… Na vier flaters zitten wenen in de kleedkamer

© KOEN BAUTERS

Vanaf komende zondag is Tom Coninx op VTM het gezicht van het vernieuwde Stadion. De Limburger kijkt er ook al naar uit om straks opnieuw de regioderby tussen STVV en RC Genk rechtstreeks te volgen.

Ik woonde in totaal achttien jaar in Sint-Truiden. In de buurt van het oude Staaien ben ik geboren en getogen. Rond mijn achtste trok ik dan naar STVV met de vraag of ik mocht meevoetballen. Nadat ik begon als veldspeler belandde ik uiteindelijk in doel. Mijn voorbeeld was Jean-Marie Pfaff. Uiteindelijk stond ik ongeveer tot mijn achttiende onder de lat bij Sint-Truiden. Twee tot drie jaar eerder speelde ik nationaal. We hadden zelfs eens een seizoen dat we kampioen speelden zonder te verliezen. Ik beschik nog over een serieuze medaillekast. Het grootste pak rammel kregen we eens op Club Brugge: 5-0-verlies en zeker vier flaters. Toen heb ik zitten wenen in de kleedkamer.

‘Je mag dus stellen dat ik wel over wat talent beschikte. Alleen had ik er niet genoeg om aan de top te geraken. Dan had je jongens die nog meer goesting, doorzettingsvermogen en potentie toonden. Zoals Gunter Verjans, een van de weinigen uit mijn lichting die het tot eersteklasseprof schopte. (lacht) Zelf zakte ik af naar provinciale en later nog naar het cafévoetbal.

‘Ik amuseerde me altijd als jeugdspeler van STVV. Aan die periode houd ik nog steeds vrienden over. Het vergrootte mijn mensenkennis ook, toen ik zag hoe sommige ouders wel heel hard opgingen in de hobby van hun kind en met een paraplu op de scheidsrechter afstormden. Maar door competitieduels over het gehele land leerde je ook nieuwe streken kennen. Van Genk was nog lang geen sprake, STVV was toen dé ploeg van Limburg.

‘Als meest legendarische supportersmoment denk ik meteen terug aan de promotie van het seizoen 1986/87 uit tweede klasse, onder Guy Mangelschots. We beschikten over een ploeg met allemaal streekjongens: de generatie met Marc Wilmots, Roland Velkeneers, Renaat Koopmans, Danny Boffin, Gunter Jacob, Stef Agten en Wilfried Sleurs. Onze eerste helden, een team dat snel uitgroeide tot giant killer. Herinner je je nog de daverende beelden vanop tv? Dat was de Hel van Staaien, waar de brandweer vooraf het gras besproeide om het veld voor de tegenstander extra zompig en zwaar te maken. De fans klopten met hun vuisten op de betonplaten, ploegen hadden schrik om naar STVV te komen.

‘Hetgeen er nu staat op Stayen, dankzij Roland Duchâtelet, is wel knap. Een prachtig stadion, een van de modernste van België. De hele buurt kwam daar tot leven dankzij het hotel, dat winkelcentrum, die fitness. Een grote vooruitgang. Ik heb nu wat meer tijd op zaterdag, nadat ik zes jaar op de VRT in Brussel en evenveel tijd in Vilvoorde werd verwacht op VTM voor Stadion. Dit seizoen ging ik al twee- tot driemaal met mijn kinderen. We wonen in Brussel. Ons zoontje is voor Anderlecht, onze dochter voor STVV. Truienaars zijn een ras apart, zo zegt men toch. Wij hebben het vurige van Luik wat in ons. Voor mij blijft Lon Polleunis nog altijd mister STVV. De Gouden Schoen van 1968 is de belichaming van Sint-Truiden, het symbool van techniek en strijdlust.

‘Onze eerste uitdaging wordt nu RC Genk verslaan, want in die regioderby moesten we de afgelopen jaren meestal het onderspit delven. Die afspraak wil ik deze keer zeker niet missen.’

DOOR FRÉDÉRIC VANHEULE – FOTO KOEN BAUTERS

‘Lon Polleunis blijft voor mij nog altijd mister STVV. Hij was een symbool van techniek en strijdlust.’ – Tom Coninx

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content