Het team van ‘Les Bleus’ is een mengeling van routiniers en opkomende talenten. Bayernster Franck Ribéry zal tijdens dit toernooi ongetwijfeld zijn stempel drukken.

Het dipje van Frankrijk is definitief achter de rug. Het beschamende optreden op het WK 2002 van Japan en Zuid-Korea (Frankrijk mocht al naar huis na de eerste ronde, nvdr) en de uitschakeling in de kwartfinales door Griekenland op het EK 2004 in Portugal zijn met de finaleplaats van het afgelopen WK 2006 in Duitsland doorgespoeld. De schuld voor het falen werd telkens gezocht bij de coach: in 2002 werd Roger Lemerre geslachtofferd, in 2004 was Jacques Santini de zondebok.

Dat uitgerekend Raymond Domenech het vlaggenschip weer op koers kreeg, had niemand na de teleurstelling in 2004 verwacht. Tussen Domenech en het journaille bestaan constant wrijvingen, maar in feite zijn die strubbelingen sinds het veroveren van de wereldtitel op het WK in 1998 onder Aimé Jacquet schering en inslag. Bovendien is de huidige coach veel stugger, eigenzinniger en egocentrischer dan zijn voorgangers. Hij praat veel, maar zegt weinig. En als hij iets zegt, is het onbegrijpelijk. Of is hij het die de vragen stelt.

Het team

De ploeg druipt van de routine. Lilian Thuram, Patrick Vieira en Thierry Henry waren er al bij in 1998 (wereldkampioen) en in 2000 (Europees kampioen). Willy Sagnol, William Gallas, Eric Abidal, Claude Makelele, Franck Ribéry en Florent Malouda maakten Frankrijk mee vicewereldkampioen in 2006. Keeper Grégory Coupet en spits Nicolas Anelka zijn ook niet bepaald groentjes.

Bijzonder aan het eerste elftal is dat het barst van de internationale ervaring. Alleen Coupet speelt in de Franse eerste klasse, de anderen draaien mee in Europa’s sterkste kampioenschappen. ‘Meedraaien’ is in het geval van Ribéry een understatement. Hij wervelde als een tornado door de Bundesliga en kan een van de sterren van het EK worden.

Maar het team bestaat niet louter uit routiniers, ook een horde jonge wolven dient zich aan, met honger naar een eerste titel. Op kop Lyonspits Karim Benzema. Menig voetbalexpert zou liever hem in de basiself zien staan dan Anelka. Op basis van de prestaties van afgelopen seizoen mogen ook andere jonge spelers een plaats in de eerste elf opeisen. Dat is onder andere het geval voor linksback Patrice Evra en middenvelder Jérémy Toulalan, die er respectievelijk bij Manchester United en Olympique Lyon een ijzersterk seizoen op hebben zitten. En dan zwijgen we nog over een supertalent als Samir Nasri, hoewel hij nog meer regelmaat in zijn prestaties moet leggen. Dat Domenech David Trezeguet, dit seizoen tweede in de topschuttersstand in de Serie A, thuislaat, bewijst de sterkte van het team.

Tactiek

Les Bleus spelen in een flexibel 4-2-2-2-systeem, dat vrij vlot naar een 4-2-3-1-systeem kan omschakelen. Cruciaal in het systeem zijn de verdedigende middenvelders. Als aanjagers moeten zij het werk van de twee centrale verdedigers verlichten en tegelijk voor de omschakeling naar de aanval zorgen. Ribéry zwerft over de rechterflank en krijgt offensief carte blanche. Zijn tegenhanger Malouda blijft meer tegen zijn lijn geplakt. Henry en Anelka zijn snelle troeven op de counter en razend gevaarlijk op passes in de diepte. Als er naar een 4-2-3-1 overgeschakeld wordt, gaat Ribéry centraal spelen. Op rechts komt dan Benzema of Ben Arfa, hoewel die laatste linksvoetig is.

Sterke punten

Uitgangspunt van het spel van de Fransen is een stabiele verdediging. Thuram en Gallas vinden mekaar blindelings. Dat geldt trouwens ook voor Vieira en Makelele op het middenveld. In het geval de blessuregevoelige Vieira uitvalt of Makelele een rustpauze nodig heeft, staat er met Toulalan een waardige vervanger klaar. Doelman Coupet heeft vijf maanden nodig gehad om te recupereren van gescheurde kniegewrichtsbanden, maar hij staat er weer. Bovendien geeft hij een veel solidere indruk dan zijn voorganger Barthez. De offensieve spelers zijn snel en technisch goed onderlegd, en er zitten nog een paar goede doublures op de bank.

Zwakke punten

Het is maar de vraag of de ervaren spelers, die al over hun hoogtepunt heen zijn, fit genoeg zullen zijn om aan het EK te beginnen. Zorgenkind nummer één is Vieira, die het afgelopen seizoen bij Inter vaak met een spierblessure in de lappenmand lag. Ook de toestand van Sagnol, die door blessures weinig aan spelen toekwam, baart zorgen. De hamvraag is: hoe verteren de ‘oudjes’ de snelle opeenvolging van wedstrijden op het EK?

Storend in de voorbereiding was ook dat verschillende spelers nog bij hun clubs ingezet moesten worden. Zo werden de Franse bekerfinale en de finale van de Champions League vrij laat op het seizoen gespeeld.

Een ander zwak punt kan de efficiëntie van de spitsen zijn. In de kwalificatiewedstrijden bleven veel wenkende kansen onbenut. Ondanks Henry (zwak seizoen bij Barcelona) en co zou een vlot scorende spits niet misstaan. Problematisch kan ook een eventueel uitvallen van Coupet zijn: Steve Mandanda en Sébastien Frey zijn niet de meest zekere sluitstukken. S

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content