Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Terwijl de New Jersey Nets op kruissnelheid de NBA Play-offs induiken, beleeft grote buur de New York Knicks het dieptepunt uit zijn geschiedenis. Een reportage uit de buik van de Big Apple.

Afgelopen zaterdag, 22 april, werd in de VS het startschot gegeven voor het hoogtepunt voor elke basketballiefhebber : de NBA Play-offs. De beste zestien ploegen van het reguliere seizoen nemen het tegen elkaar op in een knock-outsysteem. Een van die ploegen die dit jaar meedingen naar de hoogste eer, zijn de New Jersey Nets. De stad waar het hoofdkwartier van de NBA ligt. Het team telt pronkstukken als Jason Kidd en Vince Carter in zijn rangen. New Jersey was aan het einde van de reguliere competitie het hotste team in de hele league : het zette een zegereeks neer van veertien opeenvolgende wedstrijden. Geen enkele ploeg deed dit seizoen beter.

Amper twintig kilometer verderop, net over de Hudson River, beleefde grote buur de New York Knicks zijn belabberdste seizoen sinds jaren. Een schabouwelijke 23-59-balans – waarmee de Knicks zich als de op één na zwakste ploeg (na Portland) van de NBA profileerden – bezorgde coach Larry Brown een maagzweer aan het einde van de rit. Hij daagde niet meer op voor de laatste partijen van het seizoen. Gefluisterd wordt dat Brown het niet meer ziet zitten om deze Knicks nog te coachen. Larry Brown, een levende legende die amper twee jaar geleden Detroit verrassend naar de kampioenstitel leidde, zag het wellicht niet bepaald als een eer om met die 23-59-balans de geschiedenisboekjes te halen als opperhoofd van de op één na slechtste Knicksploeg ooit. Enkel in het seizoen 1986/87 deed een Knicksploeg het slechter met amper 22 zeges op 82 wedstrijden.

Hoe groot het contrast op het sportieve vlak ook mag zijn tussen New Jersey en grote broer New York, toch blijft de magische Madison Square Garden met gemiddeld om en bij de 18.000 toeschouwers per match veel meer volk lokken dan de Continental Airlines Arena. Bij de Nets worden de plannen om van stad te verhuizen daardoor almaar concreter. Die populariteit van de New Yorkse schandeploeg blijft een vreemd verschijnsel als je bedenkt dat een jaarabonnement in de The Garden kan oplopen tot 10.000 euro voor een zitje. En dat voor een losing team. Terecht wordt in de New Yorkse sportbladen dan ook meer aandacht besteed aan de trouwe supporters dan aan de vetbetaalde pseudovedetten op het parket. “Het is een overgangsjaar, daar moeten we rekening mee houden”, vertelt Calvin Ratliff, een honkvaste Knicksfan. “Zelfs al moeten we toegeven dat het bestuur zeer slecht is in het ombouwen van het team.”

Kop van Jut in de pers en bij de fans zijn sportief directeur Isiah Thomas (ex-speler van de Detroit Pistons) en sterspeler Stephon Marbury. De eerste kreeg al heel wat spreekkoren en haatliedjes te verwerken. De tweede speelt volgend seizoen wellicht niet langer in het blauw-rode shirtje van New York. Te weinig gedreven en te weinig teamspeler, heet het. Dat is allerminst naar de zin van Larry Brown, een coach die altijd al omschreven werd als een man van ijzeren discipline en allesverslindende teamgeest.

In zijn periode bij de Philadelphia 76ers kwam het daardoor meermaals tot een hevige discussie met NBA-vedette Allen Iverson, de veelscorende guard met wie Brown een haat-liefdeverhouding onderhield. Iverson, amper 1,83 meter groot, was tegen de Knicks goed voor 47 punten, 9 assists en 6 rebounds. Wat denkt hij over het lot van zijn ex-coach bij de totaal ontredderde Knicks ? “Brown is een coach die winnen als normaal beschouwt”, zegt Iverson. “Als je dan een team leidt dat zoveel wedstrijden speelt en er slechts een handvol van kan winnen, moet dat bijzonder frustrerend zijn. Ik ken hem, hij heeft het er zeker moeilijk mee. Het is een competitieve geest. Brown is het soort mens dat zichzelf verantwoordelijk acht voor de slechte gang van zaken nu. Ook voor Marbury zal het moeilijk zijn. Brown is heel veeleisend voor zijn spelverdelers. Als ik Marbury één raad mag meegeven : luister naar hem en werk hard en dan komt alles in orde. Brown is een goede coach en Marbury een goede speler. Ik zie het probleem niet.”

Titelambities bij Kidd en Carter

Dan gaat het er aan de andere kant van de Hudson veel rustiger aan toe. Detroit is in het oosten hors catégorie, maar daaronder strijden de Miami Heat en de New Jersey Nets om het tweede schavotje. Net die affiche stond vlak voor de play-offs geprogrammeerd. Het werd een opsteker van formaat voor de ploeg van coach Lawrence Frank, want de Nets versloegen dankzij een ontketende Vince Carter (43 punten) de Heat (van Shaquille O’Neal en Dwayne Wade). Hetzelfde duel staat zeer waarschijnlijk ook in de tweede ronde van de play-offs op het menu. “Miami versloeg ons al tienmaal op rij, deze zege deed dus deugd. Maar in de play-offs vallen alle statistieken weg. Geschiedenis telt dan niet”, zei Frank na de match.

Carter, de springveer die we in Europa vooral kennen van zijn spectaculaire dunks in zowat alle promofilmpjes voor de NBA, lijkt net op tijd de goede vorm beet te hebben. Bij de Toronto Raptors was de forward de voorbije jaren in de eerste plaats uitgegroeid tot een tribunespeler en een showman, allesbehalve championship material eigenlijk. Met een transfer naar de Nets beoogde Carter eindelijk ook eens een woordje mee te kunnen spreken in de play-offs. Maar de dunkkampioen kon vorig jaar in zijn eerste Nets-seizoen weinig indruk maken en de Nets werden er in de eerste ronde van de play-offs uitgeknikkerd door O’Neal en zijn Miami-makkers. Dit seizoen eindigt anders. Carter nam de laatste vijftien wedstrijden van de reguliere competitie zijn ploeg op sleeptouw ; hij rondde elke partij af als topschutter van zijn ploeg. Volgens Jason Kidd, de patron van de Nets en een van de monumenten uit de NBA, een weinig ophefmakende prestatie : “Ik lach altijd met die lofzangen. Ik zeg dat tegen Vince ook : ‘Jij stapt uit bed met 20 punten achter je naam en je wandelt hier de zaal binnen met al 20 punten in je broekzak. Het is pas datgene dat je daarbovenop scoort dat echt telt.’ Hij is zo goed, dat hij meer móét kunnen. Hij krijgt vaak de kritiek dat hij te soft is en niet genoeg vechtersmentaliteit toont. Maar hij is harder geworden. Wanneer een wedstrijd spannender wordt naar het einde toe, geeft hij zich volledig in verdediging.”

Kidd heeft er een goed oog in dat zijn ploeg dit jaar een gooi kan doen naar de titel : “Dit New Jersey is beter dan het vroegere NJ dat de finales haalde ( seizoen 2002/03, nvdr). Onze bank is beter, dankzij hen zetten we die sterke reeks neer. Dankzij hun sterke presteren hoeven Carter en Richard Jefferson geen 40 of 45 minuten per avond te spelen. De bank is altijd een grote sleutel tot succes. Bovendien kunnen we nu meer stijlen aan. Tegen Phoenix spelen we uptempo en tegen Miami half court. Wij mogen ons niet laten meeslepen in het mediagetater over wie tegen wie zal spelen in de play-offs. Detroit, Indiana, Miami : het zijn allemaal goede ploegen. In de play-offs tellen records niet, iedereen strijdt voor dat plaatsje in de finale. Mij gaat het gewoon om vechten voor elke bal en gezond blijven. Ons zelfvertrouwen is elke wedstrijd gegroeid.”

Vince Carter belichaamt dat groeiende zelfvertrouwen. Zijn dunks, alley-oops en driepunters dienen nu ook om wedstrijden te winnen. “Jason Kidd als hij op niveau speelt, Jefferson, Nenad Krstic en ik, wij vormen een sterk team”, klinkt het gemeend. “De NBA Finals halen klinkt nu realistischer dan ooit. Ze waren altijd al een mogelijkheid, maar nu, met dit team zeker. We moeten gewoon wedstrijden winnen, om meer moeten we ons niet bekommeren.”

In de eerste ronde van de NBA Play-offs 2006 neemt New Jersey het op tegen de knokkersploeg van de Indiana Pacers. In een eventuele tweede ronde volgt wellicht de Miami Heat. Nu al een affiche om naar uit te kijken.

MATTHIAS STOCKMANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content