In 2003, vijftien jaar na het winnen van de Europese beker voor Bekerwinnaars, moest KV Mechelen door een vereffening naar de derde klasse. Vandaag is het nieuwe Malinois de leider in de eerste klasse. Geel-rood huppelt door zijn tweede leven ‘als een kankerpatiënt die zijn ziekte overwon en voor wie plots elke dag telt’.

Bij een thuismatch zijn de gele trappen van de staantribune van KV Mechelen een uur vóór de aftrap al gevuld met zeker 1000 à 2000 gezellig keuvelende mensen. Dat is uniek in de Belgische eerste klasse. Als de thuisspelers het veld opdraven voor de opwarming, borrelt gejuich op. Wat later kan ook de harmonie rekenen op vocale steun. Als de blazers het lied ‘ You’ll never walk alone’ inzetten, worden duizenden sjaals strak gespannen gehouden en zingen de fans mee. Eerst piano, dan crescendo, uiteindelijk forte. At the end of the storm, there’s a golden sky.

Het veulen en de geit

Nadat de club eind jaren tachtig meedeed in de hoogste regionen van het Belgische voetbal en in 1988 zelfs de Europese beker voor Bekerwinnaars won, duwde een financieel wanbeleid de club naar de rand van de afgrond. Malinois voetbalde op een schuldenberg die hallucinant was. “Ik weet nog”, vertelt tv-figuur Mark Uytterhoeven, van kinds af fan van KV, “dat ik in die periode met Lei Clijsters belde.” Clijsters was in de succesperiode speler bij Mechelen. “Hij zei: ‘Maak je geen zorgen, Mark, op Malinois is er altijd een onnozelaar die de boel redt.’ Ik had er toen geen benul van dat ik die onnozelaar zou zijn.”

Toen een schrapping dreigde, zette Uytterhoeven een inzamelactie op touw. Hij vroeg elke supporter duizend euro te geven. Wat sommigen eerst een waanzinnig plan leek, mondde uit in een fabuleuze redding. Het nodige geld werd bijeengeschraapt, mede dankzij de fans. Dát verklaart waarom die duizenden mensen bij elke match al een uur vooraf in de tribune staan, actief deelnemend aan het gebeuren. Betrokkenheid is het sleutelwoord. Zij waren broodnodig om KV Mechelen staande te houden, en dus is KV ook van hen. Ze besturen de club nu mee (zie kader) en zijn ermee begaan. Als je zoon of dochter ergens optreedt, ga je als ouder ook niet op het laatste nippertje naar de voorstelling.

“De beleving nu is veel intenser dan in de jaren tachtig”, vertelt sportief directeur en clubmonument Fi Vanhoof, die in 2003 de reddingsactie mee leidde. Uytterhoeven zegt: “Het is zoals bij een kankerpatiënt die zijn ziekte overwon en voor wie plots elke dag telt.”

Ook zit het stadion, met 13.213 plaatsen, nu elke keer zo goed als vol. “Tijdens de Europese succesperiode hadden we hier maar 8000 man,” weet Vanhoof nog, “tegenwoordig spelen we elke keer voor 11 à 12.000 mensen, 9000 van hen zijn abonnee. Uren na de match staan hier nog duizenden mensen. Daar zijn ook veel jongeren bij, terwijl we vroeger een ouder, rustiger publiek hadden.”

Dat er meer en jonger volk is, linkt Vanhoof aan de figuur Uytterhoeven, die in de periode van de reddingsactie heel populair was. Voorzitter Johan Timmermans, indertijd ook betrokken bij de redding, zegt: “Daarnaast organiseerden we tijdens de reddingsactie heel wat activiteiten die bleven hangen. Zo stelde iemand een geit ter beschikking, een 2pk die we geel-rood schilderden en per opbod verkochten. Op de kerstjumping in de Nekkerhal werd een veulen geveild ten voordele van KV. Die initiatieven spraken tot de verbeelding, haalden de pers en kwamen bij de buitenwereld sympathiek over.”

Geen volgevreten voetballers

KV Mechelen ging eind 2002 in vereffening, maar moest dankzij de reddingsactie niet naar vierde provinciale. Geel-rood mocht herbeginnen in de derde klasse. De mensen die de club hadden overgenomen, stelden een stappenplan voorop: twee jaar in de derde klasse, dan maximum drie jaar in de tweede klasse en vervolgens een stabiele middenmoter worden in de eerste klasse. Alles verliep exact volgens plan (zie kader). “KV Mechelen is gestorven, maar dat was juist de redding ervan”, zegt Timmermans. “Anders hadden we nooit kunnen doen wat we deden”, zijnde: vanaf nul herbeginnen met een nieuwe filosofie.

Mechelen behaalde zijn resultaten met jonge, meestal Belgische spelers die de club in de lagere klassen vond. “We kozen die weg niet alleen omdat het de goedkoopste en dus enige oplossing was,” vertelt Vanhoof, “maar ook omdat het past bij de filosofie van de club. Ik ben niet zo voor de ‘volgevreten voetballers’. Wij hebben liefst jonge, gretige gasten die nog alles moeten bewijzen.”

Opvallend was hoe verscheidene van die jonge, onbekende voetballers de afgelopen jaren in Mechelen ontbolsterden. Björn Vleminckx, nu spits bij Club Brugge, was de eerste bij wie dat in 2009 tot een mooie transfer leidde. NEC Nijmegen kocht hem. In zijn zog volgden zes anderen: Nana Asare (FC Utrecht), Koen Persoons (Lokeren), Jonas Ivens (FC Groningen), Aloys Nong (Standard), Joachim Mununga (Gençlerbirligi) en Yoni Buyens (Standard). “We kregen voor hen gemiddeld een miljoen per speler”, zegt Vanhoof. Voor zes van de zeven moest Mechelen geen cent op tafel leggen om hen te halen.

Timmermans steekt die pluim op de hoed van zijn sportief directeur: “Fi heeft een enorme voetbalkennis en is heel cruciaal in dit verhaal.” Vanhoof zelf zegt: “Eerst moet je goed inschatten hoe ver een speler kan geraken als hij normaal ontwikkelt en goed begeleid wordt. Maar dan is het belangrijk om die jongens ook echt een kans te geven. In het eerste jaar dat Vleminckx hier liep, was Peter Maes enorm geduldig met hem. Een trainer die louter naar het resultaat kijkt, zou hem naast de ploeg gezet hebben. Maar je moet met zulke jonge jongens werken, er kort op zitten en de hele tijd mee bezig zijn. Dat is de taak van een trainer in Mechelen.”

Horizon verruimen

Ondanks de inkomsten uit de uitgaande transfers trekt Vanhoof nog altijd niet met een zak geld de transfermarkt op. “Ze zijn hier heel streng op het uitgeven van geld en ik heb dat graag”, zegt hij. KV Mechelen vindt niet dat elke cent die binnenkomt per se weer direct moet worden uitgegeven. “Als de deur op een kier staat, vliegt ze bij een tochtje rap open”, aldus Uytterhoeven, die nu geen officiële functie meer heeft bij KV, maar wel alle vergaderingen mag bijwonen. “We proberen met een beperkt aantal pijlen toch in de roos te schieten.”

De angst om te vervallen in financiële avonturen zit er bij het bestuur ingebakken, mede omdat dat bestuur nog altijd bijna uitsluitend bestaat uit mensen die in 2003 van nabij bij de reddingsactie betrokken waren en vaak persoonlijk veel op het spel zetten om het debacle van toen recht te trekken. “Er zullen nog wel beleidsmensen bestaan die hun club als een goede huisvader leiden,” zegt Uytterhoeven, “maar toch niet zoals hier. Als je niet meemaakte wat wij meemaakten, verplicht je jezelf niet om in je transferbeleid zo te zoeken en creatief te zijn zoals Fi.”

Intussen wordt de taak van Vanhoof er niet makkelijker op. Enerzijds moet hij verder vooruitkijken, omdat nieuwe jongelingen minder vlug ingepast kunnen worden door de stijging van het algemene niveau van KV. “Nu moeten we eigenlijk een jaar op voorhand denken”, aldus Vanhoof. Anderzijds proberen andere eersteklassers Mechelen intussen te imiteren, omdat ze zagen wat KV de afgelopen jaren deed en verdiende. “Als je vorig jaar naar OHL ging kijken,” zegt Vanhoof, “zat iedereen daar voor Harbaoui.” En dan moet KV weleens de duimen leggen voor clubs met meer middelen, al plaatst Vanhoof daar meteen kanttekeningen bij. “Wij spelen voor een vol huis, elke jonge gast wil graag in deze ambiance voetballen. En wij kunnen zo’n speler dat lijstje voorleggen van jongens die van nergens kwamen en nu bij betere clubs spelen.” Het is niet zo dat Mechelen geen enkel jong talent uit een lagere afdeling meer kan overtuigen.

Toch moet KV de horizon verruimen. “Met alleen jongens uit de lagere klassen komen we er niet meer”, knikt Vanhoof. En daar wringt het schoentje, want: “Je kunt een speler niet echt beoordelen als je hem maar één keer ziet. Maar drie keer na mekaar naar Noorwegen of Finland gaan, dat is niet gemakkelijk voor ons.” Vanhoof heeft het zowel over het financiële aspect als over het praktische. “Iets in het buitenland moet ik altijd zelf doen, want KV heeft wel zes à zeven scouts, maar dat zijn mensen die alleen na hun uren voor de club werken.” Voorzitter Timmermans zegt: “Binnen een termijn van één à twee jaar moeten we naar een scoutingssysteem, met profs en een verdere verfijning van ons netwerk in het buitenland door middel van samenwerkingen, met scouts. Niet met clubs, daar geloof ik niet meer in.”

Niet indommelen

Op dit moment zegt Timmermans nog altijd expliciet dat play-off 1 niet moet voor KV Mechelen. Dat getuigt, vindt hij, van gezond realisme. “Hadden we er vorig seizoen ingezeten, dan waren we afgegaan”, treedt Vanhoof de voorzitter bij. “Maar in het voetbal”, aldus Vanhoof, “moet je altijd meer willen, wetende wat je basis is. Onze basis nu is: een goede middenmoter zijn. Dat moeten we zeker zijn. Maar je daarmee content stellen, dat is nog iets anders.” Dat Timmermans een professionele toekomst ziet voor het scoutingsapparaat, wijst erop dat KV niet tevreden zal blijven met het statuut van stabiele middenmotor. “Maar”, benadrukt de voorzitter, “nu hebben we een nog te beperkte basis om ons budget omhoog te krijgen. Ik hoop dat we op dat vlak meer vooruitzichten krijgen als de verbouwing van het stadion kan beginnen.”

Het verouderde stadion is voorlopig nog altijd eigendom van de vereffenaar. De onderhandelingen over een verkoop zijn gevoerd. Timmermans verwacht dat het bijhorende papierwerk in september rond zal zijn. “Lukt dat, dan kunnen we in de zomer van volgend jaar een eerste fase van de verbouwingswerken beginnen”, aldus de voorzitter. Het stadiondossier is een van de dingen waarvoor KV een spaarpot aanlegde.

Vanhoof: “Die stadionvernieuwing zal bepalen waar we terechtkomen. Dat dossier sleept al veel te lang aan. We mogen niet stilvallen. Ik heb soms de indruk dat er veel verdoezeld wordt door het sportieve. Het probleem is een beetje dat we tot nog toe ondanks de verkoop van spelers altijd maar zijn blijven groeien. De supporters zijn tevreden, er wordt niet gezaagd. Maar er zal een periode komen waarin het op sportief vlak minder zal lopen, en dan kan het rap gaan. Alles rond het veld moet in beweging blijven. Dat een club met 30 à 35 profs in dienst geleid wordt door mensen die amateurs zijn, daar zit een onlogisch kantje aan.”

Pipi in afloopbuis

Over de toekomst zegt Uytterhoeven: “We doen nu mee voor play-off 1 en beleven af en toe een uitschieter in de beker. Met een provinciestad van 80.000 inwoners moet je ambitie eigenlijk niet veel groter zijn. Ik sta redelijk op de rem. Het extra budget dat een vernieuwd stadion met zich mee zal brengen, zal ook naar de professionalisering van de club gaan. We zullen niet ineens een Europese ploeg proberen te kopen. Het zal stap per stap gaan. En als we intussen indommelen, moeten we op dat moment maar zien hoe we reageren. In die zin mag het spannend zijn. Het mag niet spannend zijn omdat we verder proberen te springen dan onze stok lang is.”

Timmermans gaat akkoord: “Beleidsmensen van andere clubs zeggen dat wij over drie à vier jaar in de Champions League moeten spelen. Waar leg je dan de druk? Als wij Europees voetbal ambiëren en spelen, zou ik liefst niet vooraf eigenlijk al uitgeschakeld zijn, maar wel enkele rondes meegaan. Daarvoor hebben we eerst een ploeg nodig met meer dan de helft sterkhouders, en een accommodatie die in orde is. We moeten nu naar een stadion waarin we families op een fatsoenlijke manier kunnen ontvangen, zodat het zoontje niet meer pipi moet doen in een afloopbuis. Maar het sta-dion moderniseren betekent niet per se het uitbouwen. Uitbouwen wil zeggen: enorm vergroten. Wij hebben nu zo’n 9000 abonnees, dat kunnen er misschien 10 à 11.000 worden. Als ik daarbij de verkoop van de losse tickets en de bezoekers tel, denk ik dat een stadion voor 16.000 à 17.500 man perfect is naar Mechelse normen. Wij moeten niks creëren waarvan we niet zeker zijn dat er een voedingsbodem voor is. En die vernieuwing koppel ik aan een sportieve stap vooruit, ja, mogelijk met Europees voetbal. Maar enkel binnen de krijtlijnen die het bestuur uittekent.”

DOOR KRISTOF DE RYCK

“Ik denk dat een stadion voor 16.000 à 17.500 man perfect is naar Mechelse normen.” Johan Timmermans

“Ik heb soms de indruk dat er veel verdoezeld wordt door het sportieve.” Fi Vanhoof

“Wij moeten niks creëren waarvan we niet zeker zijn dat er een voedingsbodem voor is.” Johan Timmermans

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content