Met Lukas Van Eenoo breekt er dit seizoen nog eens een echt Cercleproduct door. ‘Soms heet het dat hij te braaf is en meer een smeerlapje moet zijn’, zegt zijn moeder. ‘Dan denk ik: zijn wij daar niet mee schuldig aan, want wij leerden hem om met respect om te gaan met iedereen?’

A nnemie Louagie: “Ik moet bekennen dat ik niet zo’n gepassioneerde voetbalkijker ben. Eigenlijk ga ik bijna nooit kijken, maar ik vraag mijn kinderen wel of ze het erg vinden. Dan zeggen ze: ‘Maar neen mama, we weten dat van jou.’ Lukas (19) en Bastiaan (21) voetballen en Wies (15) speelt volleybal, maar hun hobby is niet de mijne. Als ik mag kiezen tussen een voetbalwedstrijd en een film, dan zal ik voor de film kiezen, ook al speelt in die wedstrijd Lukas mee. Ik bekijk wel eens de samenvatting op tv, ik ben geïnteresseerd in wat hij meemaakt en voelt, maar moet ik daar helemaal mijn wereld van maken?

“In het begin, bij de duiveltjes, ging ik wel nog vaak mee en kwam ik zelfs in de kleedkamer om zijn voetbalschoentjes aan te doen. Maar toen al hoorde ik ouders dingen roepen waarvan ik dacht: in feite kan dat niet. Het was niet altijd slecht bedoeld, het gebeurde uit emotionele betrokkenheid. Soms voelde ik dat zelf ook en ik vond dat het beter was om daar niet in mee te gaan. Voor Luc, mijn man, is dat anders. Hij wou destijds zelf voetballen, maar mocht niet van thuis. Nu is hij enthousiast dat zijn zoon dat wel mag meemaken. Toen Lukas vorig seizoen tegen Standard een applausvervanging en een staande ovatie kreeg, was dat voor hem echt een kippenvelmoment. Bij mij zit daar veel verwondering bij, in de zin van: amai, dat al die mensen dat voor hem doen. Ik ben trots dat hij dat kan bereiken, maar het meest blij ben ik omdat hij van inborst dezelfde is gebleven. Het is de buitenwereld die veranderd is. Ik geef les op het Sint-Lodewijkscollege in Brugge en vroeger zegden ze tegen Lukas: ‘Ben jij de zoon van mevrouw Louagie?’ Nu vragen ze me: ‘Ben jij de mama van Lukas Van Eenoo?'” ( lacht)

Chaos

“Lukas is voltijds voetballer, maar studeert ook nog sport- en cultuurmanagement. De dinsdag- en de donderdagnamiddag kan hij meestal één vak volgen en de rest van de stof probeert hij via zelfstudie te verwerken. Onlangs deed hij een voorexamen Engels en hij was erdoor, dus blijkbaar had hij toch geleerd. Soms verrast mij dat, ja, want hij is nogal chaotisch. Zijn cursussen steekt hij niet eens in mappen en de tafel waaraan hij werkt, ligt vol met pakken papier, maar het moet zijn dat hij in die wanorde toch een bepaalde orde ziet. Vroeger maakte ik mij daar druk over, maar ondertussen aanvaardde ik in zekere zin dat hij een chaoot van aard is. Als kind was hij heel speels en nog altijd is hij nonchalant en denkt hij weinig praktisch, maar blijkbaar vindt hij zijn weg en kan hij met een zekere soepelheid dingen combineren. De sterkte van Lukas is dat hij van dag tot dag leeft, denk ik. Hij doet gewoon elke dag zijn best en dan ziet hij wel wat er gebeurt, hij panikeert niet. Voorlopig blijft hij dus ook gemotiveerd voor zijn studie, hij wil echt naar school blijven gaan. Ik denk dat als je zoals hij heel vroeg in een volwassenenwereld bent gegooid, het wel eens tof is om als student bij leeftijdsgenoten nog eens gewoon een jongen van negentien te kunnen zijn.

“Maar het wordt druk. Momenteel vliegt hij van het ene in het andere. Als andere spelers vrij zijn, zit hij op school en als zij in de winterstop met vakantie zijn, breekt voor hem de blokperiode aan. Terwijl hij anderzijds natuurlijk almaar professioneler moet leven. Want het is zoals mijn man hem zei toen Lukas zijn eerste profcontract kreeg: ‘Nu ben je prof op papier.’ Hij moet bijvoorbeeld bewuster met voeding omgaan, veel fitnessen, gaan lopen en ook nog voldoende rusten. Ik vraag hem wel eens of hij het niet jammer vindt dat hij vrienden moet laten schieten en alleen eens na de wedstrijd kan uitgaan. ‘Neen,’ zegt hij dan, ‘want het is mijn droom.’ Lukas klaagt nooit. Als hij moe is, kruipt hij in zijn bed. Het is een jongen die gelukkig is. Als hij opstaat, is hij blij dat hij kan trainen. Voetbal is zijn passie.”

Passie

“Lukas kan niet lang stilzitten. Ik vergeet nooit wat een al wat oudere vrouw van Kind & Gezin ons vertelde toen hij een maand oud was. Ze keek in zijn wieg en zei: ‘Mevrouw, het is een speciaal ventje, hij slaapt met de ogen van de ondergaande zon.’ Terwijl hij sliep, kon je nog een beetje wit van zijn ogen zien. ‘Dat zijn kinderen met heel veel energie en die kan twee kanten uit: ofwel kanaliseren ze die positief, ofwel … zal je met hem enorm veel tegenkomen.’ Luc en ik keken naar elkaar en lachten daar eens mee, maar hij was nog maar zes maanden toen hij al met de poep in de lucht op handen en voeten rondliep. Hij was heel beweeglijk en sliep heel weinig. Tot hij twee en een half was, moesten we elke nacht om één uur voor hem opstaan. We wisselden af om het te kunnen volhouden. Luc stak altijd de tv aan, hij zegt: ‘Ik heb toen, in 1991, de hele Golfoorlog gezien.’ Zodra Lukas twee en een half was, stuurden we hem meteen hele dagen naar school. Als hij dan thuiskwam en niet meteen buiten mocht spelen omdat het te koud was, liep hij soms een half uur aan een stuk rond de tafel om zijn energie uit te werken.

“Zodra hij kon lopen, liep hij altijd met een balletje in huis rond. Hij sliep met zijn bal. We beloofden dat we hem na zijn zesde verjaardag zouden aansluiten bij Veldegem, maar op aandringen van een moeder van een schoolvriendje lieten we hem naar Cercle gaan. Hij doorliep er vlot de jeugdreeksen en we leefden mee, maar verder dachten we daar weinig bij na. Ik herinner me dat een mama ooit zei: ‘Ik gaf mijn zoon nog een spierverkwikkend bad om goed te kunnen spelen.’ Dat ging dan over een jongetje van acht jaar. Ik dacht: oeioeioei. Ik plukte de mijne uit de tuin en soms was hij nog vuil aan zijn knieën omdat er niet genoeg tijd meer was om hem nog volledig te wassen. Sommigen lieten hun kind de dag van de wedstrijd rusten, maar Lukas voetbalde zoals altijd heel de tijd met jongens uit de straat.

“We schrokken toen hij bij de U17 in maart een semiprofcontract werd aangeboden. Ik dacht: amai, is hij zó goed? In augustus, na de stage met de eerste ploeg in Blackburn, riep het bestuur ons al om er een voltijds profcontract van te maken. Twee keer zei Lukas: ‘Ik wil dat, het is het enige dat ik wil in mijn leven!’ Na rijp beraad ga je daar als ouders in mee, want je kunt de liefde van je kind niet afnemen. Bovendien stelden we enorm veel vertrouwen in Cercle en het goede contact met Yvan Vandamme ( managing director, nvdr). Maar het was toch een geruststelling voor ons dat toen hij begon in te vallen we zagen dat hij zijn plan trok op sportief, sociaal en emotioneel vlak.

“Lukas is een echte bijter, een stille bijter. Maar we vragen hem om niet te reageren met vijandigheid als de trainer eens een keuze maakt die hij niet begrijpt. Als je gefrustreerd bent als je niet krijgt wat je wenst, word je ongelukkig. Frustraties uiten in negativiteit lost niets op, integendeel, beter is je best te blijven doen en positief te blijven. Zie de sereniteit en de integriteit waarmee Serebrennikov nog altijd werkt.

“Als ik Lukas nu op tv voor de microfoon zie, vind ik hem grappig: hij doet echt zijn best om alles goed uit te leggen. Door het voetbal is hij matuurder en iets mondiger geworden. Hij durft al wat sneller zijn mening te zeggen. Maar hij speelt nog altijd in de tuin. De dag van de wedstrijd staat hij op, doet hij zijn voetbalkleren aan en voetbalt hij op zijn gemak een uurtje. Er staat hier van achteren een doel, er is een garagemuur waartegen hij kan trappen en soms maakt hij met palletten ook nog een muurtje. Het wordt afgeraden, het is beter te rusten, horen we, maar hij deed het twee keer níét en hij voelde zich ’s namiddags veel minder rustig.

“Bij mijn weten is dat zijn enige ritueel. Ik vroeg hem een keer of hij voor de wedstrijd wel eens bidt of een weesgegroetje leest. Hij antwoordde mij dat hij dat nooit doet, omdat het voor hem aanvoelt als handel drijven: het afkopen van een prestatie met je geloof. Hij zegt dat het wel vaak gebeurt dat als hij op het veld komt, hij naar boven kijkt en zijn opa dan bescherming vraagt om niet geblesseerd te raken. Mijn papa was zot van voetbal, een echte Cerclesupporter, en juist voor hij stierf, was hij nog naar Lukas gaan kijken. ‘Een goeie voetballer,’ vond hij, ‘maar hij zal veel body bij moeten kweken.’ Daar is hij nog altijd mee bezig. Wim ( Langenbick, fysiektrainer van Cercle, nvdr) maakte een programma met stabiliteits- en krachtoefeningen en in minder dan een jaar won Lukas al zes kilo spiermassa bij.”

Geld

“Toen Lukas een profcontract tekende, zegden we hem dat hij daarom niet anders moest gaan leven. Wij zijn sowieso geen mensen die onze kinderen op materieel vlak het beste en het nieuwste geven en dan is Lukas eigenlijk nog de minst materialistische van allemaal. Vroeger wist hij vaak niet wat te vragen voor zijn verjaardag, ooit zei hij: ‘Zing maar gewoon een liedje voor mij.’ Net als Bas en Wies krijgt hij van ons zakgeld en daarnaast ook nog wat van zijn eigen geld omdat het in zijn wereld nodig is, want soms gaan ze bijvoorbeeld met de spelers uiteten. We merken dat hij wel iets meer uitgeeft sinds hij over meer middelen beschikt. Onlangs kocht hij een iPod Touch. Vroeger zou hij daar nooit aan gedacht hebben. Maar goed, hij kan het op de bus gebruiken en hij kan ermee op het internet en … de anderen hebben er ook één.

“Voor ons is geld nooit een optie geweest en dat is het nog niet echt. We weten dat het een wereld is waarin veel geld omgaat en beseffen dat Lukas een product is, maar we willen niets forceren. Dat is ook de boodschap die we zijn manager gaven. Als ik hoor dat voetballers in korte tijd veel moeten verdienen, geef ik zelfs altijd een beetje tegenwind. Dan zeg ik: waarom zou je binnen moeten zijn, na je veertigste kan je toch ook nog werken? Die klik moet je kunnen maken, want je blijft een gewone mens. Maar als je natuurlijk een bepaalde levensstijl hebt, wordt het moeilijk als je na je voetbalcarrière minder verdient.”

Stress

“Dit seizoen zag ik alleen de thuiswedstrijden tegen Club en Anderlecht. Vaak ga ik maar het laatste kwartier kijken om daarna nog wat te praten in het spelershome. Het is deels ook uit zenuwachtigheid voor je kind van wie je weet dat het zijn leven is. Als ik hem zie voetballen, voel ik een geweldige inwendige nervositeit.

“Ik kan mijn kinderen loslaten en vrijheid geven, maar ik voel me slecht bij het idee dat ze geblesseerd kunnen worden. Als Bas een flater begaat, is het voor heel Zedelgem, maar bij Lukas is het voor de ogen van heel het land. Als ik zie dat Maxime Lestienne een domme rode kaart pakt en dat iedereen er schande van spreekt, denk ik: amai, dat moet mentaal superhard zijn voor die jongen en die ouders. Hij is tenslotte nog maar achttien jaar. Mochten ze míjn zoon voor heel België aanpakken, ik zou daar ziek van zijn.

“Lukas zal het niet tonen aan trainers en medespelers, hij blijft altijd lachen en voorkomend zijn, maar als hij kritiek krijgt, worstelt hij daar vanbinnen wel even mee. Soms heet het dat hij te braaf is en meer een smeerlapje moet zijn. Dan denk ik: zijn wij daar niet mee schuldig aan, want wij leerden hem om met respect om te gaan met iedereen? Naar het schijnt, hoort het bij het spel om je bijvoorbeeld al eens te laten vallen, maar ik denk dat Cercle een van de ploegen is waar zulke dingen het minst gevraagd worden. Ik weet niet of Lukas zou aarden in een hardere kleedkamer.

“Eigenlijk is het tot nu toe een verrijking geweest om met allerlei types en culturen te leren omgaan. Alle jongens van Cercle die hier geen thuis en geen vrouw hebben, nodigde ik al eens bij ons uit, onder meer Reynaldo, Owusu, Neto en Reis. Van Lukas moest ik toen een typisch Vlaams gerecht bereiden. Ik maakte stoofvlees met verse frietjes, salade en tomaten en appelmoes klaar. Nyoni inviteerden we ook al eens op kerstdag, maar hij moest toen net met Gombami bij iemand van het bestuur gaan eten. Anderzijds appreciëren we het enorm dat iemand als Serebrennikov zich over de jonge gasten ontfermt en dat een Boi van de eerste dag superjoviaal met hen is. Lukas kreeg bij de eerste ploeg ook in het begin veel aandacht, zeker ook van Glen De Boeck. Van veel van zijn vrienden bij A-kernen van andere clubs hoort hij dat het niet overal zo is.

“Toen Lukas zeventien was, stelde Henk Mariman ( hoofd opleidingen, nvdr) ons eens het jeugdproject van Club Brugge voor. Ik was daarvan onder de indruk, maar toch bleven we bij Cercle. Ronny Desmedt ( assistent-trainer Cercle, nvdr) en Sven Jaecques ( jeugdcoördinator Cercle, nvdr) legden uit hoe zij hem wilden begeleiden en voor Lukas was de keuze snel gemaakt. We zijn hier al zo lang en zijn er nog altijd tevreden. Onze zoon werd er steeds met zorg omringd. Cercle bedroog ons nog nooit. Het kwam altijd alle beloftes na en naar het schijnt, is dat niet vanzelfsprekend in het voetbal.”

door christian vandenabeele – beelden: jelle vermeersch

“Als ik hoor dat voetballers in korte tijd veel moeten verdienen, geef ik altijd een beetje tegenwind.”

“Ik weet niet of Lukas zou aarden in een hardere kleedkamer.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content