Minder (tegen)goals

© belgaimage

De derde titel van Pep Guardiola bij Manchester City is slechts een voorproefje op het grote werk: de finale van de Champions League. Ook daar zal de Catalaan zweren bij zijn waiting and passing game.

De derde titel in vier seizoenen met Manchester City betekent een negende titel als trainer voor Pep Guardiola; eerder lukte hem dat met Barcelona en Bayern München. Netjes verdeeld dus: overal werd hij drie keer kampioen. El Noi de Santpedor (letterlijk de jongen van Santpedor) blijft het in de vingers hebben. Veertien prijzen met Barça, zeven met Bayern, nu de tiende met City. En daar kan een elfde bijkomen: de Champions League. Bij Bayern won zijn voorganger die prijs, én zijn opvolger; in de ogen van sommige trainers heeft Pep daarom in Beieren gefaald. Met City kan hij dat in Istanbul goedmaken.

Het vertrek van Vincent Kompany lijkt eindelijk gecompenseerd.

De 0-2 van anderhalve week geleden bij Crystal Palace was goed voor wat records: een evenaring van eentje dat al onder Guardiola werd behaald: 11 uitzeges op rij. Er volgen dit seizoen nog uitwedstrijden bij Newcastle en Brighton, dat kan dus nog scherper. De 0-2 liftte het aantal goals dat City onder Guardiola maakte ook naar 700, alle competities door mekaar, in 288 wedstrijden. Ter vergelijking (al speelden niet alle ploegen evenveel wedstrijden): Liverpool kwam sinds 2016 aan 543 doelpunten, Tottenham aan 532, Arsenal aan 522. Kortom: City staat onder Guardiola garant voor veel goals. Ook in de competitie. In zijn eerste seizoen waren dat er tachtig – City eindigde toen derde, na Chelsea en Tottenham. In zijn tweede seizoen werd de ploeg kampioen met 106 doelpunten, in het derde met 95, en vorig seizoen was City de vicekampioen met 102 treffers. Telkens, en dat zorgde in de stad voor veel vreugde, eindigde hij boven stadsgenoot United.

Geduld

Dit seizoen werd een ander City kampioen. Een geduldiger City, dat zelf minder scoorde. Op dit moment slechts 71 keer, met nog vier competitiewedstrijden te gaan. Het kán dat die tachtig doelpunten van zijn eerste seizoen nog worden achterhaald, maar het is niet zo vanzelfsprekend.

City is een ploeg geworden van balbezit en geduld. Dat werkte de voorbije wintermaanden goed in de eigen competitie en Guardiola trok dat dit voorjaar door naar de Champions League. Geen overdonderend voetbal meer zoals vroeger, maar geduld. The waiting game. The passing game.

The Athletic maakte na de winst bij Aston Villa, waar City net als in Parijs later geduldig opbouwde en een achterstand omzette in winst, een balans op. Vijftien passes meer in de Midlands en City had daar al de kaap van 20.000 passes (in 32 competitiewedstrijden) gerond. Chelsea, dat onder ThomasTuchel ook anders is gaan voetballen, haalde over dezelfde periode 17.823 passen, Liverpool 17.562. Met 15.195 passes zie je ook hoe anders Manchester United voetbalt en aan de 14.151 van Arsenal hoe ver Mikel Arteta nog af is van zijn leermeester. Met passes en op balbezit probeert het City van Guardiola de tegenstander af te matten. Snel druk, snel recupereren, en dan tikken, tot er een gaatje is, of de tegenstand het niet meer kan belopen.

Het maakt City wat saaier, het kostte sommige spelers in het beslissende deel van de competitie, nu Guardiola minder roteert, ook speelminuten. Raheem Sterling is daar een goed voorbeeld van. Tot begin maart bezig aan een uitstekend seizoen, met een paar pieken: 5 goals en 2 assists in acht wedstrijden in oktober, zes goals en twee assists in negen wedstrijden in januari-februari. Maar de laatste weken bankzitter, of basisspeler als de ‘B-ploeg’ even moet overnemen, net voor Europese opdrachten. Dan zagen we ook Sergio Agüero, en Ferran Torres. Reden: Sterling is, vanwege zijn voetbal, met voorsprong de man met het grootste aantal keer balverlies. Nummer twee in de rij, spelmaker Kevin De Bruyne, volgt op ruime afstand. Wil je de passing game tot in de details uitwerken, dan heb je niet zoveel aan een dribbelaar, of iemand die met zijn snelheid kan uitpakken.

Het zijn de keuzes die Pep maakte. Liever zonder negen op zo’n moment, dan mét. Liever Riyad Mahrez in de beslissende fase dan Sterling. Liever Phil Foden en Bernardo Silva, dan Gabriel Jesus of Agüero. Zelfs al creëer je dan minder kansen of worden die minder efficiënt afgewerkt. Je bent wel minder afhankelijk van één pion. Een Bayern zonder Robert Lewandowski bleek kwetsbaar. City kon het dit seizoen zonder iedereen afzonderlijk. Zelfs zonder De Bruyne.

Defensieve stabiliteit

Achteraf bekeken kun je stellen dat 27 september 2020 een cruciale dag was in het seizoen van City. Die zondag gebeurden twee dingen: In Portugal maakte Benfica bekend dat Rúben Dias naar City zou verhuizen. De zoveelste centrale verdediger die Guardiola kocht, lachten velen, en nóg heeft hij een lekkende defensie. Diezelfde dag maakte Leicester City in de omschakeling immers brandhout van de ploeg. Tielemans en co kwamen in het Etihad winnen met 2-5: het balbezit (72 procent) was voor City, de goals voor de bezoekers, die gretig profiteerden van de hoge druk die City zette en – eens de ploeg van Brendan Rodgers zich uit de omknelling had gevoetbald – van de kwetsbaarheid van de defensie. Nathan Aké en Eric García moesten die middag het centrum bewaken. Aymeric Laporte zat op de bank, John Stones was out, Dias nog niet gearriveerd.

De Portugees bleek de missing link, Guardiola haalde Stones uit een dal, terwijl Laporte een goeie derde man bleek. Met Rodri en Ilkay Gündogan werd het middenveld dichtgetimmerd, en op rechts kreeg Kyle Walker een behoudende rol. Alleen de linkerflank – Oleksandr Zintsjenko en João Cancelo – trok in balbezit vaak naar voren. Dat, én de keuze voor balbezit maakte dat de xg against – het aantal doelkansen dat de ploeg weggaf – fors naar beneden ging. Was dat tegen Leicester nog 2,6 en tegen Leeds twee weken later 1,7, dan zou dat de maanden erna zelden boven de 1 uitstijgen en meestal zelfs fors eronder blijven. Ederson moest de voorbije maanden dan ook steeds minder tussenbeide komen. City scoorde minder, maar liet ook minder binnen. Die cijfers onder Guardiola van de voorbije vijf seizoenen zijn: 39-27-23-35-24. Het vertrek van Vincent Kompany, twee seizoenen geleden, lijkt eindelijk gecompenseerd.

Minder (tegen)goals

Koopwoede

Pep Guardiola koopt zijn titels op de transfermarkt.’ Is dat de reden voor het succes? Daar hebben zijn critici een punt, blijkt uit onderstaande tabel. We hebben, op basis van gegevens van Transfermarkt, de deals van vier topploegen de voorbije vijf jaar (van 2016 tot 2021) opgelijst: inkomsten uit transfers, uitgaven op die markt en het totaal. Chelsea spendeerde, ondanks één transferverbod, bijna evenveel als City, maar puurde ook bijna dubbel zoveel inkomsten uit uitgaande transfers.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content