Komend weekend begint de Italiaanse competitie, maar op het veld komen steeds minder Italianen in actie.

Het is al meer dan twee jaar geleden dat het Italië van bondscoach Roberto Mancini nog eens verloor. De laatste keer dat dat gebeurde, was op 10 september 2018 tegen Portugal.

Nochtans kan de Italiaanse bondscoach uit een minder uitgebreid aanbod kiezen dan zijn voorgangers. Het aantal Italiaanse, en dus voor de Squadra beschikbare spelers in de Serie A loopt, net als in andere competities, van jaar tot jaar terug. Volgens het in sportdata gespecialiseerde bedrijf Retexo bedroeg het percentage eigen opgestelde spelers in de hoogste Italiaanse klasse vorig seizoen 39,5 procent.

De enige topcompetitie waar eigen volk nog minder aan bod komt, is de Premier League, met slechts 37 procent Britten. De Spaanse Liga bracht afgelopen seizoen60 procent eigen spelers in lijn, de Franse Ligue 1 53 procent en de Bundesliga 43,7 procent.

Het maakt dat Mancini aanvankelijk ging vissen bij voetballers die amper eersteklasse-ervaring hadden, met name Nicolò Zaniolo en Sandro Tonali, inmiddels vaste waarden in de A-selectie.

Van de Italianen die vorig seizoen in de Serie A aan spelen toe kwamen, waren er 44 (ofte 20 procent) afkomstig uit Lombardije. Als je nagaat bij welke Italiaanse eersteklassers ze hun opleiding kregen, komen ook daar de clubs uit die noordelijke regio naar boven. Atalanta Bergamo bracht het afgelopen seizoen gemiddeld slechts één of twee Italianen aan de aftrap, maar blijft ‘hofleverancier’ van de Serie A met 7,8 procent van de 216 Italianen die in de competitie speelminuten kregen. AC Milan komt op de tweede plaats met 14 spelers, goed voor 6,4 procent.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content