Pierre Bilic

Robert Waseige verteerde zijn ontslag bij Standard behoorlijk goed. ‘Ik wil graag nog iets tonen bij een eersteklasser. Ik werd trouwens al benaderd door een club.’

“Natuurlijk komt het hard aan als je al na vijf wedstrijden moet opstappen,” zegt Robert Waseige filosofisch, “maar het is in het voetbal nu eenmaal een ongeschreven wet dat enkel de resultaten tellen. Dat werpt geen schaduw over de rest van mijn carrière, waar ik hoe dan ook tevreden op kan terugblikken.” Nochtans doopten enkele van zijn critici vorige week de pennen in vitriool. Dat Waseige ondanks zo’n lange staat van dienst bijna geen palmares heeft, geeft toch aan dat hij niet in de top van het trainersgild thuishoort, was zowat de toonzetting van die verhalen.

“Ik heb zelfs geen zin om daarop te antwoorden”, zegt de gewezen bondscoach afgemeten. “Maar ik won een beker van België, bereikte twee keer de finale, werd een aantal keer vice-kampioen en dwong met al mijn clubs Europees voetbal af, zelfs met Winterslag, dat ik van derde nationale naar eerste bracht. En de resultaten die ik met de nationale ploeg neerzette mogen gezien worden. Bovendien was ik 791 keer coach bij een eersteklassewedstrijd. Dat zegt toch alles. In Frankrijk doet men lyrisch over de 783 wedstrijden die Guy Roux op de bank zat, maar hier krijgt zoiets nauwelijks aandacht.”

Twee weken na zijn ontslag is Waseige vastbesloten om in het voetbal te blijven. Hij tekende al een contract om bij Canal+ aan de slag te gaan, omdat die zender naar zijn zeggen beter de belangen van het voetbal verdedigt dan de RTBf, maar hij kan ook de geur van het gras nog niet missen. “Ik ben gezond, en ik wil graag nog iets tonen bij een eersteklasser. Ik werd ondertussen trouwens al benaderd door een club, maar het zal wel nog eventjes duren eer een en ander zich concretiseert. De tijd zal wel uitwijzen hoe het verder moet, al voeg ik eraan toe dat ik niet in een avontuur wil stappen bij een club met onvoldoende talent of een infrastructuur die niet genoeg onderbouwd is. Een buitenlandse uitdaging sluit ik niet a priori uit, maar ik ga op mijn leeftijd niet meer naar Timboektoe trekken..”

Aanvoerder Ivica Dragutinovic verklaarde in de media dat 70 procent van de problemen van Standard te wijten waren aan Waseige. Die wil geen polemiek starten. “Ik wil de carrière van de spelers niet kraken.” Ook over het ruilen van de nationale ploeg voor Standard heeft hij naar eigen zeggen geen spijt. “Als alles te herdoen was, zou ik het precies op dezelfde manier aanpakken. Alleen zou ik niet meer de fout maken te denken dat ik de groep ken. Ik had een zicht op het potentieel van het team, net als ik dat ook van andere eersteklassers had. Mijn goesting om iets groots te doen in Luik is te groot geweest.”

De eerste wedstrijd verloor Standard met 0-3 van Moeskroen nadat Ali Lukunku een strafschop had gemist. Vervolgens kwamen de Rouches bij Charleroi twee keer op voorsprong maar ze moesten toch tevreden zijn met een 3-3-gelijkspel. “Toen heb ik beseft dat ik meer tijd zou nodig hebben dan voorzien om het team op het juiste spoor te krijgen”, analyseert Waseige. “Ik wilde evolueren naar een 4-3-3-systeem met de nadruk op snelheid en gevatte counters. Met zoveel mogelijk spelers die opduiken in het strafschopgebied van de tegenstrever, maar toch ook terugplooien en goed verdedigen. Volgens mij is de groep technisch wel voldoende sterk om zo te spelen, maar ik kwam er snel achter dat er wel een mentaal probleem was.”

Over de tekortkomingen in de verdediging, waar tot nu toe enkel Onder Turaci op niveau speelde, wil hij niet ingaan. Waseige blijft Godwin Okpara en vooral Eric Van Meir verdedigen. “De mogelijkheden van Van Meir zijn bekend. Hij is een klassieke verdediger die nooit erg snel is geweest maar dat altijd heeft weten te compenseren met tal van andere kwaliteiten.”

De Rouches speelden zonder bezieling en zonder lijn, luidde een vaak gehoorde kritiek. “Dat is makkelijk gezegd”, repliceert Waseige. “Ik hoor de mensen wel graag verwijzen naar de Luikse furie van de jaren zeventig, maar dat is pure nostalgie. Het voetbal zit nu helemaal anders in elkaar dan toen. Bovendien : Standard kon toen rekenen op ijzersterke persoonlijkheden als Roger Claessen, Eric Gerets en vooral Wilfried Van Moer.” Zo bevestigt Waseige nog maar eens : het ontbreekt Standard aan leiders op het veld. “De opeenvolgende nederlagen hebben de vinger op de wonde gelegd : het ontbreekt deze groep aan mentale weerbaarheid. Ik heb met veel belangstelling de wedstrijd Anderlecht-Stabaek gevolgd. De Noren lieten er nog eens zien wat het betekent om echt een strijdershart te tonen en negentig minuten voluit te gaan. Die mentaliteit is nodig om iets te bereiken. En bij de Rouches was die er niet.”

Het aantrekken van drie nieuwe spelers op het ogenblik dat Standard met 1 op 9 naar de laatste plaats was gezakt, ervoer Waseige als een positieve reactie van het bestuur. “Ik blijf ervan overtuigd dat het aantrekken van de drie nieuwelingen een stap in de goede richting was. Mijn ontslag kwam hard aan, maar los daarvan blijf ik geloven in de mogelijkheden van Standard. De club heeft zo’n rijke traditie en kan terugvallen op misschien wel de beste infrastructuur van heel België. Vroeg of laat moet dat toch eens vruchten afwerpen.”

Waseige bevestigt voorts dat hij persoonlijk de wacht kreeg aangezegd door zijn vriend Luciano D’Onofrio. “Ik heb hem nog nooit zo teneergeslagen gezien”, zegt Waseige als om erop te wijzen dat de gebeurtenissen hun persoonlijke vriendschap niet hebben aangetast. De vraag wie binnen de beheerraad op het doorsturen van de trainer heeft aangedrongen zal wellicht altijd onbeantwoord blijven, maar het is een publiek geheim dat met name Robert Lesman nooit een grote fan is geweest van de gewezen bondscoach. Hij lag ook aan de basis van de eerste breuk tussen de Rouches en de coach enkele jaren geleden.

Natuurlijk liggen de slechte resultaten aan de basis van alles. Dat is bij Standard niet anders dan bij andere verenigingen, maar dat belet niet dat men zich de vraag kan stellen waarom de club – die de jongste jaren nochtans als geen andere moet geleerd hebben dat paniekreacties vaak veel meer kwaad dan goed doen – dit keer niet het minste greintje geduld kon opbrengen. Was het om andere zaken te verdoezelen die het daglicht niet mogen zien ? Zagen sommigen in de slechte prestaties op het veld de kans om voor eens en voor altijd oude vetes te beslechten ? Werd er intern nog maar eens een robbertje gevochten om de macht ?

Robert Waseige moet er zich in ieder geval het hoofd niet meer over breken en heeft ook weinig aanknopingspunten, want hij kruiste wel enkele keren het pad van grote baas Robert Louis-Dreyfus, maar tot een diepgaand gesprek tussen de twee is het nooit gekomen. Het zwaard van Damocles hing door de slechte resultaten boven zijn hoofd. Wie het uiteindelijk heeft doen vallen, is niet het probleem van Waseige.

door Pierre Bilic

‘Als alles te herdoen was, zou ik het op dezelfde manier aanpakken.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content