Eerste klasse heeft er een nieuwe trainer bij. Begin augustus debuteert Guido Brepoels (48) met STVV op het hoogste niveau. Kennismaking met een bevlogen Limburger, die zijn spelers actief betrekt bij de coaching. ‘Volgend jaar moeten ze van mij allemaal een trainerscursus volgen. Dat weten ze nu al. ‘

G uido Brepoels: “Teambelang staat bij mij voorop. Op alle vlakken. We zijn nu hier in Mierlo ( waar STVV vorige week vier dagen op stage was, nvdr) en één keer per dag moet iedereen van mij iets samen doen. Spelers, trainers én de mannen van het materiaal, de terreinknecht, de verzorger, iedereen gaat ’s morgens samen spinnen. Op die manier voelen die mensen zich ook gewaardeerd. Ze doen zoveel werk achter de schermen maar komen nooit in de belangstelling. Wat lekkere muziek, en iedereen bezig. Dan ben ik gelukkig. Je moet die oogjes eens zien aan de ontbijttafel. Helder…

“De kern is op dit moment onvolledig. We hebben al veel testers gehad, zelfs een Chinees. Maar hun niveau was wat te laag. Wat er nu nog bij komt, moet écht een meerwaarde zijn. Op dit moment ( vorige week woensdag, nvdr) bestaat de kern uit zestien veldspelers en twee keepers. Er moeten dus nog minstens drie transfers gebeuren, ik hoop die zo snel mogelijk rond te krijgen. Op dit moment krijgen alle ploegen vorm. Sommige teams hebben een kern van dertig, daar gaan jongens uit de boot vallen. Ik denk dat er de komende tien dagen veel gaat bewegen.

“Een linksachter, linksvoor en een tien, dat komen we nog tekort. Met Cephas ( Chimedza, nvdr) hebben we een goeie offensieve middenvelder, maar wat als hem iets overkomt? Sinds vorig jaar zoeken we al een linksbuiten. Die blijkt heel moeilijk te vinden, zeker voor de manier waarop wij willen voetballen. Wij willen een jongen die in de diepte gaat. Dan creëer je al sowieso twee, drie kansen meer dan anders. en kom je makkelijker tot scoren.

“Sint-Truiden gaat in eerste klasse moeten proberen ook in drie, vier passen voor de andere goal te zijn. Hoe werd AZ kampioen? Ze speelden altijd hoog, maar toen het op een gegeven moment niet meer lukte, zijn ze een meter of twintig achteruit gekropen, waarna ze ruimte kregen in de rug van de tegenstander en constant begonnen te scoren. Sint-Truiden gaat wel proberen hoog te spelen, op de helft van de tegenstander, zoals we dat als een van de favorieten in tweede klasse deden, maar laat ons eerlijk zijn: wellicht zal dat een reeks hoger niet lukken. We gaan dus veel ruimte krijgen in de rug van de tegenstander en hebben nood aan mensen die er over heen kunnen gaan. Onana is heel snel op de eerste meters, Wilmet ook. Cephas gaat veel diep. Als je links ook nog iemand hebt die diep gaat, kan je heel veel ploegen pijn doen.

“Ook achterin zoeken we iemand op links. We hebben een jonge voetballer ( GielDeferm, nvdr) waar ik heel tevreden over ben. Maar het is logisch dat zo’n jonge speler niet altijd op niveau kan zijn, er moet eens een ander kunnen overpakken. Overal een dubbele bezetting kan niet, we moeten dus zoeken naar drie nieuwe spelers die op verschillende posities uit de voeten kunnen. Dat maakt het zo moeilijk. Soms erger ik mij ook: je vraagt naar spelers op een bepaalde positie, managers brengen die dan aan, en zeggen vooraf: die kan dat. Tot zo’n jongen voor je neus staat, en dan blijkt dat hij ongeveer alles kan, behalve wat je gevraagd hebt. Daarom zal ik een speler nooit laten tekenen voor wij hem hebben gezien of gescout. En het liefste ga ik zelf eerst ook nog eens bij zo’n jongen thuis langs. Dan zie je hoe ze leven, hoe hij met zijn ouders omgaat, of met zijn vrouw en de kinderen. Mij gaat het ook om mentaliteit. Sommige jongens kunnen goed voetballen, maar als ze thuis een drama zijn, zal het op de club ook niet klikken.”

Duidelijkheid en meedenken

“Een van de sterke punten moet de sfeer in de kleedkamer zijn. En iedere training verwacht ik strijd. Als een partijtje na vijf minuten 3-0 staat, word ik ziek. Dan blijf ik liever thuis. Organisatie, strijd en altijd willen winnen. Een intern reglement, dat heb ik niet. We hebben veel jongeren, én veel jongens uit de eigen streek. Buitenlanders moeten een meerwaarde zijn.

“Wij doen alles samen. Ook de tactiek. Hoe we het verdedigend gaan aanpakken, daar praten we met de hele spelersgroep over. Bewust, om een eenheid van idee te krijgen. De jongens krijgen de dvd van de tegenstander, analyseren die, denken mee. Ze zijn al zo ver dat ze zelf kunnen aangeven waar de mogelijkheden liggen. Ik geef hen richtlijnen, maar tegelijk ook het gevoel dat zij het mee uitgevonden hebben. Op die manier zijn ze er al zo bewust mee bezig geweest, dat ze op het veld sneller weten wat hun te wachten staat. Wij filmen alles, sturen beelden door naar de spelers, die ze dan thuis op de laptop moeten bekijken. ’s Anderendaags is het training en laat ik het hen uitleggen. Goeie dingen, slechte dingen. Ze moeten niet altijd akkoord gaan met mij, ik wil ook een discussie losweken. Ik houd op alle vlakken van duidelijkheid. Duidelijkheid en meedenken. Daarom zijn we vorig jaar kampioen geworden. Vanwege die duidelijkheid.

“Het Nederlandse voetbal, daar zit voor mij heel veel in: druk zetten naar voor, technisch vermogen, spelen met buitenspelers,… Ik speel ook het liefst met drie spitsen. Alleen: ik moet me aanpassen aan de kwaliteiten van de groep. Als er geen linksbuiten komt, moeten wij anders gaan voet-ballen.

“Toen ik jeugdtrainer was bij MVV, werkte Sef Vergoossen daar ook bij de jeugd. De manier waarop hij met mensen omging, vond ik fantastisch. In Sittard heb ik stage gelopen bij Bert van Marwijk. Tactisch vond ik die heel sterk. Op een simpele manier bewees hij het later bij Feyenoord, Dortmund en nu met Oranje, ook bij vedetten. Zijn assistent Dick Voorn, was hier twee weken geleden, toen zijn zoon op proef kwam. Het niveau lag iets te hoog voor die jongen, maar we hebben toen op een schitterende manier over voetbal gepraat. Zonder geheimen. Dat vind ik zo knap in Nederland. Zo’n Raymond Atteveld, die praatte heel open over alles. Ik weet het: als je wint, heb je gelijk, maar geheimen zijn er niet in het voetbal. Wat kun je nu nog uitvinden? Iedere eersteklasser heeft video, een goeie scouting, iedereen weet wat goed en slecht is.

“Hoe je dan als trainer nog het verschil maakt? Een trainer weet wel alles, maar heel veel spelers zijn er niet mee bezig. Dat merkte ik ook hier in het begin: ze komen trainen, en spelen hun matchke. Maar van mij moeten ze hier zelf ook trainer zijn, meedenken. Na volgend seizoen moeten ze van mij allemaal op trainerscursus. Al heel jong. C-cursus. Om ze te verplichten na te denken. Elders liggen ze tijdens besprekingen half onderuitgezakt. Hier zitten ze rechtop, coachen ze elkaar, maken ze met een paar man analyses. Precies alsof ze in Nederland zitten. Tot twee jaar geleden heb ik zelf nog gewerkt als magazijnier in Maastricht. Ik weet wat werken is, en ik weet ook wat eentonigheid is. Alle dagen hetzelfde. Voor een voetballer geldt dat ook. Trainen, douchen, naar huis. Wij hebben, met de hele staf gezegd: die eentonigheid is voorbij. Zij worden trainer, en wij helpen hen daarin. ( lacht) Ze deden het op het einde van vorig seizoen zo goed dat ik heb gezegd: eigenlijk kunnen wij beter thuis blijven. Dat is de reden waarom we kampioen werden. Dat en lange trainingen, waardoor ze fysiek heel goed stonden. Hoeveel keer hebben we vorig jaar niet gescoord in de slotfase? Hoe harder je traint, hoe beter je wordt, al ben je 19 of 33.”

Vastheid van idee

“Ik heb tot dusver altijd in de top gespeeld. Kampioen in vierde, gepromoveerd van drie naar twee, kampioen in tweede. Nooit drie keer na mekaar verloren. Dat gaan we straks moeten leren, leren verliezen. We gaan misschien het blok op sommige momenten iets hoger of iets lager moeten zetten, maar mijn veldbezetting ga ik niet de hele tijd door mekaar gooien. Dat heb ik van Vergoossen geleerd. Wij openen op Standard. Wel, de hele voorbereiding trainen we op een manier om ploegen aan te pakken die we aankunnen. Voor die ene wedstrijd ga ik niet alles omgooien en pakweg 5-4-1 spelen. Toen Sef trainer was van MVV kreeg hij bij Ajax op zijn doos met 7-1. Naar PSV: de boot in met 8-1. Maar hij won wél de wedstrijden die hij moest winnen. Dat heb ik onthouden. Je moet vastheid hebben. Als je zegt: de ene keer speel je met vijf verdedigers, de andere keer met vier en nog een andere keer met drie, dan moet je een goeie ploeg hebben. AdrieKoster wil het proberen met Club Brugge. Ik zeg u: ik hoop dat het hem lukt, maar het gaat tijd kosten. Als ik zie hoeveel moeite het al kost om vier jongens op één lijn te krijgen…

“Dat vind ik een groot nadeel van onze jeugdopleiding: alles wordt voorgekauwd. Laat ze zelf analyses maken en oplossingen zoeken. Onze beloften speelden vorig jaar altijd tegen drie spitsen. Elke wedstrijd. Dan komen ze eens tegen een ruit met twee te staan, op training tegen ons, en is het een drama. Acht, negen jaar opleiding gehad en ze weten plots niet meer wat ze moeten doen. Peter ( Voets, nvdr) probeert daar nu wat aan te doen, door de oefenmatchen tegen ons te filmen, en te ontleden. Dan zien je wat, hoor.”

Debuut in eerste klasse

“Ik was vroeger doelman, en coachte toen al heel veel. Ik had daarom ook vaak ruzie met mijn trainer, omdat ik de hele tijd aanwijzingen gaf. Preud’homme, Mathijssen, De Coninck, keepers zien het vaak goed, al denk ik wel dat je het niet kan leren. Je ziet het, of je ziet het niet.

“De top als keeper heb ik niet gehaald: ik was niet goed genoeg en ik kreeg ook niet de goeie opleiding. Ik herinner me nog dat ik een keer in doel stond, en twintig jongens tegelijk trapten. Ogen dicht en hoofd beschermen, meer kon je niet doen. Je wist niet beter of dat was het. Ik heb nog de postbode gehad, als trainer. Die zei: doe maar een matchke. Goddank is het nu allemaal beter. Toen ik later trainer werd, heb ik direct gezegd: de top halen, dat ga ik zelf moeten afdwingen. Ik wist dat ik kampioen moest worden in vierde, anders raakte ik nooit in derde. Dat ik moest promoveren uit derde, om in tweede te raken. En ik wist ook dat ik zou moeten promoveren met STVV, wilde ik ooit in eerste raken. Dat is ook met andere trainers zo geweest, jongens die geen naam hadden als speler. Eigenlijk is dat ongelooflijk: uit niks ben ik nu bij die zestien trainers in eerste klasse.

“Toen we kampioen werden, hebben ze thuis de hele boel versierd. Na de titel hebben ze me gevierd als Bilzenaar van de maand. Een echte huldiging op het gemeentehuis, mét fanfare. Ze zijn me thuis komen halen met een Engelse bus. Heel de straat, de familie, iedereen mocht erop. Naar de gemeente en vervolgens naar een zaal die de buren zonder mijn medeweten hadden gehuurd voor een feestje. Voor mij hoefde dat allemaal niet, maar het leeft wel in de gemeente.

“Ik weet ook: bij STVV is het wit of zwart. Ik heb nu wel succes gehad, maar je weet hoe het zal zijn als het minder gaat. Dat besef ik.”

door peter t’kint

Ik weet wat werken is, en ik weet ook wat eentonigheid is.

Alles wordt voorgekauwd. Dat vind ik een groot nadeel van onze jeugdopleiding.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content