Een heel seizoen lang volgt Sport/Voetbal- magazine vier spelers, in goede en kwade dagen, bij voor- en tegenspoed, tot het tussenseizoen ons scheidt. Lees hun verhaal hier elke eerste woensdag van de maand.

Ronny Gaspercic, Westerlo

“Er dreigt voor ons een grijze terugronde. In de competitie draaien we vrij anoniem mee in de middenmoot, terwijl we nu ook vroegtijdig werden uitgeschakeld voor de beker van België. Echt pijnlijk, zeker omdat we met Dender toch niet meteen de grootste naam moesten bekampen. Onze tekortkomingen kwamen jammer genoeg weer bovendrijven. We ontberen duidelijk het juiste evenwicht. Wanneer we de weinige kansen die we per wedstrijd creëren niet kunnen afmaken, breekt ons dat altijd zuur op. Concreet denk ik dat dit het geval was op Zulte Waregem en thuis tegen Roeselare. Zo kom je natuurlijk in een sukkelstraatje terecht en dreig je in de problemen te komen. We blijven fel onder de verwachtingen, daar moet je eerlijk in zijn. Het doel was meedraaien bovenaan in de linkerkolom.

“Door de hogere concurrentie – voor elke positie hebben we sinds dit seizoen twee tot drie spelers – dreigt er ook gemor. Tom Van Imschoot maakte zijn ongenoegen al kenbaar in de krant. Dat is on-Westerloos én een minder prettig verschijnsel, maar dat is nu eenmaal de consequentie van profvoetbal. Slechts één raad kan je die gasten geven: weinig vragen stellen, niet zagen en knokken voor die plaats. Als Westerlo wil groeien, dan hoort dat fenomeen erbij. Ik hoop na de winterstop mijn bijdrage te kunnen leveren in onze remonte, want het hernemen van de veldtrainingen komt almaar dichterbij.” Balans: 0 wedstrijden.

Killian Overmeire, Lokeren

“Die oproeping voor de Rode Duivels was leuk, maar ook een beginpunt én motivatiebron om zo voort te doen. Ik was toch verrast, ook al zat ik al een paar keer in de voorselectie. Toen ik naar de eerste training kwam, had ik wat last van gezonde zenuwen, maar die verdwenen snel, omdat ik de meeste internationals al kende van bij de beloften en bijvoorbeeld nog met Karel Geraerts samen speelde. Ik kwam niet in een totaal nieuwe groep terecht.

“De relatie tussen de bondscoach en de spelers is opperbest. Je merkt een basis van wederzijds vertrouwen en respect. Als trainer – vooral tactisch dan – en als mens imponeerde mijnheer Vandereycken mij. Hij staat open voor alle jongens, maakt net als de assistent-bondscoach tijd voor individuele gesprekken. Op een rustige en doordachte manier brengt hij zijn boodschap over.

“Mijn hoogtepunt had er moeten komen met een eerste cap tegen Azerbeidzjan, door een invalbeurt na de rust, maar de avond voor de interland blesseerde ik me op training. Tijdens een onschuldig duel blokkeerde mijn been, waarna zich bloed en vocht opstapelde. Ik probeerde nog tijdens de rust een opwarming, na eerder vier tot vijf intensieve behandelingen bij de kinesisten. Het mocht niet baten, waardoor ik een ontgoocheling rijker ben. (grijnst) Gelukkig overheerste de blijdschap en tevredenheid om tien dagen te mogen proeven van een hoger niveau.”

Balans: 2 wedstrijden,

2 als titularis.

Issame Charai, KV Mechelen

“Voor het eerst dit seizoen werden we geconfronteerd met kritiek van de trainer aan het adres van de spelersgroep. Het gebeurde na die pijnlijke 2-4-bekernederlaag tegen Cercle Brugge, waar sommige doelpunten toch iets te gemakkelijk werden geïncasseerd. De frustratie komt dan wat boven, hé. Ik kan die ergernis van de coach wel begrijpen, want het leidt tot een gevoel van machteloosheid. Ik vrees niet voor een schoonmaakoperatie op het einde van de heenronde. Dat zou ook wat overdreven zijn. Zoals de trainer aangeeft, zullen sommige jongens zelf hun conclusies moeten trekken. Eens voor de spiegel staan kan zeker geen kwaad.

“Ik vrees niet voor slecht nieuws, voel me persoonlijk niet aangesproken. Mijn voornaamste doel nu is zo snel mogelijk weer mijn oude niveau te halen na mijn blessure. Bij een oefenduel tegen Bornem kon ik zestig minuten spelen. Niet volledig pijnvrij, ik was ook wat onzeker. Blijkbaar is dat normaal. De dokter stelde me gerust en vertelde me dat ik me niet te veel zorgen hoefde te maken. Ik ben weer klaar voor het echte werk! Mijn polyvalentie moet in mijn voordeel pleiten, ook al omdat we nu iets realistischer voetballen. Niet meer volop kiezen voor de aanval, maar eerder opteren voor een goede organisatie. Ik kan zowel op het middenveld als voorin mijn plan trekken. (lacht) Wees gerust: mijn honger naar de bal is heel groot.”

Balans: 0 wedstrijden.

Mbaye Leye, Zulte Waregem

“In ons bekerduel tegen Oostende boekten we onze eerste uitzege van het seizoen! Ongelofelijk hé, dat we daar zo lang op moesten wachten. Een signaal dat we groeien en dat de automatismen waarop we dagelijks oefenen, steeds meer een positief effect teweegbrengen. Sinds de openingsspeeldag zijn we thuis ook ongeslagen, maar het mag niet de bedoeling zijn dat we alleen hier onze punten rapen. Willen we meedraaien in de subtop dan moeten we nog iets constanter zijn in onze prestaties. Op Club Brugge ondervonden we dat zij een voorsprong heel goed kunnen vasthouden. Het resultaat spelen en behouden, door níét achteruit te kruipen, dat is een volgende fase in onze ontwikkeling.

“In januari is er de Afrika Cup in Ghana. Op een selectie voor de Senegalese nationale ploeg reken ik niet, want in aanvallend opzicht is er een weelde én bovendien wordt er nogal sterk gekeken naar de Italiaanse, Engelse en Franse competitie. Onze bondscoach, de Pool Henri Kasperczak, kent die markt nogal goed. Opboksen tegen kleppers als Mamadou Niang van Marseille, Henri Camara van West Ham en Elhadji Diouf van Bolton Wanderers is niet eenvoudig. Dat is vechten voor de vierde plaats. Hopelijk stoppen de scouts binnenkort eens in België. Voorlopig telt vooral mijn club, ik concentreer me daar liever op.”

Balans: 2 wedstrijden,

2 als titularis. S

Bert boonen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content