Begin september ‘voorspelde’ ik dat elk punt dat debutant AA Gent in de poules van de Champions League zou behalen niet meer of minder dan een mirakel zou zijn. De teller staat inmiddels op zeven en kan tot tien oplopen. De drie punten behaald in Lyon waren echt wonderbaarlijk, maar zelfs dan is het ene mirakel na het andere geen mirakel meer.

Er moeten dus echte oorzaken te vinden zijn voor deze uitermate succesrijke Europese campagne van de Buffalo’s. Om te beginnen mogen we die bij henzelf zoeken. Hein Vanhaezebrouck en zijn spelers presteerden tot nu toe boven verwachting. Nog voor de laatste wedstrijd verzekerde blauw-wit zich van een doorstart in de Europa League en een plaats bij de laatste zestien van de Champions League behoort nog tot de mogelijkheden.

Een debutant op het miljoenenbal haalt slechts uitzonderlijk de knock-outfase. Slechts vier teams slaagden daar de jongste tien seizoenen in en geen enkel kwam uit een kleinere competitie. De club van voorzitter Ivan De Witte zou ook pas de tweede Belgische formatie zijn die de volgende ronde bereikt, na het Anderlecht van Aimé Anthuenis vijftien jaar geleden.

AA Gent kwam de voorbije maanden sterker dan verwacht voor de dag op de internationale scène. De eerlijkheid gebiedt ook te zeggen dat de tegenstanders zwakker uitvielen dan aangekondigd. Dat kan afgeleid worden uit hun resultaten in de nationale competities. Zenit en Lyon staan pas vierde in eigen land. Valencia is zelfs pas negende.

Bovendien is het deelnemersveld verzwakt sinds de invoering in 2009 van het kampioenenspoor in de kwalificatiefase. De helft van de teams die via de voorronde een toegangsbewijs afdwingen, is sindsdien een landskampioen die meestal minder sterk is dan de nummers vier van de topliga’s.

Veel ploegen uit de B-competities zijn er echter in geslaagd de kloof met de absolute top te verkleinen. De prestaties van AA Gent zijn immers minder uitzonderlijk dan op het eerste gezicht lijkt. PSV verzamelde ook al zeven punten, het Wit-Russische BATE Borisov staat op vier en Malmö, Dinamo Zagreb en FC Astana (de Kazachen verloren geen enkele thuismatch) op drie. Alleen Maccabi Tel Aviv blijft na vijf speeldagen met lege handen achter.

Nogal wat ploegen uit de ‘Big 5’ scoren daarentegen ondermaats: Arsenal 6 punten, AS Roma en Borussia Mönchengladbach 5, FC Sevilla 3 en Lyon 1. Dat veel topteams onder de verwachtingen blijven, kan je ook vaststellen in de nationale competities. Real Madrid telt nog een aantal ‘galácticos‘, maar het team van Rafa Benítez is geenszins vergelijkbaar met de ‘buitenaardsen’ van enkele jaren geleden. Buur Atlético Madrid oogt ook wat minder. Ook subtoppers als Valencia en FC Sevilla beleven een terugval.

De Engelse ploegen stellen, ondanks de steeds hogere tv-inkomsten, internationaal al enkele jaren teleur. Manchester United is nog slechts de vertraagde filmversie van het sterrenensemble van Sir Alex Ferguson en dreigt voor de derde keer in twintig jaar in de eerste ronde te sneuvelen. Arsenal presteert onregelmatiger dan ooit, met nederlagen tegen Dinamo Zagreb en Olympiacos. Regerend kampioen Chelsea is Europees nog niet op het droge en bungelt in de Premier League maar net boven de degradatiezone. Manchester City mag eindelijk eens verder dansen op het kampioenenbal, maar het oogt nog steeds kwetsbaar op het hoogste podium. Terwijl de Oude Dame in de Serie A de heenronde compleet miste.

Zijn er redenen voor de mindere prestaties van de topploegen? Een aantal topclubs wordt op een bedenkelijke manier gerund, maar dat was in het verleden evenzeer het geval.

Er is één nieuwigheid: financiële fair play. FFP werkt. De financiële restricties en de verplichtingen om in de Europese kern zelf opgeleide spelers op te nemen hebben een gelijker speelveld gecreëerd. Onder meer ook omdat de prijzenpot voor de clubs uit de kleinere landen (onder andere via de Europa League) werd opgetrokken.

Drie clubs lijken te ontsnappen aan deze evolutie. Om te beginnen Paris Saint-Germain, dat de Franse competitie overvleugelt. Maar wat betekent dat? De voorbije weken maakten AA Gent en Anderlecht duidelijk dat op PSG na de Ligue 1 niet echt sterker is dan onze Jupiler League.

Bayern München en Barcelona steken als enige clubs echt boven het Europese maaiveld uit. Ondanks FFP. Beide clubs hebben veel zelf opgeleide spelers in hun rangen en zijn minder afhankelijk van dure transfers. Zonde dan ook dat de UEFA de regels van financiële fair play aan het afbouwen is.

DOOR FRANÇOIS COLIN

Europese successen AA Gent tonen aan dat FFP werkt.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content