Matthias Stockmans
Matthias Stockmans Redacteur van Sport/Voetbalmagazine en Knack Focus.

Een stroeve voorbereidingsperiode, daar in Bree. Maar coach Paul Vervaeck koos bewúst voor een moeilijk oefenprogramma. Met een vliegende start tot gevolg.

Op moment van schrijven telt Bree amper één verliespartij in zeven officiële wedstrijden, dat was op de eerste Europese speeldag tegen Nancy. En als de resultaten goed zijn, volgt de positieve sfeer vanzelf. Niets dan lovende echo’s uit Limburg dus. Hoewel ? Daags voor de overwinning tegen RB Antwerpen verschijnt een ontmoedigde Jan Van Hoecke in de Expodroom op de namiddagtraining, hij kreeg net te horen dat hij met een enkelblessure vier tot zes weken out zal zijn. Onder andere Wim Vanhaele, Chris Fite en Yves Dupont – of Yvette, zoals manager Eddy Swaeb hem liefkozend noemt – komen even informeren naar de ernst van de blessure. Maar enkele seconden later wordt er in het groepje geïnteresseerden hardop gelachen, de blessure van Van Hoecke lijkt al weer vergeten.

Tot coach Paul Vervaeck zijn troepen weer het veld opjaagt om enkele offensieve setplays voor het weekend in te oefenen. Uiterst gefocust en gedreven nemen de spelers de aanwijzingen van Vervaeck in zich op. De coach doet uit noodzaak zelfs even mee als spelverdeler. “Het ziet ernaar uit dat we onze nieuwe point guard al gevonden hebben”, grapt Van Hoecke aan de zijlijn.

Vooral de sterke prestaties van de Belgische as ( Desaever-Dupont-Vanhaele) springen in het oog. Mathias Desaever nam, gevrijwaard van enige aanpassingsproblemen, zijn goede vorm vanuit Bergen mee en schiet gemiddeld zowat twintig punten per wedstrijd in het netje. Desaever, die altijd ernstig met zijn vak bezig is, voegt duidelijk een professionele meerwaarde aan het team toe. Yves Dupont kende vorig seizoen een wat moeilijke start tijdens zijn eerste seizoen in Bree. Maar na januari herpakte de Antwerpse center zich en eindigde hij het seizoen als beste rebounder (gemiddeld 9,8) in de competitie. Vier speeldagen ver in het nieuwe seizoen 2002/03 zit den Bolle aan gemiddeld 15 rebounds, 15 punten en 2,8 assists per wedstrijd. Tegen Leuven haalde hij zomaar eventjes 26 rebounds neer, een persoonlijk record en het beste bewijs dat ook Dupont zich dezer dagen goed in zijn vel voelt.

“Klopt,” beaamt Dupont. “Momenteel loopt de samenwerking tussen Fite en mezelf erg vlot. Net zoals op het eind van vorig seizoen, vind ik. Het bestuur beloofde naar een bijkomende grote jongen te blijven speuren. Want sinds het doorsturen van onze Amerikaan Patrick Doctor ( die voor een vuistslag op Jochen Delvincquière in het bekerduel tegen Damme zijn ontslag kreeg, nvdr) telt de kern maar drie pivots. Met alleen Fite, Jochen Ceyssens en ik, heeft de coach te weinig rotatiemogelijkheden onder de ring. Voorlopig kwamen we nog niet in de problemen, maar als één van ons in foutenlast geraakt, kan dat tekort wel problematisch worden. Bovendien krijgen we, met die Europese verplaatsingen, een druk programma voorgeschoteld. Dat hou je geen maanden vol.”

Waarom het nu zo goed gaat ? “Omdat Bree met Mathias (Desaever) en Wim (Vanhaele) over twee gevaarlijke mannen van buitenuit beschikt, waardoor Fite en ikzelf meer ruimte krijgen inside. Vorig jaar liet de coach me meer vrijheid om naar buiten te komen, maar dat is nu met die twee rasschutters niet meer nodig. Bovendien ken ik Mathias en Wim al meer dan acht jaar. Mathias van bij de nationale selecties en Wim van bij Antwerpen. Het klikt zowel op als naast het veld in deze groep. Er zijn geen rotte appels die de rest kunnen meetrekken als het eens wat minder gaat. We beschikken over negen volwaardige kernspelers en een vervanging betekent geen verzwakking meer. Dat is een absolute must, wil je een topploeg zijn.”

De voorbije twee jaar profileerde Bree zich als een te duchten subtopper. Een ploeg in opbouw die het Charleroi en Oostende knap lastig kan maken, maar in de play-offs net dat tikkeltje tekort komt om echt met de groten mee te doen. Dupont : “De erevoorzitter sprak indertijd dat we binnen drie jaar kampioen zouden spelen, ik heb het gevoel dat we dichtbij zullen eindigen. Daarvoor zijn Mathias en ik naar hier gekomen. Afhankelijk van wie de club nog als versterking binnenhaalt voor de insidepositie, denk ik dat we dit seizoen al echt met Charleroi en Oostende kunnen concurreren. Ook op Europees gebied liggen er mogelijkheden. We moeten eerlijk zijn : de FIBA-cup herbergt niet dé grote topploegen, want die spelen in de Euroliga of de ULEB-cup. Een plaatsje in de tweede ronde moet zeker tot onze ambities behoren.”

Wim Vanhaele tenslotte. Misschien is hij wel het geheime recept voor de goede gang van zaken bij Bree. In amper vier maanden tijd ontpopte de goedlachse Antwerpenaar zich tot het bindmiddel die van de verschillende Breese ingrediënten een romig sausje maakte. Jan Van Hoecke : “Wim is de man die sfeer in de groep brengt, hij loopt altijd stralend door de gang. Ik kende hem al van bij Antwerpen indertijd en hij is nog geen haar veranderd.” Yves Dupont : “Je merkt dat Wim zich, sinds hij twee jaar voor Bree tekende, weer de gelukkigste mens op aarde voelt. Hij geniet van elke seconde die hij op het parket staat en dat straalt af op de rest van de ploeg. Wim wil altijd en overal winnen, maar laat het teambelang steeds primeren. Een echte ploegspeler.” Het weinig omslachtige en toch veelzeggende commentaar van Melvin Watson: “He’s funny ! A really great guy.” En de coach, Paul Vervaeck : “Wim is voor mij de grote verrassing van dit seizoen. Heel matuur en uitstekend van de bank komend, een functie waar niet iedereen mee kan omgaan.”

Vorig seizoen rond deze tijd zat Wim Vanhaele (28) nog zonder club. Zijn contract bij Leuven liep ten einde en blijkbaar was geen enkele Belgische eersteklasser overtuigd van Vanhaeles capaciteiten. Hoewel hij het bij Antwerpen en daarna Leuven tot international schopte. Uiteindelijk stortte een ontgoochelde Vanhaele zich in een Spaans avontuur bij San Sebastian (Spaanse tweede klasse). Ook geen onverdeeld succes.

“Sportief viel Spanje tegen,” geeft Vanhaele toe. “Ik kreeg van de coach amper vijftien minuten per wedstrijd, terwijl ik in die divisie toch wat meer verwachtte. De ploeg miste op een haar na de play-offs. Buiten het terrein voelde ik me uitstekend. De Spaanse levensfilosofie van tranquilo – alles op zijn tijd – bekoorde me wel. Mocht ik vrijgezel zijn, was ik daar gebleven. Via een ploegmaat kon ik er aan de slag als zwembadenverkoper. Maar mijn zwangere vrouw bleef in België om hier te bevallen, daardoor zat ik daar toch vier maanden alleen. Door de vele en lange busreizen in Spanje, had ik er veel tijd om over de grote en kleine dingen des levens na te denken. Je kan moeilijk constant op de Game Boy spelen, hé. ( lacht) Ik kwam tot de conclusie dat alles toch relatief is, dat je als mens zo weinig vat hebt op het leven. Dat ik als profspeler enorm geprivilegieerd ben, het in feite een zalig leventje is. En vooral dat mijn gezin veel belangrijker is voor mij dan ik voordien ooit had gedacht. Dat zijn zaken die je je anders veel te weinig realiseert.

“Als de coach zegt dat hij me nu een pak volwassener vindt, geef ik hem honderd procent gelijk. Logisch, als je zo’n jaar meemaakt. Ik wilde absoluut bij Leuven weg, hoewel ik er in februari 2001 een verbeterd voorstel kreeg. Ik voelde mijn motivatie er langzaam wegebben. Op een bepaald moment stond ik op met de gedachte : wat ga ik vandaag doen ? Ik had het enorm moeilijk met het feit dat we zoveel verloren. Je mag niet vergeten dat ik van een topclub kwam, waar je gewoon bent te winnen. Goed, je kan dan stellen : nu ga ik voor mezelf spelen en elke wedstrijd twintig punten maken, zodat mijn statistieken leuk ogen en dan had ik nooit zonder werkgever gezeten na de zomer. Maar dat kan ik niet, dat past niet in mijn filosofie. Ik speel altijd voor de ploeg.

“Toen Bree mij in maart belde, nam ik mijn vrouw vast en zei : Dit is een nieuwe start. Bij Bree kwam ik bij een club terecht die het vorig seizoen al goed deed, bovendien kende ik al verscheidene jongens. Na wat ik meemaakte vorig seizoen kan je dan alleen maar boordevol zelfvertrouwen zitten. De coach weet wat ik kan en tekent soms plays uit waarop ik vrij kom voor het schot. Een tactiek die me op het lijf geschreven is. Bree heeft een gelukkige zesde man op de bank zitten, die de ploeg een boost kan geven : ik denk niet dat je zoiets vaak vindt en het kan de ploeg alleen ten goede komen. Ik heb hetzelfde gevoel als destijds bij Antwerpen : hier is iets mogelijk.”

door Matthias Stockmans

‘Er zijn geen rotte appels die de rest meetrekken als het wat minder gaat.’ (Yves Dupont)

‘Bree heeft een gelukkige zesde man op de bank zitten : ik denk niet dat je zoiets vaak vindt.’ (Wim Vanhaele)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content