Ondanks een drastische sanering werkte Lierse in alle stilte een meer dan geslaagd seizoen af, zonder degradatiezorgen. Voortaan zijn de ordewoorden op het Lisp weer jong, Belgisch en betaalbaar.

Voor de uitmatch op KV Mechelen selecteerde Liersetrainer Chris Janssens volgende spelers niet: Joeri Dequevy, Lance Davids, Boban Grncarov, Alexander Mathisen, Wesley Sonck, Gonzague Vandooren. Allemaal spelers van wie al bekend is dat ze volgend seizoen niet op het Lisp blijven, of achter wiens naam op zijn minst een groot vraagteken staat.

Toen Chris Janssens aan de slag ging als debuterend hoofdtrainer, kreeg hij drie richtlijnen mee: een zorgeloos seizoen draaien, mikkend op een veilige twaalfde plaats. Daarnaast moest hij bereid zijn om kansen te geven aan eigen jeugd. En ten slotte moest hij kunnen accepteren dat boven hem een stevig bezuinigingsbeleid werd gevoerd, waardoor een aantal spelers naar de uitgang werd begeleid tijdens het seizoen. Want het kostenplaatje beperken was de voornaamste taak waarmee de kersverse CEO, Jesse De Preter, op 1 juli vorig jaar aan de slag ging. In maart gaf De Preter al aan dat hij twee miljoen op de loonmassa had bespaard, en dat hij van plan was om tegen augustus (wanneer de volgende transfermarkt afgesloten wordt) nog eens twee miljoen euro te besparen.

Dus kreeg Gonzague Vandooren (te duur) geen nieuw contract, vervolgens maakte Sonck bekend dat hij de voorwaarden van Lierse onvoldoende vond, en vorige week tekende Kenny Thompson bij OHL. Een jaar geleden riep Maged Samy nog dat hij in de toekomst méér Kenny Thompons wilde. Dat wil Lierse nog steeds, maar niet aan de financiële voorwaarden waar Thompson voor voetbalde.

Nog is de uittocht niet ten einde. Boban Grncarov geniet op het Lisp veel respect, maar als Lierse de optie op zijn contract licht, krijgt de verdediger automatisch een flinke opslag. Dan liever op zoek naar een even goeie maar goedkopere speler. Joeri Dequevy haalde Lierse voor de neus van Standard weg door hem een beter loon te geven, maar onder geen van de vier hoofdtrainers dwong hij een basisplaats af. Van de club mag hij weg. Van de drie Zuid-Afrikanen staat Daylon Claasen niet ter discussie. Lance Davids is een goeie voetballer voor Lierse, maar voor iemand die nog zelden ingezet wordt, té duur. En Siboniso Gaxa depanneert al bijna een heel seizoen als zuiver rechtsvoetige op de linkerflank, maar is sinds zijn komst niet gelukkig in Lier en heeft dat ook nooit onder stoelen of banken gestoken. Milos Maric wil Lierse wel graag houden – na een moeilijk eerste jaar toonde hij zich dit seizoen langs zijn beste zijde, maar hij is na Sonck zowat de bestbetaalde speler. Toont hij zich niet bereid om zijn contractvoorwaarden te herzien (lees: in te leveren), bestaat de kans dat Lierse hem toch laat gaan.

Ook gaat men ervan uit dat Eiji Kawashima het Lisp verlaat. Dat wil de Japanse doelman na twee jaar ook graag, maar het enige bod dat Lierse voor Kawashima kreeg, kwam van een Braziliaanse club. Van AC Milan hoorde Lierse niets, terwijl geïnteresseerde clubs bij het Liersebestuur moeten passeren, want de Japanse doelman is niet einde contract.

Sms-transfer

Op de vraag of hij met al die bezuinigingen niet in eigen vlees snijdt en zichzelf sportief verzwakt, schudt De Preter het hoofd. “Als wij door dit beleid het signaal geven dat je niet meer naar ons moet komen om veel geld te verdienen, begint de boodschap door te dringen. Toen ik hier begon, kreeg ik op de eerste dag een manager over de vloer die het normaal vond dat de speler die hij vertegenwoordigde 250.000 euro netto per jaar zou verdienen, en dat wij ook nog eens 300.000 euro aan een transfersom zouden uitgeven, zonder dat het nodig was om die speler eerst te scouten of medisch te laten testen. Want hij wist dat een speler van ons hetzelfde verdiende. Alleen zie ik niet in waarom wij op de knieën gaan kruipen om spelers te betalen wat ze willen verdienen, als er zo veel voetballers zonder club rondlopen.

“Het gemiddeld brutojaarloon in de Belgische eerste klasse – 210.000 euro per jaar, all-in – gaat de gemiddelde speler hier niet meer verdienen. Enkel wie een meerwaarde biedt, gaan we meer betalen. Een goeie, ervaren spits van 26 haal je niet met 210.000 euro. Maar ook andere spelers kunnen meer verdienen, we gaan met een groter variabel gedeelte van het loon werken, afhankelijk van de plaats in de rangschikking. Beloftevolle jongeren die nog alles te bewijzen hebben, komen aan een derde van dat bedrag: ze verdienen tussen 70.000 en 90.000 euro all-in. Ik vind dat veel. Hoeveel verdient u eigenlijk?” (grijnst)

Als dat inhoudt dat Lierse de komende jaren geen Wesley Soncks meer kan halen, dan is dat maar zo, zegt De Preter. “Namen kan Lierse niet meer betalen. Van Bekoe had nog niemand gehoord. Saïdi – een van de betere spelers van dit seizoen – was geen naam toen hij hier belandde.”

Alleen moet je voor de nieuwe visie een degelijk scoutingapparaat uitwerken. Vandaag heeft Lierse een transfercomité, met De Preter, Maged Samy en technisch directeur Ruud Kaiser, die door De Preter ingehaald werd als opvolger voor Herman Helleputte, die een functie kreeg als buitenlands scout. Kaiser beantwoordde aan de criteria die De Preter vooropstelde bij de functie van technisch directeur: erg goed zijn in scouting, bereid zijn om met jongeren te werken, internationale ervaring hebben én betaalbaar zijn voor Lierse. Vandaag beschikt Lierse over een databank van spelers over de hele wereld en scoutingsoftware.

In het verleden ging het er op het Lisp anders aan toe: niet gestructureerd en niet geïntegreerd in een bepaalde visie. De Preter: “Ik heb een dossier gevonden van een speler die aangeworven is na sms-verkeer en op basis van vertrouwen in zijn makelaar. Lierse werkte toen met vier, vijf vaste makelaars. Die leverden maar.”

Ravage

Toen De Preter op 1 juli 2011 op het Lisp binnenstapte, schrok hij behoorlijk. “Ik kwam van een hoog aangeschreven advocatenkantoor. De software was er top. Iedereen die daar werkte, was top, had minstens twee universitaire diploma’s. Zelfs mijn secretaresse had die. Hier heb ik niet eens een secretaresse, en het kopieerapparaat deed het niet. Je komt in een omgeving die niet professioneel is.”

Nog meer schrok hij van de financiële ravage die hij aantrof. “We wisten hoeveel we mochten uitgeven, maar we zaten al aan het dubbele van dat bedrag. Er was geen enkele interne rapportering, geen scoutingapparaat, er waren geen procedures voor het afwerken van transfers, de vzw moest dringend omgevormd worden naar een meer zakelijke vennootschap, maar dat dossier lag stil. Er was een totale vermenging tussen bestuur en management, terwijl het bestuur normaal het management moet controleren. Je zat met een schuld van meer dan 26 miljoen en de club zou voor het tweede opeenvolgende jaar een verlies maken van negen miljoen euro. Sportief moesten we nog twee centrale verdedigers vinden en een spits. Er was geen technisch directeur. Kortom: een totaal gebrek aan structuur.”

Maar De Preter ging aan de slag met de opdracht die hij van Wadi Degla had gekregen: saneren. Geliefd maakte hij zich daar niet mee op het Lisp. Spelers die naar zijn kantoor uitgenodigd werden, wisten dat hen daar doorgaans geen goed nieuws wachtte. De vroegere supporter – De Preter groeide op nabij Lier – laat zijn zakelijke opdrachten niet beïnvloeden door zijn emoties, zegt hij. “Kijk: persoonlijk vind ik het jammer dat Sonck en Grncarov hier niet blijven. Grncarov vind ik een toffe vent en Wesley is net als ik rechtlijnig en open. Als ik als supporter reageer, houd ik ze allebei en geef ik hen financieel wat ze vragen, maar dat doe ik dus niet. Zij vinden mijn aanbod onvoldoende, dus bekijk ik dat rationeel en zeg: jammer, maar helaas. We gaan voor hetzelfde profiel maar dan goedkoper. Soufiane Bidaoui mag nog tien applausvervangingen krijgen, daarom ga ik zijn loon nog niet verdrievoudigen als hij me dat vraagt.

De filosofie voor de komende jaren is duidelijk: “Wij gaan voor Belgisch én jong. Lierse is maar een klein clubke. Een buitenlander komt hier dus enkel voor de poen, ook goeie buitenlandse beloften kunnen wij niet betalen. Een goeie jonge Spanjaard komt niet naar hier.” Binnen twee jaar verwacht Lierse de eerste spelers die opgeleid zijn in de drie academies: die van Tongerlo, Ghana en Egypte. “De jonge Belgen en Egyptenaren ken ik door en door. Ik ben zeker dat de Belgische en de Egyptische academie samen binnen de drie jaar een volledige eerste ploeg opleveren voor Lierse, op de keeper na, want keepers leiden we daar niet op. Natuurlijk heb je dan nog één ervaren speler per linie nodig om die jongeren te begeleiden.”

Champions League

Met dat project lijkt men een heel eind verwijderd van het oorspronkelijke plan van Maged Samy, die met Lierse naar de Champions League wilde, waar zijn spelers in de vitrine zouden komen van de topclubs, en voor veel geld verkocht konden worden, waardoor Lierse op termijn winst zou maken. Het eerste (de sprong naar de Europese top) ziet De Preter niet meteen zitten, het tweede (winst maken) sluit hij niet uit.

“Over Champions League praten we niet. Lierse moet in de eerste plaats een platform bieden waar jonge spelers hun carrière lanceren, én daar moet een financiële return uit voortvloeien. Dat zijn de twee hoofddoelen. Kunnen we daar sportieve resultaten mee behalen – deelnemen aan play-off 1 of strijden voor de beker – des te beter. Wat Kortrijk kan, moeten wij straks ook kunnen. Met het bedrag dat Maged hier al geïnvesteerd heeft – 25 miljoen euro – moet je altijd in de top drie in België eindigen. Met de mentaliteit van elf Kawashima’s kan dat, maar die mentaliteit misten we de voorbije jaren.”

Volgens de CEO moet een profclub op zijn minst break-even kunnen draaien, en toch sportief performant zijn. “Lierse kan perfect break-even draaien: met deze accommodatie en een bescheiden commerciële werking moeten wij een omzet van negen miljoen euro kunnen maken. Als je dan je uitgaven kan beperken tot negen miljoen euro, maak je geen verlies. Dan moet je wel eerst je loonkosten beperken tot maximaal zestig procent van je uitgaven, – wat algemeen aanvaard wordt als gezond – dan praat je over vijf à zes miljoen euro. Nu zitten we daarboven, omdat we spelers hebben die we gewoon niet gebruiken en die hier dus niet hadden mogen zijn, én een aantal spelers die we te veel betalen.”

Zijn visie op verloning is simpel: “In elke linie heb je een sterkhouder nodig, die ook financieel beter verloond wordt. Ons probleem is dat we nu aan spelers die geen sterkhouder zijn het loon toekennen van een sterkhouder. Met onze nieuwe aankopen – allemaal gratis gehaald – blijven we binnen de norm.

“Dit seizoen maken we, zoals ik al zei, een verlies van negen miljoen, voor volgend seizoen houd ik nog rekening met een tekort van drie tot vier miljoen euro. Intussen moeten we ook onze schulden aan de leveranciers afbetalen. Zonder grote tegenslagen moeten we proberen in 2014 break-even te draaien. Dan kunnen we ook stilaan gaan denken aan het verkopen van onze talenten. De enige speler die hier sinds de komst van Wadi Degla in 2007 al verkocht is – voor een beperkt bedrag dan nog – is Gilberto. De anderen zijn zonder prijskaartje vertrokken.”

Het sportieve welslagen stimuleert om op de ingeslagen weg door te gaan. “Stel dat we gedegradeerd waren, dan had Wadi Degla gezegd: bedankt, Jesse. Dat weet ik zelf ook.”

DOOR GEERT FOUTRÉ

“Met het bedrag dat Maged hier al geïnvesteerd heeft – 25 miljoen euro – moet je altijd in de top drie in België eindigen.” “Wat Kortrijk kan, moeten wij straks ook kunnen.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content