Hoe heb jij die twee jaar in Israël beleefd ?

Het is een mooi land, maar ik heb er me ook vaak verveeld omdat ik geen werk had. Het klimaat is schitterend. Als ik met Kirina ging wandelen, droeg ze altijd dunne kleertjes. Terwijl de Israëli hun kinderen altijd warm induffelen. Wat voor ons aangenaam weer is, noemen zij barkoud. Ik ben tevreden dat we naar België zijn teruggekeerd, ik voelde me niet veilig. Davy is nooit gefouilleerd, met zijn blauwe ogen is het natuurlijk uitgesloten dat hij een Palestijn zou zijn. Ik daarentegen… Persoonlijk heb ik niets van het geweld gezien, maar je had wel constant het gevoel dat een situatie van het ene moment op het andere kon omslaan.

Welk werk heb je nu ?

Ik ben een zelfstandige verpleegster. We werken met drieën samen, ik heb werkelijk twee supercollega’s. We regelen het zo dat er altijd iemand vrij heeft. We werken met tweeën in de voormiddag, en één van ons werkt ’s avonds. Daardoor kan ik het zo organiseren dat ik altijd vrij heb op hetzelfde moment als Davy. Die uurregeling zal me later ook toelaten om Kirina van school op te pikken. We hebben veel contact met onze patiënten. Oudere mensen hebben graag dat je hen vertelt over wat er allemaal gebeurt. Ze kijken zelfs ongeduldig naar onze komst uit. Maar ik moet zeggen dat ik tijdens mijn stages in ziekenhuizen ook altijd goede contacten met de patiënten had.

Hoe heb je Davy ontmoet ?

Vier jaar geleden, ten tijde van de Wereldbeker in Frankrijk. Ik was met Sabrina, een vriendin, met vakantie in Tenerife. Ik interesseerde me totaal niet voor voetbal, maar het was België-Nederland en Sabrina wist me te overhalen om te kijken. Dat deden we in een café waar het wemelde van het oranje. Daar leerde ik Davy kennen. We hebben wat gepraat in de euforie van de 0-0 en we spraken af dat we elkaar zouden opzoeken als we terug in België waren. Op een zondag is hij van zijn vakantie teruggekomen en de volgende dag stond hij al voor mijn deur. Twee en een half jaar geleden zijn we getrouwd.

En hou je inmiddels al van voetbal ?

Ja. Als kind was ik – net als mijn broer – supporter van Anderlecht, maar ik ging nooit naar de wedstrijden kijken. Nu kijk ik zelfs naar wedstrijden waarin Davy niet meespeelt. Ik vind het normaal dat ik me interesseer voor zijn beroep en hij heeft het graag dat ik kom kijken. Davy heeft het vertrouwen van zijn trainer en zijn entourage nodig. Ik praat altijd positief over zijn prestaties en ik laat er ook meestal wat tijd overheen gaan, zeker bij een slecht resultaat. Meestal begin ik er pas ’s anderendaags over en ik begin met de goede punten. Ik herinner me een belangrijke match in Israël. Het ging om de titel en de wedstrijd werd in het nationaal stadion gespeeld. Vijftigduizend mensen hadden die 130 kilometer gedaan om die match bij te wonen. Davy maakte het eerste en het vierde doelpunt. Zijn ploeg, die in december nog nergens stond, pakte de titel. De hele familie had de reis gemaakt.

Hoe heb je je huis ingericht ?

Met heldere kleuren, veel beige. De meubelen zijn antiek, maar ik heb ze gepolijst. Davy en ik hebben dezelfde smaak. In dit soort zaken vertrouwt hij op mij.

Heb je hobby’s ?

Niet veel. Ik besteed veel tijd aan mijn dochtertje en ook het nieuwe huis neemt veel van mijn tijd in beslag. Soms spelen Davy en ik tafeltennis. Maar ik wil per se winnen en dat lukt me nooit. Hij heeft zoveel balgevoel. Net als Dante, ten andere. De eerste keer dat Davy tennis speelde, won hij gelijk met drie keer 6-0 tegen mijn broer. In Israël bleven we dankzij de computer op de hoogte van de gebeurtenissen in België.

Beschrijf Davy eens.

Hij heeft mooie ogen ! Hij is zenuwachtig van aard, hij heeft het nodig dat je voor hem zorgt. Maar hij is heel lief.

door Pascale Pierard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content