs een liefhebber van het mooie voetbal als Arrigo Sacchi waardeert het werk van Atléticotrainer Diego Simeone, ‘ook al stoelt zijn spel op een voetbalfilosofie die geen sporen zal nalaten in de voetbalgeschiedenis. Ik ben vooral verbaasd hoe de spelers van Atlético zich samen over het veld bewegen, en tegelijk de afstand tot de ploegmaats vasthouden, alsof ze door een onzichtbare draad verbonden zijn.’

Langs de lijn staan twee trainers die als profvoetballer het vak leerden in Italië. Simeone belandde in 1990 bij het bescheiden Pisa, dat hem destijds weg snoepte voor de neus van Hellas Verona. De club kreeg vanuit Argentinië een fax met mogelijke spelers, met een foto, naam, leeftijd, gewicht, rol. Romeo Anconetani, de flamboyante voorzitter die ook Cisse Severeyns bij Antwerp weghaalde, duidde Simeone aan: ‘Zijn gezicht bevalt me, die man weet wat hij wil.’ Via een omweg langs Spanje belandde hij bij Inter (en later Lazio). ‘Hij praatte alleen maar over voetbal, maniakaal, 24 uur op 24’, herinnert toenmalig doelman en internationaal Gianluca Pagliuca zich. ‘In die mate dat we hem wel eens vroegen: ‘Diego, praat jij dan nooit over vrouwen?”

Van de Zidane die in 1996 bij Juventus arriveerde via Luikenaar Luciano D’Onofrio, herinneren zijn ploegmaats zich een extreem timide speler, die voor en na training rondliep met witte sokken, waarop kapitein Ciro Ferrara ze namens de groep in stukjes kapot sneed. Angelo Di Livio vond Zidane ‘een topper met de nederigheid van een knecht. Hij was erg stil, je moest hem al door elkaar schudden om hem te laten reageren.’ Alessio Tacchinardi vond hem ‘koel en erg timide. Ik ben verbaasd dat hij trainer is, een beroep waarin je je moet openstellen naar anderen.’

Tijdens deze finale kijkt Zidane niet timide toe, maar rent heen en weer, alsof hij zelf nog het spel wil sturen. Af en toe snelt zijn assistent naar hem en fluistert hem iets in het oor.

DE JUISTE MAN

Na de rust mag de jonge Brusselaar en Rode Duivel Yannick Carrasco opdraven en doet hij met een doelpunt de wedstrijd in het voordeel van Atlético kantelen. Vanuit de tribune aanschouwt technisch directeur bij de jeugd van KRC Genk Roland Breugelmans hoe de jongen die hij op zijn veertiende bij Diegem ging weghalen en vier jaar in Genk mee opleidde, tot man van de wedstrijd lijkt uit te groeien. Dat Carrasco het ooit zo ver zou brengen, dat had Breugelmans toen niet verwacht van de jongen die een laatbloeier bleek.

Uiteindelijk schenkt een trekkebenende Cristiano Ronaldo met de winnende penalty zijn trainer zijn eerste zege. De Ronaldo die, toen hij zeven jaar geleden net bij Real was, zich in het geheim fysieke trainingsschema’s liet toesturen door Valter Di Salvo,op dat moment fysiektrainer bij Ronaldo’s vorige club Manchester United, en een goeie vriend van hem. Ronaldo vond de trainingsschema’s van Reals toenmalige trainer Manuel Pellegrini onvoldoende voor zichzelf. Dat maakte dat hij nog hevig transpireerde in het krachthonk terwijl zijn nieuwe Madrileense ploegmaats allang van onder de douche naar huis waren.

Jorge Valdano, ex-Realspeler en voormalig technisch directeur, vindt Zidane op dit moment de juiste man op de juiste plaats: ‘Hij is erin geslaagd om de goeie stemming weer bij Real te brengen. Alleen al zijn aanwezigheid nam de spanningen weg, hij deed de club weer lachen. Zoals Ancelotti heeft hij maar drie woorden nodig om een conflict op te lossen, en als hij de juiste woorden niet vindt, lacht hij gewoon eens. Hij is ook erg direct in zijn bewoording, en kan goed luisteren, iets wat deze selectie apprecieert.’

Voorlopig volstaat dat, samen met respect en zijn charisma.

Straks, als de wierook opgetrokken is, zal het ietsje meer moeten zijn.

DOOR GEERT FOUTRÉ IN MILAAN – FOTO’S BELGAIMAGE

‘Alleen al de aanwezigheid van Zidane nam de spanningen bij Real weg.’ – JORGE VALDANO

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content