Terend op een ijzersterke thuisreputatie hoopt Zulte Waregem komend weekend Club Brugge een voetje te lichten. Karel D’Haene is er klaar voor. ‘Ons seizoen is helemaal niet grijs en kleurloos.’

AA Gent en Anderlecht gingen in de terugronde al onderuit in het Regenboogstadion en ongetwijfeld heeft coach Francky Dury ook een speciaal tactisch plan in petto om de fel geplaagde troepen van Jacky Mathijssen punten te ontfutselen. SV Zulte Waregem wil die zevende plaats en is daarvoor in een felle strijd verwikkeld met Westerlo en RC Genk. Een eventuele zege tegen de bekerwinnaar moet die ambitie onderstrepen. “Als je puur en alleen naar de budgettaire mogelijkheden kijkt van de ploegen die voor ons staan – seizoensrevelatie Cercle Brugge eventjes buiten beschouwing gelaten -, dan mogen we tevreden zijn”, oppert Karel D’Haene (27). “De meeste teams beschikken ook over meer kwaliteiten, louter voetballend bekeken. Maar wij zijn in alle rust en sereniteit toch aan een goed seizoen bezig ( grijnst). Alleen die onnodige bekeruitschakeling tegen KV Kortrijk, waar we duidelijk werden overklast, ligt me nog op de maag. Een gemiste kans, door de rivaliteit in de streek en voor de fans. Bij een echte Waregemnaar zinderde die nederlaag nog lang na, want we leden daar zwaar gezichtsverlies. Zo’n duel leeft meer en blijft belangrijker dan een topper tegen Anderlecht. Maar voor de rest is ons seizoen helemaal niet grijs en kleurloos, zoals soms wordt gezegd. Misschien brengen we wekelijks niet het meest sprankelende voetbal, maar de punten liegen nooit. Wij zijn een heel moeilijk te ontwrichten geheel en kiezen voor een stevige organisatie. Alleen moeten daarvoor de elf basisspelers 100 procent zijn. Valt er één schakel weg, dan worden we kwetsbaar. Dat is een vaststelling, maar ook een les voor de toekomst. Zulte Waregem moet op termijn een stabiele middenmoter kunnen worden die, met veel jeugdig enthousiasme, elk jaar probleemloos tussen de zesde en twaalfde plaats moet eindigen. Onze trainer streeft naar 45 punten en een plaats in de linkerkolom. Dat moet zeker mogelijk zijn!”

Vertekend beeld

De competitiestart verliep echter in mineur, met nederlagen tegen Standard (1-4) en Cercle Brugge (2-0). Dat was ook even slikken voor de centrale verdediger, die door blessureleed beide partijen niet meemaakte. “We gingen tweemaal kansloos onderuit”, herinnert D’Haene zich. “Ik vreesde net als Stijn Meert eventjes voor een moeilijk seizoen. Gelukkig bleek Cercle geen juiste waardemeter en gaf dat een vertekend beeld. De weken daarop konden we redelijk vlot wat punten sprokkelen tegen Westerlo, AA Gent, Germinal Beerschot en op Anderlecht. Behoorlijk zware dobbers, maar onze karaktersterkte en blokvorming kwamen daar voor het eerst naar boven. Daardoor verdwenen ook de eerste twijfels en keerde de rust terug in de ploeg.”

Zulte Waregem onderging in het tussenseizoen, door het vertrek van de dertigers Stefan Leleu, Tjörven De Brul en Tony Sergeant, een serieuze verjongingskuur. Onbekende voetballers als Khalifa Sankaré, David Triantafillidis, Mbaye Leye en Nikica Jelavic werden in staat geacht de fakkel probleemloos over te nemen. “Ik maakte me daar ook weinig zorgen over”, stelt de Waregemnaar. “Na onze veertiende plaats van vorig seizoen kon het alleen maar beter gaan. Qua ervaring hadden we trouwens nog Geert De Vlieger, Matthieu Verschuere en Frédéric Dindeleux achter de hand. Die puzzel moet in elkaar passen, hé ( grijnst). De integratieperiode van de meeste nieuwkomers bleef beperkt. Leye is dé aangename revelatie, iemand die bijzonder complexloos het voortouw nam. Een heel goeie speler. Eigenlijk heeft hij alles: techniek, snelheid, kracht, sterk met het hoofd én scorend vermogen. Op de flank is Mbaye, door zijn explosiviteit en acties, het gevaarlijkst. Ik was verrast, want vorig seizoen was hij op training eens komen testen. Vrij onopvallend, hij kon me toen helemaal niet overtuigen. Achteraf bekeken waren dat natuurlijk ook niet de meest ideale omstandigheden: hij kende niemand, moest trainen op een slecht veld en oogde wat schuchter. Die indruk bevestigde Mbaye tijdens de voorbereiding: heel wisselvallig, weinig speciaals, hij stak er niet bovenuit. Maar de laatste maanden bloeide hij hier helemaal open, werd hij de spits mét meerwaarde, door zijn goals én assists. Hij is gewoon belangrijk voor ons, eigenlijk zelfs onmisbaar. De clubleiding zal alert moeten zijn om te verhinderen dat hij hier straks vertrekt. Mbaye is verstandig genoeg om te weten wat voor hem het beste zal zijn.”

En dat terwijl Jelavic, met een transfersom van 500.000 euro de duurste aankoop uit de clubgeschiedenis, zwaar tegenvalt. De 22-jarige Kroaat – die worstelt met een gebrek aan vertrouwen – kon zich nog niet opdringen tot de onbetwiste aanvalsleider. “Geef hem wat tijd”, sust D’Haene. “Die jongen kwam naar hier met de stempel van international, heeft duidelijk wat meer tijd nodig dan sommige anderen om zich ons spel eigen te maken als targetman. Het Belgisch voetbal is fysiek, vergt veel duelkracht. Je moet kunnen incasseren en mentaal sterk zijn. Als hij zichzelf wat minder druk oplegt en rustiger zal worden aan de bal, kan Nikica wel nog de verwachtingen inlossen. Hij wil zich té graag bewijzen en begint daardoor té gespannen aan een wedstrijd. Nikica moet het voorbeeld volgen van Kevin Roelandts, die stilaan de draaischijf en rustbrenger van de ploeg wordt. Maar de les voor de clubleiding is ook dat je jongens als Jelavic beter en intensiever moet scouten.”

Leidersfiguur zoeken

Na Standard en Anderlecht is Zulte Waregem samen met Cercle Brugge de beste thuisploeg dit seizoen, met 31 punten op 42. Keerzijde van de medaille is echter de belabberde uitreputatie, met – voor de verplaatsing naar Lokeren OV afgelopen weekend – slechts één zege en vier gelijke spelen. D’Haene piekert zich suf over een oorzaak, weigert te spreken over een gebrek aan motivatie tegen de zogenaamd kleinere ploegen. “We missen misschien een leider op het veld”, oordeelt hij. “Vorig seizoen was dat duidelijk Leleu, nu proberen we die verantwoordelijkheid te verdelen. Achterin probeer ik dat met Geert De Vlieger wat. Maar het bleek niet zo eenvoudig om die knop om te draaien. Tot voor een paar maanden moest ik me enkel concentreren op mijn mannetje, nu moet ik de verdediging leiden, spelers corrigeren en sturen. Op het middenveld is die taak weggelegd voor Ludwin Van Nieuwenhuyze. Hij is niet de grote prater, maar eerder iemand die met zijn loopvermogen en werkkracht het voorbeeld geeft. Lutte neemt de groep altijd op sleeptouw, tijdens de training en in de wedstrijden. Als hij er niet bij is, kan er momenteel niemand anders de motor op gang trekken. En dan heb je nog het enthousiasme van Stijn Meert. Alleen blijkt die bezieling niet te volstaan op verplaatsing, waar we net als vorig seizoen minder dan de helft van ons normale rendement halen. We kruipen dan te veel achteruit. Onze jonge ploeg is mentaal niet weerbaar genoeg. Er kruipt dan te veel spanning en verkramptheid in ons spel, de concentratie valt weg en er worden fouten gemaakt. In de thuisduels kunnen we wel terugslaan. Hoe dat komt, is ook voor mij nog altijd een groot mysterie. Wij hebben een brave spelersgroep. Misschien hebben we wel nood aan een rotzak, in de goede betekenis van het woord, iemand zoals Frederik Vanderbiest of Besnik Hasi die de boel in brand durft zetten. De trainer zei het ook eens tegen de groep, na de bekeruitschakeling tegen KV Kortrijk: hij wilde alleen verder met echte mannen, niet langer met mietjes.”

SV Zulte Waregem schakelde dit seizoen over naar een volwaardig profstatuut, wat ervoor zorgt dat de trainingsarbeid serieus werd opgevijzeld. “Een absolute noodzaak voor de club om zijn groei gestaag voort te zetten. Op termijn zullen we daar de vruchten van dragen”, weet een zelfverzekerde D’Haene. “Nu zijn die zaken niet zo meetbaar. Je merkt het aan details: inzake voeding, blessurepreventie en trainingsintensiteit boekten we zeker vooruitgang. Anderzijds moeten we ook durven stilstaan bij de belabberde staat van de oefenvelden. Momenteel zijn dat echte akkers, eerste klasse onwaardig. Wij zijn een ploeg die streeft naar combinatievoetbal over de grond. Het is dan ook moeilijk om onze automatismen en looplijnen in te studeren en te herhalen. Maar we kregen de belofte dat er voor volgend seizoen werk van gemaakt wordt. Dat komt wel in orde, net zoals we tegen dan waarschijnlijk ook opnieuw onze wil aan de tegenstander zullen kunnen opleggen en niet langer aangewezen zijn op countervoetbal.” S

door frédéric vanheule

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content