Bondscoach en VRT-co-commentator José De Cauwer nam voor de afreis naar Frankrijk de Tour onder de loep. ‘De koers ligt open en dat brengt voor Armstrong risico’s met zich mee.’

Vijf keer stond José De Cauwer zelf aan de start van de Tour. Vijf keer ook reed hij de wedstrijd uit. Maar zijn grootste succes in de belangrijkste wielerwedstrijd van het jaar vierde de huidige bondscoach in 1989. Toen triomfeerde hij als ploegleider van ADR aan de Arc de Triomphe met geel ( Greg Lemond) en groen ( Eddy Planckaert). De volgende twee weken (sinds afgelopen zaterdag) staat hij Michel Wuyts bij met deskundig commentaar tijdens de rechtstreekse tv-uitzendingen. Voor de afreis keek hij voor ons nog even in zijn glazen bol.

De Tour heeft dit jaar, zeker na het afhaken van Jan Ullrich maar één favoriet, Lance Armstrong. Stevenen we af op een saaie Ronde van Frankrijk, want wie kan Armstrong in hemelsnaam kloppen ?

José De Cauwer : Lance Armstrong wint deze Tour in normale omstandigheden met grote voorsprong. Daar twijfelt niemand aan. Maar toch… Ik heb een raar voorgevoel, een gevoel dat we misschien geen normale Tour gaan krijgen. Armstrong kan in de beginfase hopen dat de sprintersploegen de boel zullen samenhouden, maar precies door de afwezigheid van Ullrich verwacht ik dat ontsnappingspogingen met pakweg een man of dertig wel eens ver zouden kunnen dragen.

Ontsnappingspogingen zoals vorig jaar met Kivilev. Zoveel minuten mogen ze hem dit jaar niet meer geven, toch ?

Zeker niet. En daar schuilt het gevaar voor Armstrong. De anderen zullen wel begrijpen dat als ze gewoon hun rits opendoen en Armstrong die van hem opendoet, ze het in principe niet kunnen halen. Met andere woorden, in een regelrecht duel kunnen ze Armstrong niet van de troon stoten. Ze kunnen alleen winnen als ze zich gaan mengen in ontsnappingen. Daarvoor heb je trouwens geen overgangsrit nodig, zoals wel eens wordt gedacht. Je kan net zo goed in een vlakke etappe wegrijden met een grote groep of speculeren op de wind en waaiervormingen. Ook in een bergrit bestaan er voldoende mogelijkheden om Armstrong het leven zuur te maken; door vroeg aan te vallen, bijvoorbeeld, of door hem te isoleren van zijn ploeg.

Het lijkt gemakkelijker gezegd dan gedaan.

US Postal lijkt me nu sterker dan vorig jaar, toen ze er wel op twee, drie belangrijke momenten stonden, maar bijna allemaal in de slotweek. Als de andere teams allemaal tegen Armstrong koersen, dan wint hij niet. Maar het probleem in de Tour is altijd hetzelfde : de derde rijdt achter de vierde, de vierde achter de vijfde. Ze willen allen hun positie in het klassement behouden en zo blijft de gele trui voor een stuk buiten schot, want hij kan het werk overlaten aan anderen.

Dus, we vallen al in herhaling : niemand kan Armstrong van een vierde Tourzege houden ?

En toch… Iedereen ziet hem al op het hoogste schavotje staan in Parijs, maar er zullen er ook twee naast staan. En wie zijn dat dan ? Ik zou er niet zo meteen namen kunnen opplakken. Daar komen in mijn ogen wel vijfentwintig renners voor in aanmerking : Beloki, Gonzalez de Galdeano, Botero, Sevilla, een paar Banesto’s, Kivilev, noem maar op. De koers ligt open en dat brengt voor Armstrong risico’s met zich mee. Wie moet hij in het oog houden ? Dat Ullrich er niet bij is, maakt het voor hem moeilijker. Doe je ogen dicht, denk aan de Tour en wat zie je ? Twee ploegen, US Postal en Telekom, die de wedstrijd controleren. Nu zullen de mannen van Armstrong die klus alleen moeten klaren.

Er volgen nog twee tijdritten van meer dan 50 kilometer. Ook dat zou in de kaart van Armstrong moeten spelen. Hoewel hij de afgelopen weken in chronoritten al meer geklopt werd dan hem lief is, niet ?

Klopt, maar het is dan nog maar de vraag of diegenen die hem kunnen verslaan in een tijdrit dezelfde zullen zijn dan diegenen die hem in de cols kunnen volgen. Botero misschien, maar dat is – hoe zou ik het uitdrukken – een rare kwibus : een stoemper, oersterk, altijd beukend met de grote versnelling. Je krijgt hem bovendien niet makkelijk kapot, maar desondanks zal ook hij moeten meespringen in een ontsnapping om Armstrong op de knieën te krijgen.

Jij hebt met Greg Lemond de Tour gewonnen. Is wat hij presteerde te vergelijken met hetgeen Armstrong nu presteert ?

Armstrong is zeker professioneler, wat niet wil zeggen dat Lemond dat niet was. Maar Armstrong benadert de perfectie door de manier waarop hij naar wedstrijden toeleeft. Hij is er altijd met het kopje bij. Het typeert hem bijvoorbeeld dat hij voor het seizoen besefte : ik moet wat meer kilometers en wat meer wedstrijddagen in de benen hebben dan afgelopen jaar. Je mag ook niet vergeten dat we, in vergelijking met Lemond, meer dan tien jaar verder staan. Het belang van de Tour blijft toenemen, waardoor er nóg meer opofferingen worden gedaan. Armstrong zit in bovendien in een Amerikaanse ploeg, waar bij wijze van spreken maar twee wedstrijden voor tellen : Parijs-Roubaix en de Ronde van Frankrijk. Er gaat veel meer geld om in het peloton dan in de tijd van Lemond. Vroeger besteedden de teams 90 procent van hun budget aan de renners, terwijl dat nu om 60 procent gaat. Zo’n 40 procent gaat naar omkadering : auto’s, bussen, reizen, medische opvolging, stages… Stages bestonden vroeger nauwelijks. We gingen wel eens enkele etappes verkennen, maar niet met de hele ploeg zoals dat nu gebeurt.

Wel vergelijkbaar met Lemond is dat ook Armstrong terugvocht nadat hij eerst afgeschreven leek voor de top. Ze kwamen allebei sterker dan ooit tevoren voor de dag. In zekere zin vergelijkbaar met wat je nu ziet bij Piotr Wadecki bij Domo. Na zijn ongeval vermagerde hij negen kilo en is hij zich nog nauwgezetter beginnen te verzorgen. In de voorbije Ronde van Zwitserland reed hij de pannen van het dak. Wadecki is trouwens nog zo’n renner die mits wat geluk een bedreiging kan betekenen voor Armstrong. Niet om de Tour te winnen, maar om Armstrong de Tour te doen verliezen. Een aantal jonge gasten zou door een gebrek aan ervaring kunnen zeggen : kom we vliegen erin en we zien wel waar het schip strandt. Zo kan je een topfavoriet aan het wankelen brengen.

Stive Vermaut beweert dat Armstrong bij US Postal de lakens uitdeelt. Zou jij dat als ploegleider of manager aanvaarden ?

Ik kan mij voorstellen dat Armstrong voor een groot deel de lijnen uittekent, maar ik merk toch dat hij Johan Bruyneel nodig heeft om hem op sommige momenten bevestiging te geven. Voor de ploegleiding is het een zegen om met renners van dergelijk kaliber te werken. Ze ontlasten in zekere zin het werk. US Postal is volledig gebouwd rond die ene kopman; in tegenstelling tot bij veel andere ploegen staat het ook al lange tijd vast wie er aan de Tour deelneemt.

De ploegentijdrit lijkt zijn vaste plaats in het Tourdecor weer te hebben ingenomen. Wat vind jij daarvan ?

Het is pure wielersport : je hebt een voltallige ploeg met body nodig. Veel ploegen zijn er als de dood voor omdat je er mentaal en fysisch kan afgaan. Ik vind het een erg mooie discipline, een prestigestrijd en een waardemeter ook : waar staan we als ploeg ? Je moet anderzijds niet overdrijven, natuurlijk. Zelf heb ik ooit een ploegentijdrit van 153 kilometer gereden; drie uur op de fiets, bevoorrading onderweg : dat was wat veel van het goede. Maar het blijft een prachtig beeld, die formatie, getooid in dezelfde kleuren, hetzelfde materiaal.

Na het ploegen- en individuele tijdritgeweld volgen de bergen. De renners krijgen eerst de Pyreneeën voor de wielen geschoven, dan de Alpen. Maakt die volgorde eigenlijk een verschil uit ?

In feite niet. Achteraf ga je wel horen zeggen : de Alpen liggen mij beter of de Pyreneeën liggen mij beter. Je hebt altijd wel renners die een bepaald soort col beter verteren, maar dat heeft dan vaak te maken met het stijgingspercentage van de cols.

Met eenentwintig cols en vijf aankomsten bergop oogt de Tour bijzonder zwaar.

De Tour is altijd een zware wedstrijd. Trek je de eerste keer naar de Ronde van Frankrijk, dan ben je bang omdat je niet weet wat er gaat komen; Ga je voor de tweede keer, dan ben je opnieuw bang omdat je wél weet wat er gaat komen.

Geen l’Alpe d’Huez wel die andere mythische col, de Ventoux.

De Ventoux is niet de lastigste col, maar ja : wat is een lastige col ? Dat is daar waar je een patat krijgt. Meestal speelt de mentale factor een grote rol. Zo zat Armstrong tot voor de Dauphiné Libéré gewrongen met de Joux-plane, omdat hij daar twee jaar geleden voor het eerst een teken van verzwakking vertoonde. Enerzijds betekent het voor een renner veel als hij kan winnen op de Ventoux of L’Alpe d’Huez door het prestige en de geschiedenis van die cols. Anderzijds staat de Ventoux daar op zijn eentje, terwijl er, bijvoorbeeld, in de vijftiende rit naar Les Deux Alpes meerdere zware beklimmingen op het programma staan. Het gaat niet om superlastige cols, allemaal vijf à zes procent stijgingspercentage, maar die rit is wel 226 kilometer lang.

We krijgen twee rustdagen. Een positief gegeven ?

Ze volgen elkaar vrij dicht op, er zitten maar vijf wedstrijddagen tussen. Op zich vind ik een rustdag wel oké, maar meestal is het zo dat de betere renners op een rustdag nog beter worden. Voor het klassement verandert het weinig, alleen : in een Tour zonder rustdagen zouden er wat minder renners Parijs halen, meer niet.

Jij hebt zelf vijf Tours gereden, wat vond je toen van een rustdag ?

Voor de renners van het kaliber van De Cauwer was dat goed meegenomen ( lacht). Hoewel je een rustdag ook als een werkdag kan beschouwen, hoor. Iedereen moet voor zichzelf uitmaken hoe hij die dag indeelt, maar de meesten trainen toch een aantal uurtjes.

Je zei daarstraks al : ‘Het belang van de Tour blijft toenemen’. De Ronde van Frankrijk overschaduwt de andere wedstrijden. Wordt het belang van de Tour overdreven ?

De aandacht voor het WK voetbal is ook overdreven, maar toch kijken we met z’n allen en vinden we het fantastisch. De Ronde van Frankrijk heeft zijn waarde en zorgt er meer dan welke andere koers voor dat de wielersport populair blijft. Een aantal monumenten als de Ronde van Vlaanderen, Parijs-Roubaix of Milaan-Sanremo geniet ook veel uitstraling. Het moet niet altijd Champions Leaguevoetbal zijn, ook de Uefacup kan boeien.

Aan het WK voetbal of aan de Champions League horen de beste ploegen deel te nemen. Tourdirecteur Leblanc gebruikt andere criteria in zijn selectiepolitiek.

De Ronde van Frankrijk is Frankrijk ontstegen. Vroeger verzorgden drie of vier tv-stations live verslaggeving, nu zie je wereldwijd rechtstreekse beelden. Ik vermoed dat de organisatie het volgend jaar wel anders zal aan boord leggen. Ik zou opteren voor één renner minder per ploeg. Zo kan je meteen twee of drie ploegen meer aan de start krijgen.

Een voorstel als dat van de Vuelta-organisatie om met twee pelotons te rijden, zie je niet zitten ?

Dat lijkt me niet reëel omdat het logistiek, financieel en mediatiek erg moeilijk te verwezenlijken is, maar het brengt wel een discussie op gang. Het vormt misschien de aanzet voor anderen om eens te gaan brainstormen.

Aan de uitbreiding van alles wat rond de Tour hangt – het Tourcircus, zeg maar – werd paal en perk gesteld. Een goeie zaak ?

Het aantal journalisten dat aan start en aankomst mag plaatsnemen werd gereduceerd en dat kan je alleen maar toejuichen. Uiteindelijk heeft Het Vrije Waasland weinig te zoeken in de Tourkaravaan.

Laten we het eens hebben over een Waaslander. Wat verwacht je van kersvers nationaal kampioen Tom Steels ?

Ik zie hem bekwaam om een paar ritten te winnen. Een fitte Tom Steels is zonder twijfel de snelste renner ter wereld. Die nationale driekleur betekende bovendien een geweldige opsteker voor Tom.

Veel zal allicht afhangen van hoe zijn ploeg reageert op het afhaken van sponsor Mapei ?

De renners van Mapei zijn doorwinterde profs en ik heb ook niet de indruk dat ze kwaad zijn op hun baas. Ze leggen zich neer bij wat ze wisten dat kon gebeuren als er renner binnen hun ploeg in verdenking zou worden gesteld van dopinggebruik. Ik vermoed dat het respect van de Mapeirenners voor dottoreSquinzi nog altijd erg groot is en dat ze hem een waardig afscheid uit het wielerpeloton willen bezorgen.

Wat vindt de nationale bondscoach van de samensmelting van Lotto en Domo ?

De betere Belgische renners krijgen de kans om nog meer koersen te winnen, want hoe sterker de ploeg, hoe meer kans om te zegevieren. Maar ik hoop toch dat er nog een sterke Belgische ploeg bijkomt

Wat met de Lotto’s en Domo’s in deze Tour ?

De twee Belgen bij Domo, Axel Merckx en Dave Bruylandts staan beiden voor een belangrijke Tour. Bruylandts omdat het zijn eerste ervaring is in de belangrijkste wielerwedstrijd van het jaar. Axel probeerde vorig jaar enkele keren de meubelen te redden voor Domo door mee te springen in ontsnappingen die vaak lang duurden, maar zelden standhielden. Hij woekerde met zijn krachten, eigenlijk tegen zijn stijl in, want Axel is een intelligent renner. Hij moet bewijzen dat zijn falen vorig jaar vooral te wijten was aan het falen van de ploeg. Ik vind niet dat een van beiden in dienst moet rijden van Richard Virenque. Daarvoor liggen ze te dicht bij elkaar.

De tijd dat we een Lottorenner zagen en blij waren, is voorbij. Lotto is het aan de status die het de laatste twee jaar verwierf, verplicht om te winnen. Met een van het zelfvertrouwen blakende Robbie McEwen behoort dat ongetwijfeld tot de mogelijkheden.

Een opvolger van Lucien Van Impe, ondertussen al 26 jaar geleden, als Belgisch Tourwinnaar is nog niet meteen aan de orde ?

De renner die er in de ietwat nabije toekomst het meest in aanmerking komt om een goed klassement te rijden, is Jurgen Van Goolen. Twee jaar geleden won hij de Willem Tell, toch een van dé belangrijkste rittenwedstrijden voor beloften. We hebben nog wel wat klimtalent bij de jeugd om over vijf, tien jaar mee te doen in de Tour, maar winnen…

door Roel Van den broeck

‘Een fitte Tom Steels is zonder twijfel de snelste renner ter wereld.’

Axel Merckx en Dave Bruylandts staan beiden voor een belangrijke Tour.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content