Impressies van het nieuwe Club Brugge, waar iedereen elkaar besnuffelt en het nog allemaal ruikt naar nieuw. Onder het motto ‘no sweat, no glory’ gaan ze bij blauw-zwart voor de top drie.

Donderdag, op training. Het is niet uit de lucht: “Wie zou dat zijn? Is dat Vázquez? Stenman? Almebäck? Kujovic? En die trainers? Verlinden en Koster ken ik, maar wie is die andere assistent? Verkempinck. Verwie? Moa vent toch, zovele.”

Op de achtergrond, de stem van een meisje. ” Vargas weg, Kouemaha weg, stel dat straks ook nog Blondel vertrekt, dan mag ik al mijn shirtjes wegsmijten. ( zucht) In het vervolg koop ik alleen nog truitjes zonder naam.”

Donderdag waren ze met vele, onder een zacht zomerzonnetje, om de training te bekijken. Zoals altijd rond deze tijd, hoe zwaar ook de sportieve crisis Club de laatste jaren trof, de supporter heeft bij de start altijd weer enorm veel zin. Niet alleen naast het veld waren ze met veel, maar ook erop. De spelers in het blauw, de trainers in het rood. In de voorbereiding zijn ze er altijd bij, naast de vaste staf, de nieuwe linietrainers Kenneth Brylle, PhilippeClement en StephanVan der Heyden. Vorige week nog grotendeels technisch werkloos. De meeste nieuwkomers sloten pas maandag aan en aangezien alles wetenschappelijk verloopt, kregen zij het programma van de anderen een week eerder. Dat hield in: maximaal één training per dag.

Op de individuele training van maandagnamiddag was dus niet zoveel volk present. Die van dinsdagnamiddag werd geschrapt, vanwege de hitte die ook Westkapelle in zijn greep had. Ondanks de nabijheid van de kust was het er ruim 35 graden. No sweat no glory mag dan wel de officiële slogan worden, soms kan te veel zweten ook schadelijk zijn.

Woensdag was er match en werd de training overdag beperkt in tijd en intensiteit. Donderdag was er een algemene uitlooptraining voor zij die de dag voordien speelden en een iets intensievere groepstraining voor de anderen. Vrijdag één veldtraining en na de middag medische tests of werk in het gloednieuwe krachthonk. We zien Clement en Van der Heyden donderdag dan ook net als de spelers de krachtoefeningen van Koster en de stabilisatieoefeningen van Joost Desender mee uitvoeren. Om aan den lijve de intensiteit te voelen of om bezig te blijven?

Maar de eerste veertien dagen waren aanloop, nu begint het serieuze werk. Vanaf deze week krijgen Clement, Brylle en Van der Heyden meer werk. In principe zijn ze alle drie tot de start van het seizoen alle dagen aanwezig op de club. Voor Van der Heyden, die in Zoersel woont, is het heen en terug meer dan 200 km. Vanaf 1 augustus wordt dat minder, schat hij, dan zal hij nog twee tot drie keer per week aanwezig zijn. De rest van zijn tijd vult hij in met scouting.

Opvallend donderdag: bij de spelers die niet in Aalst hadden gevoetbald, lag de intensiteit dus iets hoger. Al snel zelfs iets te hoog voor MaximeLestienne en Michael Almebäck, die plots uit de groep werden gehaald en rondjes moesten lopen. Tijdens de trainingen draagt iedereen een hartslagmeter en die wordt live uitgelezen. Als performance coachSiebe Hannosset constateert dat een speler te lang in het rood gaat, heeft hij de toestemming hem uit de groep te halen en mag die speler rustig rondjes lopen, tot zijn polsslag voldoende is gedaald. Op die manier probeert Club preventief blessures te vermijden.

’s Avonds maakt Dany Verlinden zich wat bedenkingen tijdens de officiële ploegvoorstelling, als de nieuwe gezichten aan een publiek van sympathisanten en commerciële partners worden voorgesteld. Stel, bedenkt Verlinden, dat ze nu ook nog de youngsters die vanuit de beloften doorstromen, officieel voorstellen. Wie schiet er dan eigenlijk nog over van vorig seizoen? Hij kijkt even rond zich en ziet Dirar, Akpala, Donk, Blondel, Hoefkens, Lestienne, Odjidja, Coosemans, Van Gijseghem, Dalmat en Van Acker. Meer zijn het er niet: van de 27 kernspelers waar Club straks op rekent, zaten er vorig seizoen 16 niet in de A-kern. Dat is wat je noemt een complete make-over. Een make-over waarbij iedereen op zoek gaat naar nieuwe vriendjes en een beetje snuffelt aan wie in zijn buurt komt. Waar liggen de gevoeligheden, wie heeft welke karaktertrekken, wie kan een geheim bewaren? Ivan Perisic is tijdens de receptie zijn ex-club niet vergeten en heeft even contact met Ryan Donk, die de groeten overmaakt.

Iron Mike

Pas halfweg vorige week was de hele kern van Club Brugge compleet. Als allerlaatsten meldden ook Tom Høgli en Iron Mike Almebäck zich. Michael Almebäck was het weekend voordien wel even langs geweest in Brugge voor een officiële presentatie en de fotosessie, maar keerde vervolgens snel terug naar Zweden, naar Örebrö, voor een laatste competitiewedstrijd. Officieel gaat een transferperiode immers maar in op 1 juli. De Zweedse centrale verdediger vond het een beetje raar dat hij al bij de ene ploeg had getekend en werd gepresenteerd, terwijl hij nog voor de andere moest spelen. Maar goed, dat is profvoetbal anno 2011. Eigenlijk mag de UEFA die transferdeadline wat vervroegen, nu clubs zelfs al voor 1 juli Europees aan de slag moeten. Het is een datum die nergens meer op slaat. Het voordeel is wel, schatte de Zweed in, dat hij fysiek sterk uit een al lopende competitie komt en op dat vlak een paar streepjes voorsprong op de concurrentie zou krijgen. Zeker als die concurrentie, met name Daan Van Gijseghem, ongelukkigerwijze net nu met een overbelasting aan het scheenbeen sukkelt. Almebäck wil van die voorsprong gebruik maken, om te werken aan zijn zwakke punten: het voetenwerk. Overigens komt de bijnaam Iron Mike van de doelman van Örebrö, die graag koosnaampjes uitdeelt.

Youngsters

Woensdagnamiddag. Een paar uur voor Club Brugge aan het seizoen begint met een vriendschappelijke wedstrijd in Aalst, komt het nieuws van het afscheid van Ronald Vargas. In het officiële communiqué maakt blauw-zwart “voorbehoud inzake de opgelopen blessure en de lange revalidatie” van de Venezolaan. Dat lijkt op natrappen. Het zet alvast kwaad bloed bij Vargas en zijn entourage, die zich sterk maken dat de speler in kwestie zelfs voor ligt op schema.

Vargas en de Brugse communicatie, het liep wel vaker fout. Recent nog, toen een lijst met de nieuwe rugnummers, bestemd voor intern gebruik, te vroeg op de website van de club werd gepost, waardoor de Venezolaan te weten kwam dat zijn nummer acht aan LiorRafaRefaelov was toegekend. Voor de latino een zoveelste teken van gebrek aan respect.

’s Avonds in Aalst is er van veel respect geen sprake meer. Niet voor de bezoekende beleidsbepalers, die tot hun verbazing constateren dat er van het bestuur van de thuisclub niemand present geeft om hen op te vangen. Ook niet van de supporters, de wedstrijd is geen half uur oud als de fans de gekende verwensingen aan het adres van moeder Vargas uitten. Alsof zij het kan helpen. Maar die rancune duurde niet lang. Ze hebben nieuwe helden, het volk, ook al blijft de massa die in Aalst op de eerste oefenwedstrijd aanwezig is op zijn honger zitten als het gaat om nieuwe namen.

Een paar minuten voor de aftrap komen de nieuwkomers van Club een voor een wat verveeld de trappen van de tribune opgeslenterd. Twee halen de bank, linksachter Stenman en middenvelder Zimling. Twee de basis: doelman Vladan Kujovic en Thomas Meunier, overgenomen van derdeklasser Virton. Geen namen die je eind juli in de ploeg verwacht.

Koster laat de volgende elf starten in een 4-3-3 die door het gebrek aan offensieve slagkracht bij de Ajuinen snel 3-4-3 wordt: Kujovic – Hoefkens, Donk, Vansteenkiste, De JongheVan Acker, Deschilder, Van BelleDalmat, Akpala, Meunier.

Kujovic gaat al direct in de fout op een corner, verblind door de zon. “Moet je daarvoor zoveel ervaring hebben?”, schampert een supporter in de tribune voor ons. Dan verrast Thomas Meunier in meer aangename zin. Hij laat zich op de linkerflank geregeld betrekken in de combinatie en toont zich twee keer de koele afwerker. Een keer met links, een keer met rechts, telkens zonder aarzelen, tegen een tegenstander die al even lang traint als Brugge, anderhalve week, maar duidelijk kwaliteit tekort komt.

Het is voor de jongeren een kans om te laten zien wat ze in hun mars hebben. De ene doet dat al wat beter dan de andere. Vansteenkiste, nog onder het vorige management geroemd als dé linksachter van de toekomst, mag het centraal proberen, naast een autoritaire Donk, die de tegenstand wegblaast en de lijn van vorig seizoen lijkt door te trekken. Links staat De Jonghe, die offensief alle vrijheid krijgt. Centraal staat Deschilder duidelijk verder dan Van Belle, die veel bijsturing vanaf de kant nodig heeft en vaak te diep bij de spits gaat aanleunen. Het is, zal sportleider Henk Mariman achteraf concluderen, het verschil tussen iemand die al een tijdje bij de A-kern zit, zoals Deschilder, en iemand die pas komt kijken, zoals Van Belle. Pas als Koster een paar keer uit de dug-out is gewipt en Van Belle op dooie momenten naar zich toe kan halen, begint de lange middenvelder het tactisch beter te snappen en gaat hij afhaken. Dan komen er plots ook wat aardige dubbelpassen.

Na de rust maken NabilDirar en Zinho Gano hun opwachting. Gano, normaal een linksbuiten, zet plots heel veel stappen vooruit, en struikelt daarbij. In de loop van vorig seizoen overgeheveld van de U17 naar de beloften en nu al in de A-kern: een echte doublure voor Akpala of Vleminckx is hij na het vertrek van Kouemaha en Scepovic niet. Kouemaha was vier dagen zéér ongelukkig dat hij weer bij Brugge moest trainen en werd daarop uitgeleend aan Kaiserslautern. Scepovic is terug naar Belgrado na een anoniem jaar in Brugge en Kortrijk. Dirar, net terug van een vakantie op de Seychellen, is na een paar pittige duels snel opgenaaid door de tegenstander. Op dat vlak niks nieuws.

In de slotfase laat Koster ook nog Zimling, Odjidja en Stenman warmlopen, maar alleen de laatste twee vallen ook in. Verdedigende middenvelder Zimling mag het trainingspak weer aantrekken.

Na de wedstrijd blijven de spelers op het veld stretchen. Intussen staat Adrie Koster La Meuse in het Frans te woord. De Nederlander moet soms even zoeken naar zijn woorden, maar het lukt aardig en de glimlach is gebleven. Die glimlach is er ook, ’s anderendaags, op de spelersvoorstelling. Je moet het hem nageven: Koster heeft een verbluffend incasseringsvermogen. Als de supporters zich op de slotspeeldag tegen AA Gent niet keren tegen Francky Dury, loopt die hier vandaag rond, en niet Koster. Veel inbreng in het aantrekken van de nieuwe spelers had hij evenmin, op dat vlak bepaalde het sportmanagement zijn eigen koers. De samenstelling van de technische staf werd ook al boven zijn hoofd bedisseld. Koster neemt het er allemaal bij, ook de druk, om van dit nieuwe geheel snel een performant team te maken. Hoogstens laat hij zich een keer ontglippen dat zijn aanblijven “geen evidente zaak” was. Meer niet. Ook hij hoopt dat de mayonaise snel pakt, want nog voor de competitiestart is er al Europees voetbal, op donderdag 28 juli.

B-kern

Verrassing vrijdag als drie onverwachte namen op de club opduiken. Geert De Vlieger, sinds 1 juli officieel met pensioen, komt zijn papieren in orde brengen. Glen Verbauwhede, nog onder contract, meldt zich op de eerste training van de B-kern en gaat direct naar de dokter. Ziek. En op eigen verzoek is ook Jeroen Simaeys er. Karel Geraerts en Marcos Camozzato, voor wie Didier Frenay contacten onderhoudt met São Paulo, zijn er niet. Simaeys, nog drie jaar onder contract, tast volledig in het duister over wat hij nu moet doen. Hij moet weg, maar tegelijk wil Brugge nog wat centen trekken. Pas als daar duidelijkheid over is, kan hij geïnteresseerde clubs meer informatie bieden.

Na een dagje rust trekt de kern naar Koksijde en een stage die begint met een nieuwe oefenwedstrijd. Tegen de lokale derdeklasser KVV Coxyde, waar aan de parking ons oog meteen valt op een supporter met het zelf gemaakte rugopschrift ‘Vargas verrader’ op zijn shirt, is er veel volk aanwezig. Meer dan 3.500 toeschouwers komen opdagen voor de vuurdoop van de meeste nieuwkomers. Opgemerkte gasten: oud-spits Willy Wellens met zijn twee zonen, ex-trainer/scout Henk Houwaart én voormalig middenvelder Gaëtan Englebert, vorig seizoen aan de slag bij de Franse tweedeklasser FC Metz. Zij zien dat Blondel, Van Belle, Coosemans en Kujovic niet in actie komen. Koster kiest in de eerste helft voor een 4-2-3-1-veldbezetting, met aan de aftrap volgend elftal: Dhoest; Høgli, Van Gijseghem, Almebäck, Stenman; Zimling, Odjidja; Dirar, Vázquez, Refaelov; Vleminckx. Wegens het invallersstatuut van Hoefkens krijgt de Deense controlerende middenvelder Zimling de aanvoerdersband om de arm. Dat levert de krachtige Deen net voor de aftrap een stevige por en brede glimlach op van Vleminckx, met wie hij vorig seizoen samen speelde bij het Nederlandse NEC. Club Brugge heeft er duidelijk zin in en start aan een verschroeiend tempo, ondanks de temperatuur van meer dan twintig graden. Terwijl de spelers van de thuisploeg moeilijk uit de omknelling wegraken, valt de onderlinge coaching op bij Club. Van Gijseghem schreeuwt vaak in het Engels en Nederlands, maant Odjidja constant aan om te spreken. Maar ook Zimling en Stenman laten zich niet onbetuigd. Ze hanteren vaak korte en krachtige termen.

Vanaf het eerste fluitsignaal toont Stenman vanop links veelvuldig zijn offensieve impulsen, waarbij hij graag de achterlijn haalt. Aan de andere kant zijn de rushes van Høgli iets spaarzamer, vooral dan doordat Dirar zin heeft en zich ontpopt tot een kwelduivel voor rechtstreeks tegenstander Brian Vandenberghe (ex-KV Oostende). De techniek en snelheid van Vázquez komen snel bovendrijven, de Spaanse offensieve middenvelder behoudt ook goed het overzicht en blijft klaar kijkend, zelfs onder druk. Een flankverandering, via een lange bal, vormt geen enkel probleem. Refaelov toont dan weer graag zijn technische bagage, komt wel veel vanaf links naar binnen om zijn rechtervoet te gebruiken. Maar de Isräeli – die door zijn uitstekende traptechniek samen met Vázquez de corners voor zijn rekening neemt – lijkt ons vooral een publieksspeler, die de mensen graag vermaakt met hieltjes en het betere zolenwerk. Alleen in balverlies durft hij zijn taken wel eens uit het oog te verliezen, maar dat wordt snel gecorrigeerd door de Scandinaviërs Stenman en vooral Zimling. Die laat zich niet alleen horen, hij toont ook zijn grinta bij de duels. Vleminckx wroet (zoals vanouds) en blinkt uit door zijn werkkracht. Doordat Zimling als verdedigende middenvelder opereert, verhoogt de infiltratiekracht van Odjidja. De Gentenaar valt vaak uit naar links, schuift vaak door aan de zijde van Vázquez en mag meer infiltreren. Club Brugge oogt scherp, er is veel beweging op het veld en de voorwaartse druk wordt aangezwengeld door de spelers zelf. Koster komt slechts tweemaal van de bank om Stenman en Zimling te instrueren. Na rust krijgen volgende spelers hun kans: Dhoest; Hoefkens, Donk, Vansteenkiste, De Jonghe; Van Acker, De Schilder; Dalmat, Meunier, Lestienne; Akpala. De snelheid van uitvoering daalt, tot afgrijzen van kapitein Hoefkens, die constant smeekt om meer tempo. Er wordt meer gelopen met de bal, minder vloeiende combinaties in een of twee tijden bepalen het spelbeeld. Akpala vecht met de bal, De Jonghe is vinnig en Donk wint alle luchtduels. Meunier valt nog uit met een enkelletsel, waardoor Gano zijn opwachting maakt. Er wordt na affluiten een handtekeningensessie gehouden, terwijl Koster helder analyseert. “Dit was meer dan hoopgevend, want ik bespeur bij de meeste jongens bijzonder veel leergierigheid.”

DOOR PETER T’KINT & FRÉDÉRIC VANHEULE

Van de 27 kernspelers waar Club straks op rekent, zaten er vorig seizoen 16 niet in de A-kern.

Je moet het hem nageven: Koster heeft een verbluffend incasseringsvermogen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content