In het seizoen 1967/68 won Brabo Antwerpen de allereerste beker van België volleybal. Tot op de dag van vandaag bleef het voor de Sinjorenstad bij die ene bekertriomf, maar 46 jaar later durven ze in Antwerpen te dromen van een nieuwe trofee. Zaterdag staat Topvolley Precura Antwerpen in eigen stad, in een nokvolle Lotto Arena, in de finale tegenover de winnaar van vorig seizoen, Knack Roeselare. Sinds Antwerpen zes jaar geleden na enkele seizoenen eerste nationale zijn wederoptreden maakte in de Liga, bouwde het ambitieuze bestuur de club, mede dankzij de steun van de stad, stelselmatig uit tot een topteam in België. “De wedstrijd van zaterdagavond is de eerste grote bekroning van wat we hier hebben opgebouwd”, aldus algemeen manager Tim Verreth.

Van bij het begin van het seizoen stelde Antwerpen de bekerfinale voorop als een belangrijk doel. “Algauw werd het zelfs een must”, zegt Verreth. “Dat kwam misschien een beetje arrogant over, maar als je pas in de halve finale een Liga A-ploeg tegenkomt en je mag de tweede wedstrijd thuis spelen, dan moet je niet flauw doen. Dan moet je de ambities luidop kenbaar durven maken.”

Het is een huizenhoog cliché, maar wie de finale haalt, mag alleen maar tevreden zijn met winst. De algemeen manager beseft dat dat een moeilijke opdracht wordt voor Antwerpen. “Roeselare is zonder twijfel favoriet. Wat ze dit seizoen zowel in de Belgische competitie als in de Champions League lieten zien, verdient alle respect. Onze tegenstander is veel meer gewend om wedstrijden te spelen van dit kaliber en onder deze druk. Voor ons is het eerder: we staan er en we zien wel wat het wordt. Dat neemt niet weg dat wij ervan overtuigd zijn dat we een kans maken om voor een stunt te zorgen. Wij kunnen immers ook rekenen op een aantal spelers met ervaring. Yannick van Harskamp heeft met Maaseik al een paar bekers gewonnen in de Lotto Arena. Hij weet dus hoe je met dit soort omstandigheden moet omgaan. Ook onze Nederlandse internationals Gijs Jorna, Bas van Bemmelen en Thomas Koelewijn speelden met hun nationale ploeg al wedstrijden van dit niveau.”

Naast het sportieve is ook het commerciële belang van de bekerfinale niet gering, weet Verreth. “De structurele en sportieve professionalisering van de club heeft investeringen gevergd. Om die inspanningen te blijven vragen, is er ‘zuurstof’ nodig, sportief succes met andere woorden. Deze finale biedt een mooie exposure, aan de ene kant voor de bestaande sponsors die mee aan het traject hebben gewerkt en daarvoor nu iets unieks terugkrijgen. Aan de andere kant – de tijd staat niet stil – is dit een moment om potentiële nieuwe geldschieters te tonen dat volleybal echt wel hot is met naast de nationale ploegen ook een groot evenement als de bekerfinale.”

Tim Verreth pleit voor meer wedstrijden van dit gehalte. “Dit event staat voor spanning en topvolleybal van de hoogste plank met 6000 toeschouwers in de zaal – jammer genoeg slechts 1500 van Antwerpen terwijl we zeker dubbel zoveel kaarten hadden kunnen verkopen. Dat alle tickets voor de bekerfinale voor het zoveelste jaar op rij al snel de deur uit waren, bewijst dat we hoger mogen mikken. Zo vind ik bijvoorbeeld dat we ook voor de finale van de play-offs naar één wedstrijd moeten gaan op één locatie. Dan denk ik aan het Sportpaleis, om de locatie met naam te noemen. Hadden we daar zaterdag de bekerfinale gepland, dan was die wedstrijd ook uitverkocht, maar door het EK futsal in Antwerpen was dat jammer genoeg niet mogelijk.” ?

DOOR ROEL VAN DEN BROECK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content