Serviër, geboren op 5 maart 1982 in Uzice. 1.76 meter – 73 kg. Profiel: de modelprof.

Profiel: de modelprof.

M ilos Maric: “Voor elke training kom ik een paar uurtjes vroeger naar de club. Gewoon om wat te stretchen of om spierversterkende oefeningen te doen. Ik doe dat omdat ik me daar goed bij voel. Als anderen dat niet doen, dan heb ik daar geen enkel probleem mee. Maar voetbal is mijn beroep, dus ik vind het normaal. Het hoort erbij. Ik let daarom ook erg op mijn voeding. Nochtans is dat voor mij niet altijd even eenvoudig. Ik ben vrijgezel, dus ik moet zelf zorgen dat er eten op tafel komt. Ik ga meestal ergens eten. In het begin was het zoeken hier in Gent. Maar nu ken ik de plekjes waar ik terechtkan voor een gezonde maaltijd.

“Dat ik zo bewust met mijn vak bezig ben, betekent niet dat ik ook zo ernstig in het leven sta. Vergis je niet, ik ben een heel ander iemand buiten het voetbal. Ik ben 26 jaar, het zou jammer zijn mocht ik me zo nu en dan niet kunnen amuseren. Ik kijk bijvoorbeeld graag tv, vooral sport dan. Wedstrijden van mijn landgenoot Novak Djokovic probeer ik altijd te volgen. Ik heb hem nooit persoonlijk ontmoet, maar ik hou erg van zijn stijl. Knokken en zwoegen, best vergelijkbaar met die van mij dus. Ik hou er ook heel erg van om met vrienden een koffietje te drinken. Op die momenten ben ik heel ontspannen, dan kan ik helemaal mezelf zijn. Dan lach ik en maak ik grappen. Als ik daarentegen nieuwe mensen ontmoet, duurt het meestal even voor het ijs gebroken is. Ik neem mensen niet zomaar in vertrouwen. Daar gaat wat tijd over. Ik ga nochtans nooit een gesprek uit de weg, niet met journalisten en niet met supporters. Ik voel dat de supporters me respecteren. Dat meen ik echt. Ze blijven ons steunen ook na een verloren wedstrijd. Ik wil hen zoveel mogelijk teruggeven.

“Ik ben nog nooit in mijn carrière ergens aanvoerder geweest. Niet als jeugdspelertje en niet in het eerste elftal. Een echte leider ben ik niet. Voor de wedstrijd zal ik nooit het hoge woord voeren in de kleedkamer. Dan roep ik hoogstens een keer ‘Come on, guys!’. Meer niet. Ik probeer wel een voorbeeld te zijn. Door voorop te gaan in de strijd pep ik mijn ploegmaats op. Dat is mijn manier van motiveren. Ik ben een man van daden, niet van woorden. Zelfs in een wedstrijdje op training geef ik me helemaal. Ik speel alsof het mijn laatste wedstrijd is. Elke keer opnieuw.

“Ik haat verliezen. Al mijn hele carrière lang. Ik ben nog steeds dezelfde speler als toen ik begon met voetballen, behalve dat ik toen als spits speelde. Inzet en volle overgave, dat is altijd al mijn kenmerk geweest. Soms geeft dat problemen. Ik probeer respect op te brengen voor scheidsrechters, maar dat is niet altijd te verzoenen met mijn drang om te winnen. Ik heb het nooit persoonlijk op de referee gemunt, maar af en toe ga ik te veel op in de situatie. Ik voel me dan oneerlijk behandeld en daar kan ik absoluut niet tegen. Niet op het veld en niet daarbuiten. Zulke dingen probeer ik wel te vermijden. Ik leef zoals ik speel. Rechttoe rechtaan. Ik denk niet ver vooruit en sta ook niet lang stil bij dingen die gebeurd zijn. Ik pluk gewoon de dag.” S

door jan-pieter de vlieger

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content