Drie jaar geleden al hield hij rekening met het einde van zijn carrière, en nu gaat Timmy Simons nóg eens twee jaar in de verlengingen. De doelen zijn scherp afgelijnd: de titel met Club Brugge, het WK in Brazilië met de Rode Duivels. ‘Ik ben op een moment gekomen dat ik zelf wel voel wanneer het moeilijk wordt. Dat gevoel heb ik nog niet.’

Welgekomen!” Timmy Simons kraait het uit van de pret wanneer hij op het door zon en wind gegeselde terras in de West-Vlaamse polders onverhoeds bij de schouders wordt gegrepen door Tom De Sutter, die andere op het oude nest teruggekeerde nieuwkomer.

“Bedankt. Blij hier te zijn, hé. Blij u te zien. Lang geleden.”

“Gisteren al getraind, hoor ik.”

“Ik sta redelijk scherp.”

Dan ernstig: “Ik ben blij.”

“Maar ik ook, zunne.”

Wie had gedacht dat je ooit nog een interview zou geven als speler van Club Brugge. Jij?

Timmy Simons: “Op deze leeftijd niet meer. Ik had wel gehoopt hier ooit terug te keren, in ik weet niet welke functie, tijdens of na mijn carrière.”

Als het waar is wat Vincent Mannaert zegt, dat dit de vierde opeenvolgende transferperiode is dat Club je probeert te strikken, moest het er vroeg of laat wel van komen.

“Er is altijd interesse geweest, niet alleen uit België, ook uit het buitenland. Maar als Nürnberg resoluut njet zegt, hoef je niet eens aan gesprekken te beginnen. Dit keer gaven ze me wel de toestemming om te praten. Club was ook concreet over wat na de carrière mogelijk was en daar kon Nürnberg niet meer in meegaan. De voorgaande keren wel. Toen konden ze me wel altijd hetzelfde bieden. Nu niet.”

Twee jaar geleden wilde Ariël Jacobs je als vervanger van Biglia bij Anderlecht.

“Nogmaals, ik heb altijd het principe gehuldigd: pas als Nürnberg het licht op groen zet, praten we. Ik heb in mijn carrière daardoor wel vaker achteraf pas vernomen dat er interesse was geweest of zelfs een bod op mij was uitgebracht. Clubs hebben het gewaardeerd dat ik altijd die weg heb bewandeld.”

Bij elke stap die je hebt gezet – Club, PSV, Nürnberg en nu weer Club – zei je dat hij onverwacht kwam.

“Ik ben uit Brugge vertrokken toen ik al ruim 28 was. Dan verwacht je niet meer dat een buitenlandse topclub je nog voor zo veel geld komt weghalen. Voor een controlerende middenvelder dan nog, wetende dat je er waarschijnlijk niets meer van terugkrijgt, want ik tekende voor vier jaar en zou als die afliepen 32 zijn. Precies hetzelfde gebeurde toen in mijn laatste jaar bij PSV Nürnberg nog vol voor mij wilde gaan.”

Cursussen in immobiliën

Van jou is vaak gezegd dat bescheidenheid je siert. Oprechte bescheidenheid, of gespeelde?

“Waarom zou hij gespeeld zijn?”

Bijvoorbeeld omdat je een stevige handdruk hebt. Dat verraadt grote zelfverzekerdheid.

“Ik weet wat ik wil en heb doelen in mijn leven. In mijn laatste jaar bij PSV ben ik beginnen na te denken over wat ik na mijn carrière ging doen. Ik ben andere paden gaan bewandelen, met name in de immobiliën. Sinds vierenhalf jaar heb ik een eigen firma, anderhalf jaar geleden ben ik ook in een immobiliënkantoor gestapt. We hebben ondertussen tien kantoren in vastgoedservice over heel België en zijn nu van plan om ook naar de kust te trekken. In Duitsland was ik ook met iets begonnen en dat loopt nu nog.

“Kijk, bij PSV al hield ik er rekening mee dat het mijn laatste jaar kon worden. Ik dacht nog een jaar te spelen en dan in de technische staf van PSV te worden opgenomen of er een functie in de sportieve cel te gaan bekleden. Daarom kwam het aanbod van Nürnberg zo onverwacht. Zoals het er nu naar uitziet, heb ik mijn carrière door die stap met vier of vijf jaar kunnen verlengen.

“Ik heb in Duitsland cursussen gevolgd via afstandsonderwijs, in immobiliën en zo. Dat ben ik nu in België opnieuw van plan. Ik wil me constant bijscholen. Ik ben niet iemand die op zijn 36e zegt dat hij niets meer te leren heeft. Zelfs niet als voetballer, want elke trainer brengt weer nieuwe ideeën of nuances aan. Dus mijn handdruk… (lacht) Die is altijd stevig geweest. Ik ken mijn kwaliteiten en ben van nature geen schreeuwer. Maar het is niet omdat ik geen blabla verkoop, dat ik geen mening heb. Ik neem altijd mijn verantwoordelijkheid op.”

Stoort het je bescheiden te worden genoemd?

“Nee, ik heb nu eenmaal andere interesses in het leven dan een mooie auto. Immobiliën zijn mijn passie naast het voetbal. Ik héb een mooie auto, maar dat is voor de familie. Ik ben daar nogal func-tioneel in. Ik drink wel graag een glas wijn en durf op restaurant al eens ietske meer uit te geven, maar dat zien de mensen niet.”

De ziel van Club

Hoe verklaar je die drie jaar bij Nürnberg en nu deze transfer naar Club, in de wetenschap dat PSV op het eind nog slechts een wisselspeler in je zag?

“Tja, ik zou het niet weten. Als een trainer vindt dat hij een ander type nodig heeft op die positie, dan kan je daar niets aan doen. Ook al heb je kwaliteiten die in het verleden wél bleken te volstaan. Zoiets moet je accepteren, hoe moeilijk dat ook is. Maar dat wil niet zeggen dat je bij de pakken moet gaan zitten en niet moet proberen voor jezelf het onderste uit de kan te halen en te laten zien: hé, ik ben hier ook nog!”

Fred Rutten, je trainer toen bij PSV, vond je te veel een wijkende middenvelder geworden om je mindere snelheid te camoufleren. Houdt die uitleg steek?

“Weet ik niet. Hij wilde een andere invulling van die rol en heeft Engelaar op die positie gezet. En Afellay. Mensen met meer voetballende kwaliteiten en drang naar voren.”

Hoe zit het met je snelheid vandaag, drie jaar later?

(lacht) “Je moet ze op peil houden, anders gaat het snel.”

Heb je meer moeite om de voetballer te blijven die je was?

“Eigenlijk niet. Ik weet perfect wat ik nodig heb en waarop ik moet letten. Als je mijn statistieken in Duitsland bekijkt…”

In welke rol speelde je bij Nürnberg?

“In een controlerende rol. Ik moest de stabiele factor zijn in de ploeg en de organisatie bewaken, iets wat de voorgaande jaren een probleem was geweest. Dat wordt ook mijn rol hier. Controle houden, veel praten, jongens bijsturen.”

Als controlerende middenvelder of als centrumverdediger?

“Als controlerende middenvelder. De trainer ziet me, denk ik, meer als middenvelder dan als centrale verdediger.”

Vincent Mannaert noemde je ‘een rolmodel in de kleedkamer’. Hij zei het zo nadrukkelijk dat hij haast leek te vergeten dat je ook nog een voetballer bent.

“Dat heb ik niet zo ervaren. Het is een aspect dat erbij komt. Als je iemand kan halen van wie je zeker bent dat hij zijn ding doet op het veld, maar die ernaast ook nog een surplus kan brengen, dan is dat toch mooi meegenomen?”

Wat is het probleem met de Brugse kleedkamer?

“Weet ik niet. Ik heb Brugge maar van een afstand gevolgd. Met het verleden ben ik niets. Wat wij acht jaar geleden hebben gepresteerd, is ook geen garantie dat het nu opnieuw lukt.”

Het lijkt er wel op dat men dat bij Club óók heeft gedacht. Je bent ook ‘een prijzenpakker’ genoemd, verwijzend naar de titels die je met Club won en die tot op vandaag de laatste zijn geweest, op een beker na in 2007.

“Elk seizoen begint vanaf nul. We moeten ook niet praten over waar we over acht maanden zullen staan. Nee, alleen de eerstvolgende wedstrijd telt. Het is goed dat ze mensen terughalen met een hart voor de club en die goede resultaten hebben behaald in het verleden, zoals ook Philippe(Clement, nvdr). Dat betekent toch dat ze de ziel van deze club willen behouden. Dat lukt niet van vandaag op morgen, maar de intentie is er wel. Het gevóél alleen al dat het hiermee kan lukken, is veel waard. Ergens positief in staan kan dat extra percentje geven om te geloven dat je elke wedstrijd kan winnen.”

Sinds Bart Verhaeghe de club kocht, is het een komen en gaan van spelers, trainers en medewerkers, zonder resultaten en met opstandige supporters als gevolg.

“Zoals gezegd: ik heb het maar van een afstand gevolgd. Randzaken interesseren me niet. Ik focus me op wat voor mij het belangrijkste is: de volgende wedstrijd winnen. Heel cliché, ik weet het, maar dat we daar maar eens mee beginnen.”

Totaal geen afgunst

Wat is het geheim van een lange carrière?

“Ik zou zeggen: een beetje geluk hebben. Geen zware blessures ook. En veeleisend zijn voor jezelf. Doelen stellen en daar opofferingen voor doen.”

Van Timmy Simons wordt gezegd dat hij maniakaal met zijn lichaam bezig is.

(onderbreekt) “Maniakaal… dat is overdreven. Noem het bewust. Bewust leven. Veel slapen, veel water drinken, veel pasta eten. De normale dingen die je als sporter zou moeten doen. Dat vereist opofferingen. ’s Middags anderhalf uur in je bed kruipen, ook als de kindjes vragen: papa, wat gaan we doen? Dat zien de mensen niet. Het is allemaal mooi, die anderhalf uur op het veld, maar er komt veel meer bij kijken. Het komt echt niet vanzelf.”

Vreemd toch dat uitgerekend een even grote maniak als jij, Vincent Kompany, zo veel ergernis bij jou en je generatiegenoten in de nationale ploeg opriep wegens zijn zogezegde nonchalance.

“Vraag eens aan die gasten of het mij heeft gestoord. Ieder vult zijn gedrevenheid in op zijn manier. Dat kan wel eens botsen, maar daar is niets mis mee. Als ik een probleem heb, mag ik dat toch op tafel gooien? Dat mogen zij trouwens ook. Ieder heeft zijn mening en daar moet je respect voor hebben. Ik kan nog altijd met die gasten door één deur. De verstandhouding tussen Vincent en mij is prima. Hij heeft ook stappen gezet. Trouwens, als ik terugdenk aan de tijd dat ik achttien, negentien was: veel verschilden we niet, hoor. (lacht) Ik heb ook alles meegemaakt, vergis je niet, maar met mate. Wijsheid komt met de jaren, zo is het ook bij mij gegaan.”

Samen met Daniel Van Buyten heb je je als enige uit de vorige generatie gehandhaafd tussen het jonge geweld. Hoe leg je dat uit?

“Ik geniet ervan met die gasten te trainen. Die zijn zó goed, hebben zó veel kwaliteit. Fe-no-me-naal! Bij sommigen zorgt dat voor afgunst, maar dat voel ik totaal niet.”

Dick Advocaat liet je vallen, maar ook onder Marc Wilmots speel je niet. Wat is het verschil?

“Mijn rol is gewoon anders. De stabiele factor zijn. De doelen bewaken en proberen de kar te trekken. Hoe? Dan moet ik in detail treden en dat wil ik niet. Wat in een kleedkamer of in een groep wordt gezegd, moet daar blijven. Dat ik er nog bij ben, wil zeggen dat ik nog word geaccepteerd in mijn rol door de groep. Mochten er ooit conflicten zijn geweest, zoals het wel eens is voorgesteld, zou dat niet lang duren.”

Advocaat schoof je aan de kant, onder Leekens speelde je plots weer alles, en bij Wilmots is het iets ertussen: je bent erbij, maar speelt niet. De oude aanvoerder is een figurant nu.

“Je moet zien in welke periode van mijn carrière dit allemaal is gebeurd: op het einde. Gebeurt dit in het begin, dan heb je een probleem. Nu kon ik het plaatsen. Ik heb van Advocaat altijd gezegd dat hij de juiste man op de juiste plaats was en daar blijf ik bij. Uit zijn aanstelling hebben we veel geleerd, of ik nu speelde of niet. Advocaat had als buitenstaander schijt aan alles in ons landje. Taalgrens, jong, oud: het interesseerde hem geen bal. Alleen: kwaliteit. Hij wist waar hij naartoe wilde en daar moest alles voor wijken. Daar borduren we nog altijd op voort. Chapeau voor de bond dat die dat heeft ingezien en heeft geïnvesteerd in de randvoorwaarden.”

Kan je begrijpen dat je niet in zijn plannen paste?

“Waarom niet? Het was hard, maar iedere trainer heeft recht op zijn mening. Moet ik dan staan janken? Het is zoals bij Fred Rutten: als iemand een ander idee heeft over de invulling van een positie, moet je daar niet over gaan discussiëren. Maar ik heb wel gezegd dat ik zelf zou bepalen wanneer ik de deur dichttrek. En dat ik klaar zou staan de dag dat er iets gebeurt. Ik ben op een moment gekomen dat ik zelf wel voel wanneer het moeilijk wordt. Dat gevoel heb ik nog niet.”

Afspraak met PSV

Wat hebben acht jaar in het buitenland je geleerd over het leven?

“Dat je heel flexibel moet zijn als voetballer. In mijn laatste jaar bij Club hadden we grond gekocht in de buurt van Brugge vanuit het idee: hier blijf ik, we gaan bouwen. Drie maanden later was de deal rond met PSV. Daar krèk hetzelfde verhaal. Vijf jaar gespeeld, na het derde seizoen grond gekocht in Mol, gebouwd, net klaar: Nürnberg komt. In Nürnberg firma’s opgericht met de bedoeling ginder iets op te starten, en weer veranderde de situatie.”

Zou je niet meer naar België zijn teruggekeerd?

“Die mogelijkheid bestond, ja. Waarom niet? Dat had dan afgehangen van de kinderen. Als zij hadden gezegd: papa, we voelen ons hier goed, was het voor ons geen probleem geweest om te blijven. Maar ik moet er wel bij zeggen: toen ik vertelde dat we terug konden komen, sprongen ze zó hoog. Die reactie had ik echt moeten filmen. Daarom hebben we gezegd: nu gaan we er vol voor.”

Toen je naar Nürnberg vertrok, was het de bedoeling om na je actieve carrière naar PSV terug te keren in een andere functie. Dat stond zelfs zwart op wit op papier. Wat is die afspraak nu nog waard?

“Het staat nog altijd op papier. We zullen moeten bekijken wat we daar nu mee gaan doen. Alles is vluchtig in het voetbal.”

Bij Club kreeg je óók de belofte op een job na je carrière.

(lacht) “Het is de bedoeling dat we ons hier settelen. Er stond wel iets op papier met PSV, maar zo concreet als bij Club was het niet. Kijk, je moet je ook verzekeren van een toekomst. Daarom ben ik vier jaar geleden zelf iets begonnen. Dus als ik in een project stap, moet het een goed project zijn, met een goede filosofie erachter ook en dat heb ik hier gevonden. Anders kan ik ook mijn eigen weg gaan. Ik ben niet afhankelijk van het voetbal, dat is mijn voordeel.”

Wat is het mooiste compliment dat je in vijftien jaar profvoetbal hebt gekregen?

“Dat ik mezelf ben gebleven. En dat het naturel is en niet gespeeld. Ik ben altijd open geweest in mijn communicatie. Als ik ergens mee zit, probeer ik het intern te bespreken. Als het dan toch naar buiten komt, zal het niet van mij zijn. Je krijgt dan het stempel ‘saai’ of ‘heeft geen mening’, maar ik kan ook een boek schrijven, hoor.” (lacht)

DOOR JAN HAUSPIE – BEELDEN: KOEN BAUTERS

“We moeten niet praten over waar we over acht maanden zullen staan. Alleen de eerstvolgende wedstrijd telt.”

“Advocaat was de juiste man op de juiste plaats, of ik nu speelde of niet. Daar blijf ik bij.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content