De Rode Duivels hebben hun stage in Zweden achter de rug. Zaterdag nog de uitzwaaimatch tegen Tunesië en volgende week dinsdag vliegen ze met de dromen van het hele land op zak richting Brazilië.

De komende weken zal één vraag om de haverklap terugkeren: is deze generatie beter dan die van Mexico’86? Jan Ceulemans en Jean-Marie Pfaff hadden toen al een EK-finaleplaats op hun palmares en konden nagenoeg zonder druk aan het toernooi beginnen. Dit keer kleurt het verwachtingspatroon hier en daar zelfs goud. Een succesvolle marketingcampagne kan ook een keerzijde hebben.

Wat kunnen we van dit WK verwachten? Gedurende zeventig jaar was de Wereldbeker het walhalla van het voetbal. Daar en nergens anders werden nieuwe speelwijzen geïntroduceerd, grote voetballers geboren en marktwaarden bepaald.

De jongste tien, vijftien jaar is het zwaartepunt verschoven naar de Champions League. Het kampioenenbal is niet alleen de belangrijkste afspraak op de kalender geworden, het is ook het podium waarop het beste voetbal wordt gebracht.

Clubvoetbal is beter geworden dan interlandvoetbal. Clubcoaches beschikken over veel meer tijd om patronen in te slijpen en de rijke teams hebben middelen zat om met dure aankopen zwakke punten in de opstelling weg te werken.

Een beetje verontrustend is dan ook dat de voorbije campagne een minder goede editie was. Geen enkele ploeg kon de wervelende combinaties van Barcelona van de voorbije jaren doen vergeten en het festival van aanvallend voetbal dat Bayern München en Borussia Dortmund vorig jaar voor de finale gereserveerd hadden, kreeg geen verlengstuk.

Deze Champions League werd gedomineerd door de Madrileense clubs. Het countervoetbal van Real is vaak schitterend om te zien, maar de hoogtepunten blijven beperkt. Atlético liet in de eindstrijd dan weer zien waarom sommigen het als ‘soms schofterig’ omschrijven en dat coach Diego Simeone al te vaak een ongemanierde vlerk is.

Geen goede voortekenen voor het WK, dat lang voor de eerste bal getrapt wordt, gebukt gaat onder het straatprotest. Het oogde nochtans zo mooi: een Wereldbeker in het land van Charles Miller, die na zijn studieperiode in Engeland met een paar ballen terugkeerde en het grote volksspel een tweede bakermat bezorgde. Zon, zee, strand, samba, voetbal: een onweerstaanbare cocktail.

Braziliaans voetbal staat in onze ogen ook synoniem met o jogo bonito (het mooie voetbal). Helaas, sinds 1986 hebben de Brazilianen op het WK altijd het resultaat verkozen boven de schoonheid. Bondscoach Felipe Scolari staat bovendien bekend om zijn realistische aanpak en winnen zal belangrijker dan ooit zijn voor het thuisland. Brazilië smacht naar de zesde wereldtitel en alleen goud kan het land enigszins verzoenen met de zware kostprijs van de komst van het vierjaarlijkse voetbalfeest. Een herhaling van de ontgoocheling van het WK van 1950 (Brazilië greep in de slotmatch tegen Uruguay naast de wereldkroon) zou tot een nog groter nationaal trauma leiden.

Scolari vreest dat zijn team hinder zal ondervinden van de maatschappelijke onrust en zal eieren voor zijn geld kiezen. En als Brazilië het spektakel niet brengt, wie dan wel? Titelverdediger Spanje oogt oud en vermoeid en verliezend finalist Nederland gelooft voor de eerste keer in de geschiedenis niet in Oranje.

Wat trainers ook beweren, individuele spelers maken het verschil. Maar de vooruitzichten zijn niet riant. Dat Diego Costa koste wat het kost – zelfs een deelneming aan het WK – aan de finale van de Champions League wilde beginnen, illustreerde nog maar eens waar de belangen van de moderne voetballer liggen.

De Braziliaanse Spanjaard is niet de enige ster die mogelijk niet zal blinken in het land van de caipirinha. Cristiano Ronaldo tobt al weken met een blessure. Schweinsteiger, Lahm, Özil en Khedira zijn om uiteenlopende redenen op de sukkel. De Zuid-Amerikanen, die voor het eerst sinds 1978 nog eens op het eigen continent spelen, hebben ook kopzorgen: Argentiniës Lionel Messi is al maanden op zoek naar zichzelf en Uruguays Luis Suárez ligt nog in de lappenmand.

Wie gaat de show dan stelen? De Rode Duivels? Neen, laat ons vooral de lat niet nog hoger leggen.

DOOR FRANÇOIS COLIN

Nog voor de eerste bal wordt getrapt, gaat het WK gebukt onder het straatprotest.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content