Toen de drie tweedeklassers gekend waren die het moesten opnemen tegen Westerlo voor een plaats in onze eerste klasse, was ik aangenaam verrast. KV Oostende was van de partij. Ik heb iets met de koningin der badsteden. Reeds van in mijn prille jeugd bracht ik er veel tijd door. Mijn ouders hadden er een appartement op de zeedijk. Oostende was toen nog een bruisende stad. Op mijn leeftijd denk ik er meer en meer aan om mij definitief aan de kust te vestigen. Het zou mij goed uitkomen mocht KVO kunnen doorstoten naar de eerste klasse. Ik zou me zeker een jaarabonnement aanschaffen. Elke veertien dagen een weekendje aan de kust en ondertussen een matchke meepikken, dat lijkt me wel wat. Maar helaas, het zal nog niet voor volgend seizoen zijn.

Toen ik dertien jaar was, was ik met mijn ouders op wandel in de beruchte Langestraat. Twee mannen op aftandse fietsen reden ons voorbij en stopten bij een gekend mosselrestaurant. Mijn vader herkende hen direct. Toen hij een beetje bekomen was van de emotie, vroeg ik hem wie die twee waren. Hij keek mij ongeloofwaardig aan en zei op strenge toon: “Weet ge dat niet, slimmeke? Dat zijn Laurent Verbiest en Wilfried Puis, twee spelers van Anderlecht!” Wist ik veel. Dat zei ik natuurlijk niet tegen mijn vader, om verdere zever te vermijden. Verbiest heb ik later persoonlijk niet zo goed gekend, maar met Puis heb ik enkele jaren later nog samengespeeld, dat zal mijn vader toen zeker nooit verwacht hebben.

Laurent Verbiest, een visserszoon, was als voetballer ver vooruit op zijn tijd. Hij vertikte het om de bal wild weg te rammen, zoals veel verdedigers dat deden. Neen, hij deed zijn ploeg beter voetballen. Een van de eerste opkomende centrale verdedigers in Europa, veelvuldig een-tweetjes uitlokkend als vrije man. Het risico schuwde hij niet. Vele Anderlechtsupporters kregen dikwijls bijna een hartinfarct als hij weer eens een aanvaller dribbelde op de eigen penaltystip. Ook van een beetje show was hij niet vies. Het over het hoofd aaien van de scheidsrechter of het gaan zitten op de bal was hem niet vreemd.

Wijlen Prudent Bettens, boegbeeld van Waregem vertelde mij eens een verhaal over ‘Il Magnifico’, zoals radioman Jan Wauters hem noemde. “De grootste voetballer die ik ooit heb gekend, was Laurent Verbiest, ondanks dat ik door zijn fout van het veld ben gevlogen. Het was een match tussen de juniorenelftallen van Oostende en Waregem. Hij ging op de bal zitten en zei: ‘Zeg belofteke van Waregem, kom de bal maar eens afpakken.’ Ik stormde op hem af en haalde uit, zonder hem te raken, maar ik mocht toch direct gaan douchen.”

‘Lorenzo-Le-Magnifique’ en ‘De Puzze’ waren allebei kustjongens en onafscheidelijk, ondanks het feit dat het tegenpolen waren. Verbiest de serieuze, Puis de kwajongen. Ze kwamen dikwijls samen met de trein naar de trainingen. Laurent liet dikwijls Wilfried de sportzakken dragen, heb ik mij laten vertellen. Puis was een echte linksbuiten, en met slechts één passeerbeweging: steeds in snelheid langs buiten, nooit binnendoor. Al zijn tegenstrevers wisten dat, maar ze tuinden er telkens weer in. Daarop volgde dan een dodelijke center waar Paul Van Himst nog juist de buitenkant van zijn vijfenveertig moest tegen zetten om te scoren. Ontelbare keren hebben ze dat zo geflikt. Wilfried werd ook ‘Chang’ genoemd omdat hij van die spleetoogjes had als hij lachte, een uitvindsel van Jean Plaskie.

Puis was ook altijd te vinden voor een practical joke, samen met zijn drie kompanen Jean Trappeniers, Jean Plaskie en Julien Kialunda. We noemden hen ‘de Vier Musketiers’. Als je hen niet zag of hoorde tijdens een afzondering, dan moest je goed oppassen, want dan stond er vast iets te gebeuren! Telkens ik naar de kust rijd en op het einde van de E40 kom aan het rondpunt van Oostende, de plaats waar Laurent Verbiest zijn dodelijk ongeval heeft gehad, dan denk ik steeds weer aan de twee spitsbroeders die allebei veel te vroeg moesten vertrekken. En dat zal ik blijven doen…

“Kustjongens ‘Lorenzo-Le-Magnifique’ en ‘De Puzze’ waren onafscheidelijk.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content