‘Mij inschrijven bij de VDAB? Dan kan ik evengoed echt gaan werken’

© BELGAIMAGE - CHRISTOPHE KETELS

Voor de tweede keer in vier jaar zit Bryan Van Den Bogaert zonder werk en moet hij toekijken hoe zijn collega’s de competitie op gang hebben getrokken. In een openhartig gesprek vertelt hij over het leven van een bijna-stempelaar.

Na een fotoshoot op het snoeihete Miriam Makebaplein in het hartje van Gent is Bryan Van Den Bogaert zichtbaar opgelucht dat hij even verkoeling kan zoeken in een sandwichbar in de buik van de Ghelamco Arena. Vanop zijn zitje heeft hij een puik zicht op de spelerstunnel en het perfect getrimde speelveld. Na zeven maanden zonder competitievoetbal is de 28-jarige linksback bijna vergeten welke feromonen het grasveld van een profclub uitscheidt. Zijn laatste wedstrijd met Westerlo dateert van half februari en sinds juni is hij officieel werkloos.

‘Ik ben al meer dan een halfjaar alleen aan het trainen’, zegt Van Den Bogaert. ‘Eind februari heb ik mijn kaakbeen gebroken en niet veel later ben ik beginnen te revalideren met de fysio van Westerlo. Vanaf half maart, bij het uitbreken van het coronavirus, moest ik net als mijn collega’s een individueel programma volgen. Gelukkig kon ik tijdens de lockdown af en toe met mijn broer trainen, die bij Londerzeel speelt in tweede amateur. Lange ballen trappen, voorzetten geven, duels één tegen één. Daar kon ik echt van genieten. Nu het seizoen overal herbegonnen is, ben ik helemaal op mezelf aangewezen.’

Elke dag volgt Van Den Bogaert dezelfde routine: een stevig ontbijt met zijn dochter, een ochtendloop en een voetbaltraining met zijn persoonlijke coach in de voormiddag en krachttraining in de namiddag. De West-Vlaming is een echte overlever, maar zijn sportieve isolement begint stilaan zijn tol te eisen. ‘Op een schaal van 1 tot 10 zit ik aan 8,5 wat betreft het stressgehalte. En toch probeer ik elke dag drie tot vier uur te trainen. Soms zijn er dagen dat ik opsta en denk: één keer trainen zal wel genoeg zijn.’

Hoe ben je in deze situatie terechtgekomen?

BRYAN VAN DEN BOGAERT: ‘Ik heb een contractverlenging bij Westerlo geweigerd omdat ze mij maar enkele procentjes opslag wilden geven. Voor mij was een loonsverhoging om twee redenen gerechtvaardigd: ik had een degelijk seizoen gespeeld en ik moest elke dag pendelen van Kortrijk naar Westerlo. Ik vertrok om 6 uur ’s morgens en ik was om 18 uur weer thuis als we twee keer trainden. Eind april of begin mei heeft Bob Peeters mij gecontacteerd met de vraag of ik toch wilde terugkomen, maar dat was voor mij geen optie. Ik zou wel iets anders zoeken indien de club geen inspanning wilde doen om mij te houden.’

Misschien twijfelen clubs aan mij omdat ik nooit in 1A heb gespeeld. Ik zou zeggen: reken mij af op mijn kwaliteiten en vergeet mijn verleden. Ik ben sowieso een laatbloeier.’ Bryan Van Den Bogaert

Toen je het voorstel van Westerlo weigerde, dacht je wellicht dat je snel een nieuwe club zou vinden. Iemand met jouw profiel – einde contract, Belg en linksachter – is toch de gedroomde versterking voor veel Belgische clubs in 1A en 1B?

VAN DEN BOGAERT: ‘Ik snap eerst en vooral niet waarom clubs niet geneigd zijn om voor een Belg te gaan. Volgens mij klopt er iets niet. Ligt het aan mijn karakter? Door mijn winnaarsmentaliteit kan het soms botsen op het veld, maar in de omgang ben ik geen moeilijke jongen. Of misschien twijfelen clubs aan mij omdat ik nooit in 1A heb gespeeld. Ik zou zeggen: reken mij af op mijn kwaliteiten en vergeet mijn verleden. Ik ben sowieso een laatbloeier.’

VERMINDERDE VOORWAARDEN

En intussen zit je bijna drie maanden zonder club. Heb je geen spijt dat je niet bent ingegaan op het voorstel van Westerlo?

VAN DEN BOGAERT: ( lange zucht) ‘Op sportief vlak wel. Ik heb de competitiestart gemist en dat kan ik niet meer inhalen. Wat het financiële betreft, sta ik nog altijd achter mijn beslissing. Ik weet wat ik voor Westerlo betekend heb en ik ben meer waard dan wat ze mij wilden betalen.’

Moet je in de huidige context niet minder veeleisend zijn als het gaat om salaris?

VAN DEN BOGAERT: ‘Mijn lat ligt helemaal niet hoog. Modale voetballers, niet de grote sterren, zullen moeten inleveren. Sowieso. Clubs gebruiken corona als argument om de salarisvoorwaarden te verminderen. Bestuurders weten dat ze in oktober nog koopjes zullen doen omdat veel spelers tegen dan sneller geneigd zullen zijn om zomaar iets te tekenen om toch maar te kunnen voetballen. Met de deadline in zicht tasten ze nu al af tot waar ze kunnen gaan.’

Ben jij bereid om veel in te leveren?

VAN DEN BOGAERT: ‘Hoe langer dit aansleept, hoe meer je aan inleveren denkt… Maar op dit moment houd ik vast aan het startbedrag dat ik van in het begin in mijn hoofd had. Een Nederlandse club bood mij onlangs een salaris van een paar duizend euro bruto. Netto zou ik het loon overhouden van een ongeschoolde arbeider. Ik wil niet verwaand klinken, maar daarvoor ga ik niet elke dag op en af rijden naar Nederland. Ik zou een dommerik zijn om voor hetzelfde loon als in België de grens over te steken.’

‘Als ik naar het buitenland trek, moet het volledige plaatje kloppen. Enkele jaren geleden leed mijn mama aan een ernstige ziekte en ik kon haar niet bijstaan omdat ik in Engeland voetbalde. Het is uiteindelijk goed gekomen met haar, maar het heeft mij wel aan het denken gezet. Is het de moeite waard om alles op te geven voor een buitenlands avontuur terwijl je je familie minstens even belangrijk vindt als voetbal?’

Je blijft liever werkloos dan voor enkele duizenden euro’s voetballen in Nederland?

VAN DEN BOGAERT: ‘Ja. En ik besef dat het een gok is. Weet je wat het probleem is in Nederland? Er zijn veel jonge gasten die zich willen bewijzen en bereid zijn om voor een klein loon te voetballen. Maar ze wonen nog thuis, hebben geen gezin dat ze moeten onderhouden en hebben geen carrière opgebouwd. Die mannen worden onderbetaald. Maar er zijn evenveel voetballers die extreem overbetaald worden.’

AANGETEKENDE ZENDING

Klopt het dat je bij Waasland-Beveren aangeboden bent geweest door drie verschillende tussenpersonen die niet jouw officiële makelaar waren?

VAN DEN BOGAERT: ( knikt) ‘Dat verbaast mij niet eens. Wie houdt hen tegen? Het systeem wordt in stand gehouden omdat alles via makelaars verloopt. Als speler hoor je pas achteraf hoe de transfer tot stand is gekomen. Ik moet oppassen wat ik zeg, maar ik lieg niet als ik zeg dat makelaars de regels van het transferverkeer veranderd hebben. Maar kan een speler zonder hen overleven? Neen.’

Word je ook dagelijks gestalkt door buitenlandse makelaars die jou van alles beloven?

VAN DEN BOGAERT: ‘Ik krijg dagelijks van minstens twintig verschillende makelaars berichten via sms, Facebook, Instagram of LinkedIn. En ik heb er geen idee van hoe ze aan mijn nummer zijn geraakt. Van sommige voorstellen weet ik meteen dat het bullshit is. Ik kreeg op een dag een bericht van een makelaar die beweerde dat een Russische topclub geïnteresseerd was. Ik kon er geen 100.000 of 200.000 euro per jaar verdienen, maar een half miljoen euro. Die man maakte mij blaasjes wijs en ik heb dus niet geantwoord. Ik ben niet zot, ik weet dat zo’n salaris niet voor mij is weggelegd. Maar sommige spelers trappen erin en tekenen een contract bij zo’n makelaar. Hier in België is alles goed geregeld – met een aangetekende zending kun je de overeenkomst beëindigen – maar probeer eens af te raken van een buitenlandse makelaar.’

Bryan Van Den Bogaert: 'Als buitenstaander is het moeilijk om te begrijpen hoe de voetbalwereld functioneert. Het stereotiepe beeld van de voetballer die een luxeleven leidt, gaat niet voor iedereen op.'
Bryan Van Den Bogaert: ‘Als buitenstaander is het moeilijk om te begrijpen hoe de voetbalwereld functioneert. Het stereotiepe beeld van de voetballer die een luxeleven leidt, gaat niet voor iedereen op.’© BELGAIMAGE – CHRISTOPHE KETELS

Besef je nu meer dan vroeger dat de voetbalwereld speciale vaardigheden vereist?

VAN DEN BOGAERT: ‘Als buitenstaander is het moeilijk om te begrijpen hoe de voetbalwereld functioneert. Het stereotiepe beeld van de voetballer die een luxeleven leidt, gaat niet voor iedereen op. Ik heb de laatste tijd vooral gemerkt dat er veel blabla is en dat beloftes niet worden nageleefd. Ik heb aanbiedingen gekregen uit Roemenië, Polen, Griekenland… Bij die Griekse club zou ik 20.000 euro cash krijgen in de vorm van een tekenpremie, maar ik had geen enkele garantie dat ze mijn salaris zouden storten.

‘Ik heb genoeg verhalen gehoord van spelers die lang op hun geld moeten wachten in dat soort landen. Of zonder geld ergens vastzitten. Cephas Chimedza, mijn ex-ploegmaat bij Cappellen, maakte het ooit mee in Israël. Zijn makelaar had een Israëlische ploeg voor hem gevonden. Toen hij van het vliegtuig stapte, stond niemand hem op de luchthaven op te wachten. En hij had geen geld om zijn terugvlucht te boeken. Aangezien we goed overeenkwamen, heeft hij mij gebeld. Hij zei: ‘Bryan, ik zit in de problemen. Ik geraak niet thuis.’ Ik heb zijn ticket betaald en vandaag kunnen we nog altijd lachen om die anekdote.’

LOBBYGROEP

Officieel ben je bijna drie maanden werkloos. Hoe lang kun je dit nog volhouden?

VAN DEN BOGAERT: ‘Ik heb het al eerder meegemaakt ( zie kader), ik weet dus wat ik moet doen om conditioneel in orde te zijn. Met mijn gemoedstoestand zit het ook goed. Mijn vrouw staat achter mij en zij geeft mij het gevoel dat ik de hele wereld aankan. Natuurlijk zullen er nog moeilijke momenten komen, maar opgeven zit niet in mijn karakter. Ik ben honderd procent klaar om er weer in te vliegen en ik ben er gerust in dat mijn makelaar tegen het einde van de transferperiode een club zal vinden die aan al mijn criteria voldoet.’

Heb je jezelf een deadline opgelegd om een club te vinden?

VAN DEN BOGAERT: ‘Totaal niet. Wil ik zo snel mogelijk een ploeg vinden? Ja. Wil ik voor om het even welke ploeg spelen? Neen. Ik probeer iedere ochtend met een positieve vibe aan mijn dag te beginnen. Ik heb er zelfs geen moeite mee om naar wedstrijden van 1A of 1B te kijken. Als ik kijk, houd ik de twee linksachters in het oog. Maar als zij het slecht doen, zal ik niet aan mijn makelaar vragen om eens te gaan luisteren bij die clubs of ze versterking kunnen gebruiken. Zo zit ik niet in elkaar.’

Ben je gaan aankloppen bij spelersvakbond Sporta?

VAN DEN BOGAERT: ‘Ik heb met de mensen van Sporta gesproken en het is blijkbaar niet zo gemakkelijk om alles geregeld te krijgen. Als je als voetballer beslist om je in te schrijven bij de RVA en de VDAB, dan kun je evengoed echt gaan werken. Zo denk ik er tenminste over. Er zijn voetballers die de stap gezet hebben, en die zullen daar niet mee te koop lopen, maar voor mij hoeft het niet.’

Je bent geen alleenstaand geval. Zelfs Steven Defour, Sandy Walsh, Killian Overmeire en Jelle Van Damme hebben nog geen onderdak gevonden.

VAN DEN BOGAERT: ‘En dat zijn allemaal spelers die al iets bewezen hebben in eerste klasse. Ik denk dat veel clubs zich concentreren op de deadline in oktober. Maar ik vraag mij af waarom ze tot dan willen wachten om hun kern op orde te hebben.’

Heb je contact met andere werkloze voetballers?

VAN DEN BOGAERT: ‘Neen.’

Vind je dat niet jammer? Is dit niet het aangewezen moment om naar analogie met de Professional Footballers’ Association (PFA) in Engeland en de Vereniging van contractspelers (VVCS) in Nederland een machtige lobbygroep op te richten die iets in beweging kan zetten voor werkloze voetballers?

VAN DEN BOGAERT: ‘Het is ieder voor zich. De een zal de andere niet helpen als hij daar zelf geen baat bij heeft. We zijn collega’s van elkaar, maar we zijn op veel andere vlakken ook concurrenten. Het geld dat een club uitspaart voor speler A, gaat in de zakken van speler B. Ik moet toegeven dat ik mij de voorbije drie jaar het lot van al die werkloze voetballers ook niet aangetrokken heb. Ik was daarvoor te gefocust op mijn eigen carrière.’

Nu krijg je te maken met de andere kant van de medaille. Maar als voetballer zit je wel in een luxesituatie in vergelijking met zoveel andere mensen die geleden hebben onder de coronacrisis.

VAN DEN BOGAERT: ‘Het kan altijd erger. Dat probeer ik mij constant in te prenten. Als je twee maanden zonder loon zit, begin je dat te voelen. Maar er zijn veel mensen die hun werk kwijt zijn en die hun facturen niet meer kunnen betalen. Wij zijn niet rijk – met mijn kwaliteiten ga ik als voetballer nooit geld in overvloed hebben – maar ik moet niet elke dag mijn rekening checken. We hebben de voorbije drie jaar een buffer opgebouwd en we kunnen nog altijd doen wat we graag willen doen.’

Uit het dal gekropen dankzij Jan Ceulemans

Het is de tweede keer in vier jaar dat je werkloos bent. Wat was er de vorige keer aan de hand?

VAN DEN BOGAERT: ‘Ik had er een paar slechte maanden opzitten bij Ebbsfleet United en in de laatste match van het seizoen 2015/16 raakte ik zelfs geblesseerd. Ik had het niet meer naar mijn zin bij die club, maar het bestuur wilde mij niet laten vertrekken omdat ik volgens hen een contract van onbepaalde duur had getekend. Ik zag concrete aanbiedingen van Saint Mirren, Kilmarnock, Sligo Rovers en Derry City aan mijn neus voorbijgaan omdat Ebbsfleet mijn International Transfer Certificate (ITC) niet wilde geven. De PFA heeft zich met de zaak gemoeid en onder druk van de FIFA heeft Ebbsfleet mij in het voorjaar van 2017 toch vrijgegeven. Om niet altijd alleen te moeten trainen heb ik een tijdje mijn conditie onderhouden bij Players 4 Contract. ‘

Wat heb je geleerd uit die periode?

VAN DEN BOGAERT: ‘Dat je in het voetbal de juiste mensen moet kennen om een club te vinden. Na mijn terugkeer uit Engeland had ik een zaakwaarnemer onder de arm moet nemen die de Belgische markt kende. Ik mag van geluk spreken dat Jan Ceulemans, mijn ex-trainer bij Cappellen, opgevangen had dat Westerlo spelers zocht. Na drie trainingen kreeg ik een contract – deze keer werkte Ebbsfleet wel mee – en enkele dagen later stond ik in de basis tegen OH Leuven. En ik was vertrokken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content