Vrijdag gaat met Los Angeles Galaxy-Chicago Fire het 20e seizoen in de Amerikaanse voetbalcompetitie van start. Buiten eigen land oogt de MLS wat saai, maar met dubbel zo veel teams als in 1996 gaat het de liga wel voor de wind.

Voor spelers als Dennis Bergkamp is een voetbalafscheid via de MLS nooit een optie geweest. Voetballers met vliegangst of een afkeer van verre verplaatsingen hebben niets te zoeken in de Major League Soccer.

Neem nu de spelers van Orlando City uit Florida, de club die het meest geïsoleerd is van alle eersteklassers. Voor Kaká en zijn ploegmaats is de kortste verplaatsing een vliegreisje van 1176 kilometer naar DC United in de hoofdstad Washington. Maar niemand legt komend seizoen meer kilometers af dan de spelers van de San Jose Earthquakes uit Californië. De totale reisafstand voor het komende reguliere seizoen is 39.452 kilometer enkel. Heen en terug maakt dat 78.900 kilometer, of bijna twee keer om de wereld. Wie niet van reizen houdt, kan bij de New York Red Bulls terecht, de club die straks de minste kilometers aflegt. Sacha Kljestan en co komen er met 21.410 kilometer van af. Laurent Ciman,die zaterdag met Montreal Impact naar Washington afreist om er DC United te bekampen, moet in totaal 24.299 kilometer afleggen om alle tegenstanders te bezoeken. Dat betekent heen en terug 48.598 kilometer.

De enorme reiskosten wegen op de budgetten van de clubs. Om rijke eigenaren met privévliegtuigen niet te bevoordelen, mogen de clubs van de bond niet vaker dan vier keer per seizoen een eigen chartervliegtuig inleggen. De reiskosten zijn een van de redenen waarom twee clubs die in Florida aantraden intussen uit competitie verdwenen zijn: Tampa Bay en Miami. Daarom is men sceptisch over de slaagkansen van het plan van David Beckham om in Miami een nieuwe profclub uit te bouwen.

Salary cap

De Major League Soccer ontstond in 1993, als onderdeel van het voorstel van de VS om het WK 1994 te mogen organiseren. De aan de FIFA beloofde profcompetitie kwam er in 1996, nadat de voorganger van de MLS, de North American Soccer League (NASL) in 1984 ter ziele was gegaan.

De NASL was tussen 1969 en 1984 de ontmoetingsplaats voor rijke eigenaren en oudere stervoetballers, die in de VS nog een paar jaar poen kwamen scheppen. De dominantie van één gigantische topclub (New York Cosmos), de afwezigheid van een salary cap, onverantwoorde uitgaven en onvoldoende media-aandacht maakten een abrupt einde aan één langgerekte orgie van een beetje voetbal en veel seks, drugs en rock-‘n-roll. Op 28 maart 1985 werd de stekker uit de competitie getrokken toen alleen de Minnesota Strikers en de Toronto Blizzard nog geïnteresseerd waren om aan te treden in de nieuwe competitie. Drie jaar eerder, in 1982 waren er nog veertien clubs geweest, in 1984 nog negen.

Om de valkuilen van de NASL te vermijden, trok de MLS zelf alles naar zich toe met clubeigenaren als franchisehouders en aandeelhouders van de liga. De MLS beheert alle rechten, centraliseert de inkomsten en verdeelt die van daaruit over de clubs. Er werd ook een salary cap ingesteld: één miljoen dollar per team, dat bestond uit maximaal zestien spelers. Het seizoen werd afgesloten met play-offs tussen de beste teams van de Eastern en de Western Conference, die elk vijf clubs omvatten, en een ‘nationale’ finale tussen de twee winnaars, de MLS Cup die de kampioen aanduidt. De eerste sterspelers waren de helden van het WK in eigen land twee jaar tevoren: VS-international en rockster Alexi Lalas, de Mexicaanse keeper Jorge Campos en de Colombiaan Carlos Valderrama.

De eerste jaren leed de nieuwe competitie verlies. In de eerste acht jaar werd het totale verlies op zo’n 308 miljoen euro geschat. Een pluspunt was de bouw van specifieke voetbalstadions op mensenmaat, waardoor de clubs niet langer aantraden in halflege arena’s die gebouwd waren voor baseball of American football. Columbus Crew was in 1999 de eerste club met een specifiek ‘soccer stadium’ van 22.500 plaatsen. Het werd meteen een succes, met een gemiddelde opkomst van 22.000 man, de beste publieke opkomst in de MLS dat seizoen.

Dit seizoen bespelen liefst 12 van de 20 eersteklassers een eigen voetbalstadion. Vandaag is de MLS niet langer verlieslatend. In november 2013 berekende het magazine Forbes dat tien van de negentien toenmalige eersteklassers winst maakten in 2012. In 2008 waren dat er nog maar drie. Gemiddeld schatte Forbes de waarde van een MLS-club in 2012 op 90 miljoen euro, drie keer zoveel als in 2008. De Seattle Sounders waren volgens Forbes’ berekeningen het meest waard: 156 miljoen euro.

David Beckham

Elf jaar na de oprichting kreeg de MLS eindelijk de wereldwijde aandacht waar ze naar snakte, toen de competitie in 2007 David Beckham verwelkomde. Omdat Beckham onbetaalbaar was met het bestaande salarisplafond, besliste de liga om uitzonderingen toe te staan op de salary cap. De zogenaamde ‘Beckham Rule’ liet elke club toe om één speler aan te trekken die meer verdiende dan 352.000 euro per jaar. Het verschil moest worden bijgepast door de club of eigenaar zelf.

De egalitaire, haast socialistische regeling waarbij grote salarisverschillen uit den boze waren, brokkelde daardoor af. Voor 2007 waren er amper drie spelers in de MLS die 352.000 euro per jaar opstreken. In 2007 waren er ineens vier met een jaarinkomen boven één miljoen dollar. Beckham was de grootverdiener, met een jaarinkomen van 5,7 miljoen euro, gevolgd door Cuauhtémoc Blanco van Chivas USA (2,3 miljoen). Vorig seizoen waren er al vijftien miljonairs in de MLS. Nu is Kaká(ex-Milan en Real, nu Orlando City) de bestbetaalde voetballer met 5,9 miljoen euro, gevolgd door de Amerikaanse internationals Clint Dempsey (5,6 miljoen, Seattle Sounders) en Michael Bradley (5,4 miljoen, Toronto FC).

De salary cap is intussen opgetrokken tot 2,4 miljoen euro per jaar per team, en elke club mag in plaats van één drie Designated Players hebben die meer verdienen dan 340.000 euro per jaar. Het gemiddelde jaarloon in de MLS bedraagt nu 199.000 euro, minder dan pakweg de Eredivisie, waar het 390.000 euro is.

De komst van Beckham zorgde voor een mediaboom én deed de stadions vollopen. In het New Yorkse Giants Stadium daagden liefst 66.000 geïnteresseerden op voor de partij New York Red Bulls versus Los Angeles Galaxy.

In het dagelijkse leven moesten de gewone jongens van Los Angeles Galaxy even wennen aan de komst van een man die plots 5,7 miljoen euro verdiende terwijl de meesten leefden van hun jaarsalaris van 11.350 euro. Terwijl zij hun auto op de openbare parkeerplaatsen moesten achterlaten, mocht Beckham zijn auto vlak voor de kleedkamer parkeren. Op verplaatsing kreeg hij een eigen hotelkamer, terwijl zijn ploegmaats een kamer met twee deelden. Becks nodigde wél zijn nieuwe ploegmaats uit op zijn welcome party in het Museum of Contemporary Art in Los Angeles. Daar zagen ze hoe hun nieuwe makker zich onderhield met zijn echte vrienden: Tom Cruise, Demi Moore en Katie Holmes.Voortaan moesten jonge rookies in de MLS de vraag beantwoorden hoe het aanvoelde om de kleedkamer te delen met ploegmaats die tot 140 keer meer verdienen dan zij. In geen enkele andere Amerikaanse profsport zijn de loonverschillen zo groot.

Ondanks die loonverschillen gaat het goed met de competitie, die in 1996 met tien teams startte, maar volgende week voor het eerst met twintig ploegen gespeeld wordt. In 2007 werd de grens met Canada opengezet, met de komst van FC Toronto. In 2011 volgden de Vancouver Whitecaps, en in 2012 Montreal Impact, dat in zijn eerste thuismatch liefst 58.900 kijkers trok. Dit jaar debuteren New York City FC en Orlando City, de club uit de stad waar op het WK 1994 de Rode Duivels een historische 1-0-zege behaalden tegen Oranje. In 2017 komen er nog twee clubs bij. In Los Angeles krijgt recordkampioen Galaxy de concurrentie van Los Angeles FC, en in Georgia wordt Atlanta FC nummer 22.

Tegen 2020 wil de MSL uit 24 clubs bestaan. Aan kandidaten geen gebrek: in Miami wil David Beckham een nieuwe poging wagen om profvoetbal van de grond te krijgen. Ook Minneapolis, St. Louis en Sacramento zijn kandidaat, terwijl in Las Vegas het stadsbestuur geld vrijmaakt voor een nieuw voetbalstadion als de stad een MLS-licentie krijgt. Niet vanzelfsprekend, want in de zomer lopen de temperaturen in de Vegaswoestijn op tot vijftig graden. Een probleem in een sporttak die door de concurrentie met de andere topliga’s en het gure winterklimaat in sommige regio’s aanvangt in maart en eindigt in december.

Na de Eredivisie

De status van de grote vijf topcompetities uit West-Europa is nog niet voor morgen, maar op het voorbije WK kwamen liefst 22 spelers uit de MLS in actie. Op het WK 2006 waren dat er slechts zes.

Qua ticketinkomsten komt de MLS in eigen land op de derde plaats, na American football en baseball, maar voor het hockey. Alleen krijgt die hockeycompetitie jaarlijks wel 176 miljoen euro aan tv-gelden van NBC, terwijl de MLS het met 58 miljoen euro per jaar moet stellen, dankzij een nieuw contract met ESPN en Fox. Dat is wel een pak meer dan de 17,5 miljoen euro die ze tot afgelopen jaar met het oude contract kreeg.

Qua toeschouwersgemiddelden komt de MLS in het voetbal op de achtste plaats, na de vijf Europese topcompetities, de Mexicaanse competitie en de Nederlandse Eredivisie. Het gemiddelde aantal toeschouwers steeg in de reguliere competitie van 17.400 in 1996 naar 19.150 afgelopen jaar. Bij de voorganger van de MLS, de NASL, volgden in de piekjaren van 1977 tot 1983 gemiddeld 13.000 kijkers een wedstrijd.

Dé publiekstrekkers zijn al zes jaar de Seattle Sounders, afgelopen seizoen goed voor gemiddeld 43.700 kijkers, gevolgd door FC Toronto (22.000) en Los Angeles Galaxy (21.000). Rekening houdend met de beperkte stadioncapaciteit is het Amerikaanse voetbalverhaal een enorm succes. Liefst 8 van de 20 topclubs haalden vorig seizoen in hun stadions een bezettingsgraad van 95 procent of meer.

Vanaf vrijdag wil de MLS nieuwe records breken, beginnend met de vooruitgeschoven wedstrijd tussen regerend kampioen Los Angeles Galaxy, dé topclub van de voorbije jaren, en Chicago Fire. Daarvoor heeft het nieuwe sterren nodig. Thierry Henry hing na vier jaar bij de New York Red Bulls de schoenen aan de haak. Ook hét Amerikaanse idool aller tijden stopte: Landon Donovan was het rolmodel voor tienduizenden jonge Amerikaanse voetballertjes. De topschutter aller tijden van de MLS (144 goals) nam in december afscheid met een landstitel bij LA Galaxy. De sterren in het nieuwe seizoen zijn Kaká (bij debutant Orlando City), Donovans ploegmaat Robbie Keane en David Villa (New York City FC).

Zodra de competitie in de Premier League afgelopen is, krijgen ze het gezelschap van Steven Gerrard (34, vanaf juli bij LA Galaxy) en Frank Lampard (36, bij New York City FC). Dat die topspelers pas halfweg de Amerikaanse competitie instappen omdat hun prioriteiten elders liggen, toont aan dat de MLS qua uitstraling nog een hele weg te gaan heeft.

DOOR GEERT FOUTRÉ

Het gemiddelde jaarloon in de MLS bedraagt nu 199.000 euro, nog altijd lager dan pakweg de 390.000 euro van de Eredivisie.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content