De belangrijkste episodes uit het leven van de Gambiaanse spits van OHL, die momenteel mee de topschuttersranglijst in eerste klasse aanvoert.

Leven 1 de baby in Gambia

Ibou Sawaneh: “Ik heet eigenlijk Ebrahima. Dat is mijn officiële voornaam. Maar ik kan me niet herinneren dat iemand me ooit zo genoemd heeft. Sinds het begin heeft iedereen voor de afkorting Ibou gekozen. Ik ben geboren in Serrekunda, de grootste stad van Gambia. Ik heb daar maar tot mijn vierde gewoond, maar ik heb wel nog altijd de mentaliteit van die stad. Mijn ouders hebben er altijd over gewaakt dat ik de waarden die daar gelden, blijf behouden: daar probeert men altijd te lachen, niet egoïstisch te zijn en voor zijn broer, neef en buurman evenveel geluk te vinden als voor zichzelf. Een Gambiaan bezit niet veel maar trekt altijd zijn plan en is gelukkig.

“Gambia is een van de kleinste landen van Afrika, een enclave in Senegal eigenlijk. De Senegalezen zijn onze grote broers. Ze zijn rijker, belangrijker, en ze nemen meer initiatief. Maar daar is niemand in Gambia jaloers op. Senegal was een Franse kolonie, Gambia een Engelse. Dat is zowat het enige verschil. Voor de rest lijkt alles goed op elkaar: de cultuur, de voeding, de godsdienst. In beide landen is de overgrote meerderheid moslim.”

Leven 2 het jongetje op de luchthaven

“Toen ik vier jaar was, beslisten mijn ouders om Gambia te verlaten en naar Duitsland te verhuizen. Mijn vader had een job gevonden op de luchthaven van Frankfurt. Van ’s morgens tot ’s avonds laadde en loste hij koffers. Mijn moeder bleef thuis toen we nog klein waren, maar is dan ook op de luchthaven gaan werken. Die ken ik als mijn broekzak, want tijdens de vakanties ging ik er mijn ouders altijd een handje toesteken. Ik hield enorm van de speciale sfeer daar.

“De andere plaats in Frankfurt waar mijn hart sneller begon te slaan was het voetbalstadion. Ik was werkelijk gek van Jay-Jay Okocha. Ik keek alleen maar naar hem. Op mijn negende heb ik mijn eerste aansluitingskaart getekend en tot mijn zeventiende heb ik bij verschillende kleine clubs in de buurt van Frankfurt gespeeld.

“Natuurlijk was het een enorme cultuur-schok om van Gambia naar Duitsland te verhuizen. De ene dag zit je nog bij warme en onbezorgde mensen, de volgende krijg je te maken met mensen die eerder koud zijn, maar wel erg gedisciplineerd en punctueel en die altijd vooruit willen. Ik heb nog vage herinneringen aan mijn eerste weken in de Kindergarten. Ik begreep niets van de taal en alles was er zo anders dan in mijn eerste schooltje in Afrika. Maar als kind kun je zo’n enorme verandering natuurlijk wel beter aan en je leert ook heel snel de taal. Voor mijn ouders was het allemaal nog een stuk moeilijker. Zij voelden zich echt ontheemd. Er zitten ook wat Duitse trekjes in mijn karakter, maar ik voel me toch nog altijd meer Afrikaan. Ik probeer altijd de mooie kant te zien van iets en me niet te concentreren op wat slecht gaat. Duitsers zijn anderzijds dan weer enorm harde werkers. Zodra ze opstaan, is dat het enige waar ze aan denken. Werken om vooruit te gaan in het leven, om hoger te klimmen op de sociale ladder. Dat heb ik ook een beetje geërfd. Als ik iets doe, wil ik het goed doen. Ook op training bijvoorbeeld, zelfs als ik niet goed kan volgen of aan andere dingen denk.”

Leven 3 banneling in Polen

“Op mijn zeventiende wilde ik profvoetballer worden, maar in Duitsland was dat moeilijk. Uiteindelijk heb ik me in de kijker kunnen spelen op een toernooi. Een vriend van mijn vader, een zakenman met connecties in Polen, zorgde ervoor dat ik daar tests kon afleggen. Verschillende eersteklassers waren geïnteresseerd, maar ik koos voor Lech Poznan. Bij die club tekende ik mijn eerste profcontract.

“Hoe moeilijk de nieuwe verhuis aanvankelijk ook leek, ik zal nooit spijt hebben van de twee jaar die ik in Polen heb doorgebracht, want daar heb ik van het voetbal mijn beroep kunnen maken. Anderzijds ben ik in Polen ook geconfronteerd met een aantal racistische ontsporingen. In Poznan zelf had ik er geen last van, maar in Gdansk bijvoorbeeld kon een aantal zogenaamde fans het niet laten om oerwoudgeluiden te laten horen telkens als ik aan de bal kwam. Natuurlijk ging het slechts om een minderheid, maar zelfs in een stadion met 20.000 mensen die volkomen normaal doen, kunnen vijftig dwaze heethoofden de sfeer aardig verpesten. Ik heb nog een aantal vrienden in Polen en van hen hoor ik dat de toestand ondertussen is verbeterd, maar er blijft een hele weg af te leggen. De kritiek op en de vrees voor racisme vlak voor het EK 2012 kon ik perfect begrijpen. Dat kwam niet uit de lucht gevallen. Op dat vlak staat met name Duitsland toch veel verder. In Frankfurt heb ik nooit last gehad van mijn Afrikaanse origine. Ongetwijfeld omdat het een grote, multiculturele stad is, waar net als in Keulen en Berlijn ook heel wat Aziaten, Afrikanen, Zuid-Amerikanen en Oost-Europeanen wonen.”

Leven 4 vergeten door Vanhaezebrouck

“Van Poznan ben ik rechtstreeks naar Beveren gegaan. In Polen had ik enkel een aantal aanbiedingen van tweedeklassers, maar via een Belgische makelaar kon ik hier tests komen afleggen. Eerst speelde ik een vriendschappelijk duel met de reserven van Gent, maar ik was kennelijk niet goed genoeg. Uiteindelijk speelde ik dan twee jaar bij Beveren dat toen in tweede klasse speelde en een nieuwe ploeg aan het opbouwen was na het vertrek van de Ivorianen.

“Daarna volgde een zeer goed jaar bij Kortrijk onder Georges Leekens. Als hij niet naar de nationale ploeg was vertrokken, had het er voor mij wellicht ook anders uitgezien. Bij hem kreeg ik immers heel veel speelgelegenheid en alles liep erg goed. Met Hein Vanhaezebrouck was het weer een heel ander verhaal. Maar dat betekent niet dat ik kwaad ben of kritiek zal uiten op hem: er is veel visie en kennis nodig om te realiseren wat hij met Kortrijk heeft gedaan. De finale van de beker van België bereiken is voor een team als Kortrijk fantastisch. Maar om de een of de andere reden klikte het niet tussen hem en mij. Ik weet echt niet waarom. Hij had nochtans aangedrongen op mijn komst toen ik bij Beveren zat, maar dat was blijkbaar het enige moment dat hij echt in mij geloofde. Ik paste ongetwijfeld niet in zijn systeem.

“Sinds ik prof ben, heb ik met veel trainers gewerkt die mijn wapens en mijn speelwijze op prijs stelden, maar bij Hein lag ik niet in de bovenste lade. Zo gaat dat in het voetbal. Je carrière hangt niet enkel van jezelf af, maar ook van de trainers die je pad kruisen. Kortrijk heeft me vervolgens twee seizoenen uitgeleend: eerst aan KV Mechelen en dan aan Bergen. Het waren heel uiteenlopende ervaringen. Bij Mechelen speelde ik onder Marc Brys maar een tiental wedstrijden in vijf maanden. Ik had van in het begin het gevoel dat ik daar maar het vijfde wiel aan de wagen was. Bij Bergen vond ik het dan weer heel leuk. De familiale sfeer deed me terugdenken aan wat ik bij Beveren had meegemaakt. Afgelopen zomer wilde Bergen me houden, maar het moest daarvoor tot een akkoord komen met Kortrijk en dat is niet gelukt. Jammer, want ik was graag gebleven, vooral omdat Enzo Scifo me zei dat hij me er graag bij wilde hebben.

“Terugkeren naar Kortrijk was theoretisch mogelijk, maar ik wilde het niet en ik was ook niet zeker dat iemand er nog echt op mij zat te wachten. Ik wilde mijn sterke seizoen bij Bergen bevestigen en opnieuw elke week spelen en scoren. Ik wist dat dit bij veel clubs mogelijk zou zijn, maar niet bij Kortrijk.”

Leven 5 scherpschutter in Vlaams-Brabant

“OH Leuven heeft min of meer dezelfde structuur en hetzelfde gezicht als Bergen. Het is een club uit de middenmoot, waar menselijke waarden erg belangrijk blijven. Voor het eerst sinds lang heb ik een meerjarig contract én het vertrouwen van de club. Bij Kortrijk had ik ook een contract voor verschillende seizoenen, maar geen vertrouwen. En bij Mechelen en Bergen wist ik dat ik slechts een passant was. Nu heb ik getekend tot 2015 en de coach heeft me een basisplaats gegeven. Ik kan niet gelukkiger zijn.

“Veel mensen beseffen gewoon niet wat een wereld van verschil het voor een voetballer is als het ook tussen de oren goed zit. Werkzekerheid is heel belangrijk als je tegelijk geconcentreerd en ontspannen moet zijn om je werk goed te doen. Mijn verhaal is een beetje hetzelfde als dat van Christian Benteke. Toen Standard hem uitleende aan Kortrijk en Mechelen kon hij niet voluit zijn waarde tonen omdat zijn situatie onzeker was. En toen hij naar Standard terug moest, kreeg hij ook daar geen kans. Slechts nadat hij een meerjarig contract bij Genk ondertekende, is hij echt ontploft. En kijk, een jaar later speelt hij al in de Premier League. Van mijn kant moet ik dit jaar al het goede bevestigen dat ik vorig jaar bij Bergen heb getoond, maar ik heb daar alle vertrouwen in. Ik amuseer me op het veld en dat zie je. Mijn teamgenoten geloven in me en ik krijg veel goede voorzetten. Ze weten dat ik kansen ook kan afmaken. En we creëren veel kansen want Leuven is echt een aanvallend team. Ook tegen zwaargewichten als Club Brugge of Anderlecht past Ronny Van Geneugden zijn aanvallende manier van spelen niet aan.”

Leven 6 vooral flankspeler

“Sinds ik in België speel, heeft men me vaak gevraagd wat mijn beste plaats is. Het antwoord daarop is vrij eenvoudig: ik speel het liefst op de flank, want daar haal ik mijn hoogste rendement. Maar ik trek me ook uit de slag als tweede spits of als diepste spits. Bij Bergen heb ik op al die posities gespeeld, maar op de flank – rechts of links maakt me niet uit – heb ik de meeste ruimte.

“Dat ik nu mee de topscorerslijst aanvoer is eigenlijk niet logisch, want ik ben zeker geen pure goalgetter. Ik kan bij Leuven dus niet de rol spelen die Jérémy Perbet vorig seizoen bij Bergen heeft gespeeld. Hij stond er echt om de ballen tegen de netten te prikken. Mijn rol bestaat er meer in om het voorbereidende werk te doen. Het zou logischer zijn als ik bovenaan zou staan op de ranglijst van de spelers met de meeste assists.”

Leven 7 international

“Voetbal is de belangrijkste sport in Gambia. Als ik naar mijn land terugkeer om met de nationale ploeg te spelen zijn er soms 2000 toeschouwers op de trainingen. Dat is telkens weer een schitterende ervaring. De eerste coach die me voor de nationale ploeg selecteerde, was Paul Put. Ja, ik ken dat hele verhaal natuurlijk van de omgekochte wedstrijden en de ‘gokchinees’. Ook bij de Gambiaanse voetbalbond waren ze daarvan op de hoogte toen ze Put de job van bondscoach aanboden. Maar de verantwoordelijken hebben op een gegeven ogenblik gezegd dat er al genoeg over het verleden was gepraat en dat iedereen weleens fouten maakt en een tweede kans verdient. We hebben het verleden begraven en Put heeft met de nationale ploeg goede resultaten behaald.”

DOOR PIERRE DANVOYE – BEELDEN: IMAGEGLOBE

De verhuis van Gambia naar Duitsland was een enorme cultuurschok. Het is niet logisch dat ik leider ben in de topschuttersstand, want ik ben geen echte goalgetter.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content