Sinds 14 augustus 2014 is Florent Ibenge de bondscoach van de nationale ploeg van de Democratische Republiek Congo. Op de meest recente Afrika Cup behaalde hij met de Luipaarden een knappe derde plaats. Hij spreekt over de realiteit van het Congolese voetbal en de moeilijkheden die hij ondervindt met het Belgische bestel.

De druk op uw schouders is erg hoog, want het hele volk verwacht dat Congo zich kwalificeert voor het komende WK.

FLORENT IBENGE: ‘Een van de moeilijkste zaken waar ik mee geconfronteerd word, vind ik om verandering te brengen in de mentaliteit. Volgens vele Congolezen moeten we nog het voetbal van vroeger spelen en op het Zaïre van 1974 gelijken, ofwel juist op het Barça van nu. Als ik twee moderne balveroveraars op het middenveld opstel, dan verwijt men mij dat ik met twee ‘afbrekers’ speel, terwijl Duitsland wereldkampioen geworden is met drie zulke spelers. De Congolezen blijven vasthouden aan het roemrijke verleden. Als we morgen tegen België spelen, dat tweede staat op de FIFA-ranking, dan kan men zich niet voorstellen dat we verliezen van een land dat niet eens zo groot is als een van onze provincies. Nochtans is de infrastructuur hier niet te vergelijken met die in een land als het uwe. Daarentegen heb ik nooit zo veel talent gezien als in de straten van ons land. Er zou gewoon wat begeleiding moeten zijn.’

Gaat het de goede kant op met het Congolese voetbal?

FLORENT IBENGE: ‘Ja, ook al kampen we nog met heel wat moeilijkheden. Toen we afgelopen juni naar Bergen kwamen om er tegen Kameroen te spelen, had mijn staf visumproblemen. We zijn dus zonder kine of materiaalman afgereisd. Cédric Mongongu, die bij de nationale ploeg van Frankrijk had kunnen zitten, heeft toen als ballenjongen gediend. Mijn spelers weten dat ze bij de nationale ploeg van Congo niet dezelfde faciliteiten zullen hebben als bij hun club. Sommigen klaagden al over de kamers. Wel, ik heb hen gezegd dat ze een spuitbus moeten nemen om de muggen te doden, dat is toch niet het eind van de wereld!’

Hoe is de verstandhouding met de Belgische clubs die een of meerdere Luipaarden in hun rangen tellen?

FLORENT IBENGE: ‘Die is niet makkelijk. Er is nog altijd een zeker misprijzen. Vorige winter had ik een aanvaring met Besnik Hasi omdat die Fabrice N’Sakala niet wilde vrijgeven voor de Afrika Cup. De coach van Anderlecht vertelde me dat hij verdedigers te kort had, maar wat zou hij gezegd hebben als het Frankrijk was dat hem wilde? Hij werd opgeroepen voor de Afrika Cup, niet om op vakantie te gaan. Christian Kabasele van Genk moest zogezegd rust nemen toen hij werd opgeroepen voor een vriendschappelijke wedstrijd. Maar Neeskens Kebano moest in Charleroi wel met inspuitingen spelen. Waartoe dient zoiets? Wil men zijn carrière inkorten? Ik begrijp het allemaal niet zo goed.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content