Samen met Roeselare, Eupen en KVSK United, speelt Bergen straks de eindronde in tweede klasse. Doelman Tristan Peersman blikt terug opde ups en downs van zijn carrière. ‘Bergen wil zo snel mogelijk terug naar eerste klasse.’

Prof geworden op zijn achttiende, bij Anderlecht in doel gestaan, bij de Rode Duivels gespeeld, ervaring opgedaan in het buitenland. Wat een geweldige carrière, zou je denken. En toch, Tristan Peersman kende ook heel wat tegenslag, sukkelde van de ene blessure in de andere, had privéproblemen en kreeg flinke teleurstellingen te verwerken. Toch staat er vandaag een opgewekte doelman in doel bij Bergen. Een overzicht van de mens Tristan en de doelman Peersman aan de hand van dertig thema’s.

– Emilio Ferrera

Tristan Peersman: “Op het moment dat hij het roer overnam bij Beveren, hadden we de slechtste verdediging. Ferrera besloot vrijwel meteen om slechts met drie verdedigers te spelen. We vreesden het ergste, maar Emilio’s systeem pakte goed uit. Op persoonlijk vlak klikte het niet echt tussen Ferrera en mij. Hij nam het me niet in dank af dat ik openlijk mijn keeperstrainer, René Cool, verdedigde. Ferrera wilde Cool aan de kant schuiven zodat hij een bevriende keeperstrainer kon aanstellen. Ik heb hem er toen op gewezen dat Cool wel diegene was die Dirk Rosez, Erwin Lemmens, Geert De Vlieger, Filip De Wilde en mij heeft gevormd. Cool heeft Beveren miljoenen opgeleverd. Dat ik al een contract bij Anderlecht had getekend voor volgend seizoen zal er ook wel geen goed aan gedaan hebben.”

– Vreselijke blessure

“Ik had net getekend bij Anderlecht en er werd veel van mij verwacht. Ik moest de opvolger van Filip De Wilde worden, maar tijdens mijn laatste wedstrijden met Beveren heb ik met inspuitingen gespeeld. Tijdens een van die inspuitingen is er een bacterie in mijn voet terechtgekomen en dat was het begin van een hele hoop problemen. Die bacterie bleef zich maar verspreiden en na verloop van tijd had ik zowaar een gat van drie centimeter in mijn voet. Ik heb verschillende huidtransplantaties ondergaan en omdat de zenuwen geraakt waren, had ik geen gevoel meer in mijn voet. Alles bij elkaar ben ik zeven keer geopereerd en bleef ik drie jaar langs de kant. Nu heb ik niet echt pijn meer, maar ik moet wel nog steeds voorzichtig zijn. Als ik nieuwe schoenen aanheb of het veld ligt er hard bij, moet ik mijn voet echt helemaal intapen.”

– Familiebedrijf Beveren vs fabriek Anderlecht

“Ik kwam in een compleet andere wereld terecht. Bij Beveren speelden we altijd voor het behoud, meer niet. Elke overwinning werd er gevierd. Er speelden ook veel jongens van de streek en dat was bij Anderlecht wel even anders. We hadden de beste ploeg, dus een zege was er niet meer dan normaal. Kampioen worden was er geen uitzondering, in Europa moest er geschitterd worden en ook in de Belgische beker moesten we er staan. Michel Verschueren wist maar al te goed hoe hij de druk moest opdrijven. Hij zei toen vaak: ‘Een wielrenner die de Ronde van Frankrijk wil winnen, moet ook in een kermiskoers de tegenstand in de vernieling willen rij-den.'”

– Weerbaar genoeg voor Anderlecht?

“Natuurlijk was ik mentaal sterk genoeg om naar Anderlecht te gaan. Ik weet dat er spelers zijn die niet om kunnen met de stress die bestuur en pers je opleggen, maar ik had daar absoluut geen last van. Dat ook Anderlecht er zo over dacht, bleek voor mij uit de manier waarop ze me behandelden. Het feit dat ze me een contractverlenging aanboden op het moment dat ik nog herstellende was van mijn blessure, was voor mij een enorme blijk van vertrouwen. Ik houd aan mijn periode bij Anderlecht meer positieve dan negatieve herinneringen over.”

– Te jong voor Anderlecht?

“Ik was ongetwijfeld te jong, maar een transfer naar Anderlecht weiger je nu eenmaal niet. Natuurlijk zijn er dingen die ik achteraf bekeken beter had kunnen doen. Ik zou mijn kansen beter verdedigd kunnen hebben als ik een paar jaar later naar Anderlecht was gegaan. Toch is het vooral mijn blessure die mij destijds heeft afgeremd. Anderlecht kon niet wachten tot ik weer fit was. Ze konden gewoon niet anders dan Daniel Zítka aantrekken.”

– De psycholoog

(lacht) “Ben je daar nu weer? Wat wil je dat ik daar nog over zeg? Ja, ik heb twee of drie sessies met Johan Desmadryl gedaan. Maar enkel omdat de club me dat gevraagd had. Frankie Vercauteren was er heilig van overtuigd dat een psycholoog voetballers beter kan maken. Ik daarentegen … Iedereen heeft het toch wel eens moeilijk thuis of op het werk. Moet je daar dan meteen een psycholoog voor raadplegen? Ik wist van voor het eerste gesprek al dat Johan niets voor mij kon betekenen. Mijn grootste probleem toen was de moeilijke zwangerschap van mijn vrouw. Ze kreeg drie maanden vroeger dan gepland al weeën en de dokters konden ons niet verzekeren dat de baby in goede gezondheid ter wereld zou komen. Kun je je dat voorstellen? Ik begon aan de wedstrijd en misschien kwamen ze me na het laatste fluitsignaal vertellen dat mijn kind dood geboren was. Je begrijpt dat je je op zo’n moment niet voor de volle honderd procent kunt concentreren. Het is trouwens de eerste keer dat ik dit aan een journalist vertel. Vroeger wilde ik mijn privésituatie niet in de krant brengen omdat het toen nog te gevoelig lag en ik geen excuses wilde zoeken. Nu kan ik er wel over praten omdat het uiteindelijk goed afgelopen is. Het was de meest trieste periode uit mijn carrière. Die situatie bracht een paar flaters met zich mee en ik kreeg daarvoor de rekening gepresenteerd. Dat vond ik toen echt onrechtvaardig.”

– Hugo Broos

“Het palmares van Hugo Broos is indrukwekkend, maar een echt goed contact hadden we destijds niet. Gek genoeg is onze band hechter geworden na mijn vertrek bij Anderlecht. We sturen elkaar nu elk jaar een kaartje met oudejaar bijvoorbeeld.”

– Frankie Vercauteren

“Vercauteren was heel afstandelijk. Ik denk dat hij vond dat die houding paste bij zijn functie. Bij Anderlecht praat je niet met de trainer, je luistert naar hem. Ik was onder de indruk van Vercauterens inzet, professionalisme en zijn verfrissende ideeën. En van zijn voetballende kwaliteiten! Hij was de beste technicus van de groep. Het was simpelweg onmogelijk om hem de bal te ontfutselen.”

– Het Anderlechtbestuur

“Over Herman Van Holsbeeck kan ik niet veel zeggen. Ik heb hem niet lang als manager meegemaakt. Verschueren kende ik wel goed. Michel is een zeer correcte man die dicht bij de spelers staat en die zijn werk met hart en ziel doet. Hij verdient een standbeeld.”

– Daniel Zítka

“Daniel is een zeer goede doelman. Hij beschikt over kwaliteiten die ik niet heb. Hij leest het spel enorm goed waardoor hij beter dan wie ook kan anticiperen op een situatie. Hij ziet het gevaar als het ware voor het er is. Daartegenover staat dat ik explosiever ben en dat ik ook een betere lijnkeeper ben. Ik weet nog goed dat ik het niet leuk vond dat Hugo Broos hem in doel zette van bij de competitiestart. Zítka beging enkele flaters, waardoor ik alsnog mijn kans kreeg. Maar toen begon ook ik te blunderen. Niet meteen wat je noemt de ideale vervanger dus. Nu kan ik daarom lachen. Het leven gaat verder hé.”

– Stoppen

“Ik heb nooit beweerd dat ik mijn schoenen aan de haak wilde hangen toen het niet wilde lukken bij Anderlecht. De media hebben me die woorden in de mond gelegd. Er zijn in die periode wel meer dingen uit hun context gerukt.”

– Depressie

“Als ik al een depressie gehad zou hebben, dan was het toch zonder dat ik het wist. Privéproblemen zijn toch nog heel wat anders dan een depressie, vind ik.”

– Labiele persoonlijkheid

“Wordt dat over mij gezegd? Uitleg moet je dan maar bij die mensen gaan vragen want ik weet van niets. Volgens mij zeggen ze zomaar wat.”

– Gezinsgeluk

“Als de gezondheid van je kind op het spel staat, is het heel moeilijk om je gezinsleven op orde te houden. Ik was in die periode erg onrustig en dat zag je zowel op het veld als thuis.”

– STVV – Anderlecht

“Een nare herinnering. Ik beging een vreselijke flater en ik heb toen tijdens de rust aan Broos gevraagd om mij te vervangen. Na enig aandringen ging hij daar ook op in. Ik kon me toen simpelweg niet concentreren vanwege mijn privéproblemen. Ik voelde dat ik met het geld en de punten van mijn ploegmaats aan het spelen was en dat wilde ik – in volle titelstrijd – niet op mijn geweten hebben. Broos had weet van mijn thuissituatie, maar ik wilde hem ook niet te veel details vertellen. Mijn ploegmaats waren niet op de hoogte. Ik had het gevoel dat het geheim – dat ik al een hele tijd met me meedroeg – plots te zwaar begon te wegen.”

– De media

“Het leek wel alsof ik me constant moest verdedigen ten opzichte van de media. En je weet dat je als voetballer niet kunt winnen van een journalist. Dat is echt een ongelijke strijd. De journalisten schrijven maar wat, de mensen kopen de krant en geloven wat ze te lezen krijgen. Vlak voor een Europese uitwedstrijd ging ik in de luchthaven nog snel een krant kopen. Ik werd gefotografeerd toen ik – alleen – de winkel buiten stapte en de volgende dag stond de foto in de krant met een onderschrift in de zin van ‘Peersman hoort niet bij de groep’. Dat bedoel ik dus met die ongelijke strijd.”

– Willem II

“Mijn start in Nederland was veelbelovend. Het einde was dat al veel minder. Ik werd erbij gehaald in januari. Willem II stond heel slecht in het klassement, maar we speelden een sterke terugronde en we verzekerden ons van het behoud met de vingers in de neus. Het volgende seizoen werd Dennis van Wijk trainer en was het verpest voor mij. Zijn brute, harde manier van werken beviel mij hoegenaamd niet en ik heb dan ook amper gespeeld in mijn tweede seizoen bij Willem II.”

– OFI Kreta

“Bij Kreta waren het de extrasportieve problemen die alles in het honderd hebben doen lopen. Na vier maanden kregen we plots geen salaris meer uitbetaald. Ik heb me toen tot de FIFA gericht, maar die wist me te vertellen dat je je club niet zomaar kunt aanvallen. Ik ben dan maar naar België teruggekeerd. De FIFA deed er maanden over om mij vrij te zetten. Die tijd heb ik gebruikt om me te laten opereren aan de buikspieren. Alles bij mekaar heb ik toch een paar maanden zonder club gezeten.”

– Dordrecht

“Dordrecht was mijn eerste ervaring in tweede klasse. Ik kwam er ook hier pas in januari bij, op het moment dat de ploeg voorlaatste stond. Uiteindelijk eindigden we als achtste en hebben we nog de eindronde voor promotie gespeeld. Ik was de minst gepasseerde doelman van de terugronde. Dordrecht was een sympathieke club met warme mensen. Ik was van plan mijn contract te verlengen maar toen kwam Bergen op de proppen. Bergen wil zo snel mogelijk terug naar eerste klasse. Dat was bij Dordrecht niet het geval en dat verschil in ambitie heeft mijn keuze bepaald. Ik heb er geen spijt van want ook ik wil zo snel mogelijk weer op het hoogste niveau aantreden.”

– Bergen

“Vergeleken met een club zoals Lierse hebben wij het heel goed gedaan. Lierse heeft een groep die al jaren samen speelt terwijl wij nog maar een jaartje aan onze automatismen aan het werken zijn. Wat opviel in het rechtstreeks duel met Lierse, is dat we precies tegen meer dan een ploeg aan het spelen waren. Er wordt zo veel gezegd over die club. Ik weet alleen dat het geen fijn gevoel is om in zo’n context tegen hen te spelen.”

– Geert Broeckaert

“Sinds Broeckaert het roer bij Bergen heeft overgenomen, spelen we erg dominant. We zetten hoog druk, schakelen snel om en proberen altijd met zo weinig mogelijk passes in de zone van de waarheid te komen. Als we het in de heenronde net zo goed hadden gedaan als in de terugronde waren we kampioen geworden.”

– Huidig niveau

“Ik weet waar ik nog aan moet werken. Ik moet beter leren coachen en mijn linkervoet blijft een zwak punt. Maar ik weet ook wat mijn sterke punten zijn: ik ben explosief en goed op hoge ballen. Toch niet onbelangrijk in het huidige voetbal.”

– Beste wedstrijd

“Al wie Bergen een beetje volgt zal je zeggen dat de match tegen Antwerp – waarin ik een penalty stop waardoor we een punt pakken – mijn beste wedstrijd tot nu toe was. Toch zijn er al moeilijker avonden geweest. Ik hecht meer belang aan de wedstrijden waarin je maar een of twee moeilijke ballen moet pakken. Dat zijn de verraderlijke matchen voor een doelman en die moet je tot een goed einde zien te brengen.”

– Franky Vandendriessche

“Ik heb Franky leren kennen bij Bergen. Hij is rustig en die stijl bevalt me wel. Ik heb lang met Jacky Munaron gewerkt en ik kan je zeggen dat Vandendriessche veel moderner is in zijn aanpak. Daar komt nog eens bij dat hij me ook harder doet afzien dan Munaron destijds.”

– De ontvangst in Wallonië

“Toen mijn manager me het voorstel van Bergen voorlegde, was mijn eerste reactie: Bergen? Wat moet ik daar gaan doen?’ Ik kende noch de club, noch de stad, maar ik voelde me hier al snel thuis. De mensen zijn hier heel vriendelijk en er zijn veel leuke terrasjes. Ik heb getekend voor een jaar, maar ik zou mijn contract graag verlengen.”

– Leven in de Kempen

“Ik had een huis gekocht in de buurt van Westerlo en ik wilde niet verhuizen dus rij ik nu dagelijks 130 kilometer. Dat is soms zwaar, maar ik heb een eigen plekje nodig waar ik me in alle stilte kan terugtrekken.”

– Leider in de kleedkamer

“Ik weet niet of ik echt een leider ben. Ik maak in elk geval samen met Cédric Roussel, Tom Van Imschoot en Khalifa Sankarédeel uit van de spelersraad. Ik voel wel dat ik hier – gezien mijn verleden bij Anderlecht en de Rode Duivels – gerespecteerd word.”

– De schaduw van Herpoel

“Ik ken Fréderic Herpoel heel goed. We lagen altijd samen op de kamer bij de Rode Duivels. We zien elkaar soms nog en het gebeurt dat hij nog eens naar Bergen komt kijken. Wat er tussen de club en hem gebeurd is, weet ik niet. Dat zijn mijn zaken ook helemaal niet. Ik heb in elk geval niet het gevoel dat zijn erfenis een last op mijn schouders is.”

– Rode Duivels

“Dat is misschien wel de grootste verwezenlijking van mijn Anderlechtperiode. Het was Aimé Anthuenis die me naar Anderlecht haalde en ook bij de nationale ploeg schonk hij mij zijn vertrouwen. Het is dankzij Aimé dat ik tegen topteams zoals Nederland en Spanje heb kunnen spelen. De Rode Duivels maakten toen een moeilijke periode door en de commentaren in de pers logen er niet om. Ook nu gaat het niet goed met ons nationale elftal, maar de kritiek klinkt wel heel wat minder luid. Zo zie je maar dat mensen alles gewoon kunnen worden.”

– De voorlopige balans

“Mijn carrière zou er zonder die persoonlijke en fysieke problemen ongetwijfeld anders uitgezien hebben. Ik ben nog maar dertig dus er rest me nog een paar jaar om de balans naar de positieve kant te doen overhellen. Ik voel me in elk geval niet slechter dan toen Anderlecht me kocht. Misschien ben ik nu zelfs een betere doelman …”

door pierre danvoye – beelden fred guerdin (reporters)

“Als ik al een depressie gehad zou hebben, dan was het toch zonder dat ik het wist.”

“In het rechtstreekse duel met Lierse leek het wel alsof we tegen meer dan een club speelden …”

“Bij Anderlecht praat je niet met je trainer, je luistert naar hem.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content