Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Met het verzekeren van het behoud én een bekerfinale erbovenop bewees Gil Vandenbrouck zijn waarde als hoofdtrainer van Moeskroen. Een gemene nierkwaal bant hem echter uit dromenland.

G il Vandenbrouck, net 47 geworden, leeft voor zijn Excelsior Moeskroen. In die mate dat hij zelfs zijn gezondheid voor de club op het spel zet. Al meer dan twintig jaar wordt zijn leven bepaald door een hardnekkige nierkwaal, maar die gezondheidsproblemen weigert hij te laten domineren. Liever laat hij zijn dagelijks bestaan leiden door de club : l’Excel. “De eerste problemen staken de kop op in 1985. Zes maanden later onderging ik al een niertransplantatie. En dat ging vijftien jaar goed. Tot vijf jaar geleden, sindsdien ben ik weer in behandeling. Dialyses. Maar daar moet je niet te veel over schrijven. Mijn gezondheidstoestand noem ik geen stress. Moeten winnen om in de eerste klasse te blijven, dat is stress. Ik ben geboren en getogen in Moeskroen, iedereen kent me hier. Indien de club was gedegradeerd, dan was het de fout van Gil Vandenbrouck geweest”, verklaart hij tijdens het gesprek. Een spontane en daarom oprechte uitspraak, het toont aan hoe de man meer begaan is met zijn reputatie binnen de streek en de toekomst van de club dan met zijn eigen gezondheid. De nierkwaal die de laatste vijf jaar weer brutaal de kop opstak, herleidt hij tot een voetnoot. Of om het met zijn eigen woorden te zeggen : “Dat staat tussen haakjes.” De kapitalen in zijn persoonlijke agenda worden voorbehouden voor 13 mei, de bekerfinale tegen Zulte Waregem.

Marcin Zewlakow

Vandenbrouck is een stijlvolle veertiger, geen greintje zelfmedelijden te bespeuren. Een fluwelen laagje zonnebruin over de huid, een modieuze bril op de neus, een rustig discours met af en toe ruimte voor een kwinkslag. Qua aanpak nog het best te vergelijken met Ariël Jacobs, niet toevallig lange tijd kandidaat nummer één om volgend seizoen het hoofdtrainerschap van Gil Vandenbrouck over te nemen. Vandenbrouck zelf had, om gezondheidsredenen, altijd te kennen gegeven slechts als trainer ad interim te fungeren. De deal met Jacobs ging niet door, Moeskroen kreeg immers geen licentie toegekend voor volgend seizoen. Ondanks de sportieve redding na de 3-0-winst tegen Sint-Truiden anderhalve week geleden, werd daardoor een groot vraagteken achter de toekomst van de club geplaatst. Vandenbrouck relativeert : “De laatste jaren circuleerden er wel vaker dergelijke geruchten rond Moeskroen, dus echt als een verrassing kwam die licentieweigering niet. Maar ik twijfel er niet aan dat we de licentie vroeg of laat krijgen. Voor mij persoonlijk viel de druk al weg na de zege tegen Brussels. Misschien te vroeg, want daarna verloren we tweemaal op rij.”

Zolang er echter geen licentie is, wordt het moeilijk nieuw bloed aan de club te binden. Dus blijft Gil Vandenbrouck stand-by. Al meermaals mocht hij opdraven als depanneur. In 1997 nam hij enkele maanden over toen Georges Leekens door de KBVB weggeplukt werd om bondscoach te worden. Daarna kreeg hij achtereenvolgens Hugo Broos, Lorenzo Staelens, opnieuw Leekens, Philippe Saint-Jean en Geert Broeckaert boven zich. Deze laatste werd in november 2005 ontslagen, waarna Vandenbrouck de smeekbede van zijn voorzitter aanvaardde om als interim-trainer te fungeren. Tijdens de winterstop kwam Paul Put, die in februari alweer zijn boeltje mocht pakken wegens zijn betrokkenheid bij de gokaffaire. Opnieuw klopte het bestuur bij zijn trouwste dienaar aan. Vandenbrouck : “Na Puts ontslag gaven de spelers te kennen dat ze met mij wilden doorgaan. Bovendien zag ik geen enkele andere trainer die op dat moment de ploeg weer meteen op de rails zou krijgen. Moeskroen is geen ploeg zoals je die vaak tegenkomt in de Belgische competitie, door de grote heterogeniteit binnen de groep is hij moeilijk in de greep te houden. Ik zag het wel zitten, omdat de moeilijkste wedstrijden gepasseerd waren en omdat Marcin Zewlakow erbij was gekomen. Hij zorgt voor vertrouwen in de ploeg.”

Garanties

Er waren natuurlijk meer redenen voor de toezegging van Vandenbrouck. Hij vroeg garanties en kreeg die ook. Zijn contract als assistent-trainer liep in juni van dit jaar af, dat werd omgezet in een overeenkomst van onbepaalde duur. Choses faites en de vertrouwensman van de spelersgroep begon in februari aan zijn missie ‘behoud’. Moeskroen leerde in blok spelen, zelfs toen het een heel uur met tien tegen elf viel (zoals tegen Brussels) viel er geen gaatje te bespeuren in het hechte raamwerk. “In het begin van het seizoen speelden we heel open voetbal, met hoge pressing, maar daardoor verschenen er te veel tegenstanders alleen voor onze doelman”, verklaart de interim-trainer de koerswijziging. “Ik heb de linies een beetje laten zakken en zorgde ervoor dat iedereen samen verdedigde. We opteren nu voor een 4-4-1-1.”

Moeskroen was een vreemd ploegje dit seizoen. Leverancier van weinig sprankelend voetbal en al even weinig boeiende resultaten, maar toch staan ze genoteerd met enkele opmerkelijke zeges : 4-1 tegen Germinal Beerschot, 3-6 op Sint-Truiden, 5-0 tegen Lierse, 0-5 op Westerlo en 6-0 tegen Cercle Brugge. “Goed gekocht, hé”, etaleert Vandenbrouck even zijn gevoel voor humor. Een schuchter lachje om de mondhoeken. Maar even serieus : wat bewijzen die uitslagen ? Vandenbrouck : “Er zit zeker talent in deze groep, we kunnen het verschil maken, maar we vinden zeer moeilijk regelmaat. We zijn er geen enkele keer in geslaagd om twee matchen op rij te winnen. De beker niet meegerekend. Bovendien verloren we thuis vijfmaal met 0-1. Dat kan eigenlijk niet. Als je thuis nog niet weet te scoren, dan is het erg gesteld : wat is nu één goal op eigen veld ? ! Maar ik denk niet dat het aan de mentaliteit ligt, ik heb hier onder mijn bewind geen enkele keer nonchalance bespeurd.”

Eenheid smeden

Onder Geert Broeckaert heerste die wel in de catacomben van Le Canonnier, zo mogen we verstaan. Zijn toenmalige assistent moet dat, met tegenzin, erkennen : “Moeskroen is een ploeg in opbouw, maar het heeft te lang geduurd voor iedereen mekaar begreep. Ik vond de ploeg lange tijd te onsamenhangend. Verschillende religies, nationaliteiten, karakters.”

Als man van de club en aanspreekpunt van de leidinggevende figuren binnen de ploeg ( Steve Dugardein, Zewlakow) kon Vandenbrouck de neuzen wél in dezelfde richting laten wijzen. “Toen ik in december een eerste keer overnam, hebben we eigenlijk ons behoud verzekerd. De groep werd geheroriënteerd. Dit is niet leuk om te zeggen ten opzichte van Geert ( Broec- kaert,nvdr), maar ik zag binnen de groep allerlei zaken die niet positief waren. Een reglement drong zich op. Buiten de kleedkamers doe je wat je wilt, maar zodra je op de club komt, dien je regels te volgen. Voorbeelden ? Niet eten met een petje op het hoofd, of iedereen dezelfde kleur van kousen op training. Vind je die kousen niet leuk ? Vind je dat shirtje niet mooi ? Pech, je moet je schikken. Alleen zo kan je eenheid smeden in een groep.”

Gil Vandenbrouck sleutelde niet enkel aan de groepsmentaliteit, ook tactisch liet hij zich niet onbetuigd. Mustapha Oussalah werd als linkerflank vervangen door Patrick Dimbala en Kevin Hatchi werd van de linksachter naar centraal in de verdediging geschoven. Zewlakow liet hij opdraven als diepe spits met rond hem de Bos-niër Adnan Custovic als zwervende aanvaller of infiltrerende middenvelder. Van Ermin Siljak, de Sloveense ex-international die eind vorig seizoen en begin dit seizoen bij momenten zijn klasse toonde, was geen sprake meer. Het verdict van Vandenbrouck is hard : “Ermin is typisch zo een speler die het einde van zijn loopbaan aan het inleiden is. Hij mist scherpte en zijn snelheid botte aanzienlijk af. Je kunt hem enkel gebruiken als de ballen in de zestien komen, maar aangezien dat bij ons zelden gebeurde, was hij van weinig nut voor deze ploeg. Daarom koos ik voor Custovic, die veel meer volume in zijn spel legt, die infiltreert en mee verdedigt. Zewlakow en Siljak in dezelfde ploeg : dat is onmogelijk.”

Ambitie

Als het moet, kan de minzame trainer vastberaden uit de hoek komen. Zo getuigt ook zijn assistent Claude Verspaille ( zie kader). Maar zich echt opwinden zal hij nooit doen. Het kan en mag niet met zijn acute nierprobleem. De nierkwaal die vijf jaar geleden opnieuw de kop opstak, oefent wel degelijk invloed uit op zijn dagelijks functioneren binnen de club. En hoewel hij zelf niet graag te veel aandacht schenkt aan die beperking, geeft Vandenbrouck er toch een woordje uitleg over. “Het is vooral een kwestie van tijdsgebrek. Het valt me enorm moeilijk om mijn behandelingen te combineren met het hoofdtrainerschap. De behandelingen nemen toch algauw vijftien uur per week in beslag, je ligt daar dan telkens vier uur in het ziekenhuis aan de machines. Je mag niet bewegen, niet drinken en niet eten. Woensdag en vrijdag zijn de ergste dagen. Mijn dag eindigt dan om vijftien uur en daarna ben ik een wrak tot de volgende ochtend. Totaal uitgeput. Voel maar eens aan mijn arm. ( steekt zijn linkerarm uit, we voelen aan de bovenarm en voelen enkele pezen heel nerveus trillen, nvdr) Zo gaat dat een hele dag. Het weegt ook op mijn gezinsleven. Je moet constant rekening houden met wat je eet of drinkt. Je mag jezelf nooit eens laten gaan. Maar mijn familie begrijpt wat voetbal voor mij betekent.”

Ondanks het feit dat zijn nierprobleem steeds acuter wordt (de behandelingen duren steeds langer en hij staat bovenaan een wachtlijst voor een nieuwe niertransplantatie), ging Gil Vandenbrouck toch de uitdaging aan om zijn club in de eerste klasse te houden. Dat wijst op een verdrongen ambitie. Stel dat Moeskroen op 13 mei ook nog eens de beker wint, dan is Vandenbrouck de held en kan zijn trainerscarrière gelanceerd zijn. Luidt de vraag : zonder die nierkwaal, zou hij dan wél uitgesproken het hoofdtrainerschap ambiëren ? ” Bonne question … ( zwijgt even) Als ik eerlijk ben met mezelf zeg ik waarschijnlijk ja. Maar de realiteit is dat ik al zo lang met die nierproblemen kamp, dat het een stuk van mijn leven werd. Hoe dan ook zal het niet makkelijk worden om deze zomer weer een stapje terug te zetten, aangezien ik nu toch een half seizoen intensief met de ploeg bezig ben geweest als hoofdtrainer. Als je dan plots weer enkel de opwarming moet geven, dan is dat een grote verandering. Ach, we zien wel, met de huidige licentieproblemen zie ik nog niet te gauw een nieuwe trainer komen en als er op 15 juni nog niemand is aangesteld, weten we allemaal wie mag opdraven, hein …”

MATTHIAS STOCKMANS

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content