Nederig nam Fränk Schleck op het podium van Luik-Bastenaken-Luik zijn pet af voor Philippe Gilbert. Respect voor de beste eendagsrenner van de wereld die met La Doyenne een uniek vierluik succesvol afrondde. Een portret.

24 juli 2005. Net voor het Tourpeloton, met op kop de Discovery Channelploeg van eindwinnaar Lance Armstrong, Parijs binnenrijdt, demarreert Philippe Gilbert. Tijdens zo’n parade aanvallen, is volgens de ongeschreven wielerwetten not done, maar dat lapt de 23-jarige Tourdebutant aan zijn laars. Hij versnelt op de natte en spiegelgladde boulevards van Parijs en dat levert hem banbliksems op van The Boss en Ivan Basso, tweede in de eindstand. Zij wijzen de Waal openlijk terecht, maar die bijt fel van zich af, hij deed immers niets anders dan wat hij al zijn hele carrière doet: aanvallen. Tot zijn vreugde krijgt de Française des Jeuxrenner van de organisatoren zelfs de Prijs van de Strijdlust.

Een anekdote die de carrière van Philippe Gilbert perfect samenbalt. Al van jongs af slaat hij zijn eigen weg in en verlaat hij de platgetreden wielerpaden in de hoop zijn ultieme droom, een toprenner worden, waar te maken. Zijn hele loopbaan is een aaneenschakeling van eigengereide, maar weloverdachte keuzes, gestoeld op een langetermijnvisie. Zo opteert hij bij de beloften voor de kleinere Vlaamse ploeg van Dirk De Wolf, ABX Go Pass, omdat hij vindt dat hij alleen beter kan worden als hij in zijn eentje moet opboksen tegen het sterke Domoblok met onder meer Nick Nuyens, Johan Vansummeren en Jurgen Van den Broeck. En wanneer de 20-jarige Waal in 2003 de stap naar de profs wil zetten, lijkt Lotto de meest logische optie, maar geeft hij zijn jawoord aan Française des Jeux, omdat hij daar “met veel minder druk aan zijn carrière kan bouwen”. Pas zes jaar later keert Gilbert terug naar België omdat ploegleider Marc Madiot er niet in slaagt een sterke kern voor de klassiekers rond hem te bouwen. De Waal won wel op indrukwekkende wijze de Omloop Het Volk en Parijs-Tours, maar hij mikt met zijn nieuwe Silence-Lottoploeg hoger. Die eerste maanden bij zijn nieuwe ploeg zijn echter een verschrikking. Hij voelt een manifest gebrek aan vertrouwen bij de ploegleiding, iets wat pas verandert na zijn derde plaats in de Ronde van Vlaanderen.

Het is de rode draad doorheen zijn carrière: wie niet meegaat in zijn stappenplan, krijgt met een nukkige Gilbert te maken. My way or the highway… Maar wie presteert, heeft recht van spreken en dus zet híj sindsdien bij Omega Pharma-Lotto de lijnen uit.

Monaco

Eind 2008 neemt Phil nog een andere beslissing, misschien wel de meest cruciale uit zijn carrière: ondanks zijn verknochtheid aan zíjn Ardennen, trekt hij naar Monaco. Niet alleen een financiële vlucht, maar vooral om in de bergen rond het prinsendom beter te kunnen trainen met collega’s als Tom Boonen, Stuart O’Grady, Mark Renshaw of Thor Hushovd. Toppers die onbewust elkaars niveau, en vooral dat van Gilbert, opkrikken. Ook omdat hij op aanraden van Dirk De Wolf steeds meer traint op een hoge trapfrequentie, van negentig tot ruim boven de honderd, daardoor in de finales meer reserves heeft en nog meer met zijn uitzonderlijke explosiviteit kan uitpakken. Tot wat dat sinds eind 2009 leidde – zeven klassiekers en zes semiklassiekers in amper negentien maanden – is de laatste dertig jaar niet meer vertoond.

Het rendement ook van een passionele liefde voor de fiets. Wielrennen is voor Gilbert geen opoffering maar een way of life, 365 dagen per jaar. Johan Museeuw maakte vorig weekend de vergelijking met Erik Zabel, een trainingsbeest dat erom bekendstond om tijdens de winter tot 16.000 kilometers af te malen. Insiders zeggen dat Gilbert daar niet ver af zit, en dat fundament is meteen de reden waarom hij, net als Zabel, een heel seizoen lang op een hoog niveau kan rijden. Opvallend daarbij is dat Gilbert zich niet laat begeleiden door een trainer, niets moet weten van een hartslagmeter en vooral naar zijn lichaam luistert.

Hoofd en de benen

Als geen ander kan hij na een zege of zelfs een nederlaag meteen focussen op een volgend doel. Een uur na het WK in Geelong, waar hij op enkele kilometers van de streep werd ingerekend, belde hij naar zijn broer Christian. Van ontgoocheling was niets meer te merken, hij zat al met zijn gedachten bij Parijs-Tours en de Ronde van Lombardije… Die mentale sterkte is misschien wel Gilberts grootste kwaliteit. Zijn ex-ploegleider Marc Madiot vertelt nog vaak over de Tour van 2006, toen Gilbert in de halve bergrit naar Gap honderd kilometer voor de finish gelost werd. Puur op karakter reed hij ruim een half uur na de winnaar over de eindstreep. Een aantal nachten ervoor had hij ’s nachts al huilend naar Dirk De Wolf gebeld. De Française des Jeuxrenner zette toch door en bereikte uiteindelijk toch Parijs. Voor Madiot een van dé kantelpunten in Gilberts carrière.

Meer dan gelijk welke topper, is de Waal in staat om een team rond zich te smeden en om – zoals Marc Coucke het in een krant verwoordde – “zijn bloed tegelijk naar zijn benen en naar zijn hersenen te laten lopen”. In zijn fameus klavertje vier schatte hij perfect in waar hij op welk moment kon toeslaan, zonder zijn bijna eindeloze krachten te veel uit te putten. Dat zoiets niet vanzelfsprekend is, ondervond Gilbert vorig jaar nog op het BK en WK, waar hij telkens van té vroeg vertrok. Dezelfde fout die hij dit jaar ook in de Ronde van Vlaanderen maakt, toen hij had moeten rekenen op zijn sprint, in plaats van alleen door te gaan na de Bosberg. De aanvaller pur sang gaf daarna zelf aan dat verdedigend rijden ook kan renderen. Het pleit voor hem dat hij zijn tomeloze aanvalsdrift heeft kunnen temperen.

Leemtes

“Waar gaat dat eindigen?”, is nu de veelgestelde vraag. RTBF-commentator Rodrigo Beenkens stelde een ranglijst op van het aantal klassieke overwinningen die de groten in de wielergeschiedenis nog voor hun 29e verjaardag behaald hadden. Met acht klassiekers (Gent-Wevelgem en Waalse Pijl worden ook meegeteld), evenaart Gilbert Jan Raas, Bernard Hinault en Henri Sutter en doet hij beter dan onder meer Roger De Vlaeminck (7), Tom Boonen (7), Rik Van Steenbergen (5), Johan Museeuw (4), Sean Kelly (4), Fausto Coppi (4), Paolo Bettini (3), Michele Bartoli (3) en Erik Zabel (3). Gezien Gilberts liefde voor zijn vak en onblusbare ambitie lijkt het niet onwaarschijnlijk dat hij nog vijf, zes jaar op topniveau zal meedraaien en dat hij zijn aantal minstens nog zal verdubbelen. Om als een échte grote de wielergeschiedenis in te gaan moet hij wel nog een paar grote hiaten in zijn palmares opvullen: minstens nog twee van de drie resterende eendagsmonumenten – Milaan-Sanremo, Ronde van Vlaanderen en Parijs-Roubaix – winnen, een keer wereldkampioen worden – in 2012 in Valkenburg? – en een paar ritten in de Tour op zijn naam schrijven. Dat hij die laatste leemte in de eerste week van juli, met een paar hellende aankomsten bergop, invult, zal niemand nog verbazen.

DOOR JONAS CRETEUR – BEELD IMAGEGLOBE

Wie niet meegaat in zijn stappenplan, krijgt met een nukkige Gilbert te maken.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content