Wie wil de finale van de Champions League of het WK missen? Niemand. Dus ook Cristiano Ronaldo (29) niet. Daarvoor ging hij ver over de rand van het toelaatbare. ‘Ik besef dat ik mijn carrière in gevaar heb gebracht.’ Een interview over opofferingen, zijn knieblessure, de kritiek van het Portugese volk op zijn prestaties en die eeuwige vergelijking met Lionel Messi.

Arjen Robben knarsetandde, toen hij onlangs in Monaco slechts derde werd tijdens de verkiezing van de Europese Voetballer van het Jaar. Manuel Neuer ook. De twee voetballers van Bayern werden met een privévliegtuig overgevlogen naar Nice en vandaar met een helikopter naar Monaco. Een retourtje Côte d’Azur, want nog dezelfde avond ging het terug naar München. Twee dagen later had Bayern immers een moeilijke uitwedstrijd in Gelsenkirchen. Het was allemaal vergeefse moeite. Niet de uitblinker van het WK noch de doelman van de wereldkampioen werd verkozen tot beste voetballer. Wél Cristiano Ronaldo. UEFA best player in Europe!

Was dat zo? Duitsgezinden vonden van niet, Nederlanders vonden het ook onterecht, maar de cijfers bewezen het tegendeel. Europees topschutter met 32 goals in de competitie, topschutter in de Champions League (17 goals, een record), winnaar van de Champions League en de Spaanse beker. Alleen het WK viel tegen, maar dat had zijn redenen. Een topjaar was het voor de man uit Madeira, individueel misschien het beste ooit. En daarom werd hij de verdiende winnaar, toch voor de Zuid- en Oost-Europese pers.

Wat denkt u er zelf van, van deze prijs? Verdiende u deze bekroning meer dan iemand anders?

Cristiano Ronaldo: “Individuele prijzen zijn het gevolg van het bereiken van iets belangrijks op collectief vlak. Ik denk dat mijn geluk was dat we op collectief vlak een fantastisch seizoen achter de rug hebben. Winst in de Champions League, de beker, de Europese supercup.”

Wat is dan de waarde van een individuele bekroning?

“Die is groot. Je hebt, binnen het collectief, zelf iets zeer goed gedaan. Ik ga niet liegen, ik vind het erg fijn dat ik deze trofee won. Maar ik denk dat we alle drie een kans maakten.”

Zou u het normaal hebben gevonden dat de prijs naar een speler was gegaan van een ploeg die jullie in de Champions League een rammeling hebben gegeven?

“In het voetbal kan niks me nog verrassen. Ik heb al zo veel zien gebeuren… Anderzijds: voor de verkiezing was ik zeer optimistisch over mijn kansen. Ik heb vorig seizoen de dingen goed gedaan, zowel op collectief vlak als persoonlijk. Daarom had ik wel vertrouwen in de goeie afloop. Het waren journalisten die stemden, zij kennen het voetbal als geen ander.”

Knie

In 2006, acht jaar geleden, vertelde u in een interview dat u elke dag keihard werkte om de beste ter wereld te worden. Acht jaar later bent u dat al twee keer geweest en hebt u drie Gouden Schoenen. Welk doel hebt u zichzelf nu nog gesteld?

“De beste blijven. Ik heb in de loop der jaren niks veranderd aan mijn manier van werken. Ik denk nog steeds hetzelfde: je moet de beste zijn in alle competities waaraan je deelneemt. De beste zijn in je werk.”

Als we u bekijken, dan straalt uw gezicht, uw hele figuur geluk uit. Tenminste, dat beeld hebben we. Mist u nog iets om helemaal gelukkig te zijn?

“Neen, niets. Ik ben iemand voor wie het godzijdank allemaal goed is gegaan. Mij ontbreekt niks. Ik ben in een goeie gezondheid, met mijn familie gaat het uitstekend, ik heb veel leuke vrienden, het zou niet eerlijk zijn mocht ik op dit moment zeggen dat ik triest ben. Met mijn sportieve carrière kan het amper nog beter, ik heb het gevoel dat ik me op alle vlakken volledig heb geuit.”

Uw rendement lag vorig seizoen zeer hoog, maar op het einde werd u toch geremd door een knieletsel. Hebt u uw lichaam geforceerd om in Lissabon de finale van de Champions League te kunnen spelen en later om mee te kunnen doen aan het WK?

“Ja, dat is duidelijk. Had ik een pauze ingelast, ik zou me vandaag beter voelen. Het was geen gemakkelijke beslissing op het einde van een seizoen waarin alles leek te lukken. Die twee grote afspraken van het jaar wilde ik onder geen beding missen. Ik heb doorgebeten, maar was niet in perfecte staat. Ja, ik heb de zaken geforceerd. Voor mijn club is het goed afgelopen. We hebben de Europabeker gepakt en ik heb in de finale gescoord. De tiende bekerzege in Europa, een trofee waarop iedereen in Madrid zat te wachten. Het was de inspanning waard. Met de nationale ploeg zat het ingewikkelder in elkaar. Het was moeilijker, we zijn niet door de groepsfase geraakt en met het team ging het niet goed. Je kunt niet altijd top zijn en de zaken krijgen zoals je ze wilt.”

De analyse van de voorzitter van de Portugese bond was keihard: een tekort aan kwaliteit.

“Dat klopt. We zijn niet voorbij de groepsfase geraakt. Dan lieg je niet als je dat vaststelt.”

Op een bepaald moment waren Hugo Almeida en Helder Postiga, de twee centrumspitsen, niet fit. U hebt toen geaccepteerd om in de spits te spelen. Is dat iets dat voor herhaling vatbaar is?

“Toen de trainer me dat voorstelde, heb ik niet geweigerd. Zowel in mijn club als in de nationale ploeg sta ik met mijn kwaliteiten ten dienste van het collectief. Het is echter geen plaats die me honderd procent past. Ik speel al jaren op dezelfde positie, op dezelfde manier. Moet ik nu nog veranderen?”

Jullie voetbalden in warme omstandigheden. Was het moeilijk ademhalen in Manaus of Salvador?

“Dat waren problemen die elke ploeg moest overwinnen.”

Paulo Bento gaat nu de technische staf coördineren en er komen wijzigingen binnen de medische staf van de nationale ploeg. Wat denkt u daarbij?

“Wijzigingen horen bij het topvoetbal, maar we zijn allemaal schuldig: spelers, trainers, dokters. Als de voorzitter meent dat hij de staf moet wijzigen, is dat zijn goed recht, maar wat we niet mogen doen, is de dokters verantwoordelijk houden voor het falen van de nationale ploeg. We hadden in de staf competente mensen.

“Wat er de voorbije maanden is gebeurd, is voor mij een les geweest, maar ik betreur niks. Ik heb de kleuren verdedigend van mijn land en van mijn club, de ploeg die me betaalt, naar best vermogen.”

Niveau

Wat deed na het WK het meeste pijn: uw knie, of uw hoofd toen u las wat er allemaal over uw blessure werd verteld?

“Het hoofd, zonder twijfel.”

Op een bepaald moment hebben de dokters u gevraagd om te stoppen en uw knie rust te gunnen. Hebt u nooit het gevoel gehad dat u door toch verder te doen het gewricht in gevaar bracht, misschien zelfs de rest van uw carrière?

“Natuurlijk. Maar in het leven win je niks zonder opofferingen. Soms moet je dingen riskeren. Waarschijnlijk zou ik me in andere omstandigheden anders hebben gedragen, maar we waren verwikkeld in de grootst mogelijke competities, Champions League, Mundial. Dat maakte het allemaal moeilijker. Uiteindelijk, vind ik nu, loonde het toch de moeite. Na het WK heb ik een hele maand rust genomen. Alleen het lichaam wat verzorgd en gerevalideerd. Soms drijf ik mijn lichaam tot het uiterste, maar dat doet elke atleet die sport op een hoog niveau beoefent. Ik voel me nu beter, de zaken zijn goed gegaan. Tijdens de voorbereiding was ik wel onregelmatig, met hoogtes en laagtes. Ergens is dat normaal: de tournee met Real Madrid, vermoeidheid, jetlag. Dan kun je niet goed werken. Vorige week heb ik goed kunnen lopen, maar ik heb nog een paar dagen nodig om mijn beste niveau te bereiken.”

In Spanje denkt iedereen dat het winnen van La Décima de druk van uw schouders heeft gehaald. Is dat zo, of is er nu een verlangen naar een elfde Europese bekerwinst?

“Iedereen die het shirt van Real Madrid aantrekt, weet dat er veel druk is binnen deze club. Dat voelen alle spelers, niet alleen op het veld, maar ook erbuiten. De pers, de fans, steile verwachtingen… Normaal, want we praten hier over de beste club van de wereld. Dit gezegd zijnde denk ik dat de druk om de tiende te winnen veel groter was dan wat nu volgt. Uiteraard willen we opnieuw die prijs, dat zijn we aan onze standing verplicht, maar op psychologisch vlak zullen we een rustiger jaar kennen, vermoed ik. U mag het niet onderschatten wat er de voorbije jaren allemaal bij kwam kijken.”

Overloop voor ons nog eens 2014: de Copa del Rey, de Champions League, de Europese supercup, Spaans Pichichi, Gouden Schoen, die topprestatie met Portugal tegen Zweden… Was dit het beste jaar uit uw carrière tot dusver?

“Misschien wel. Zeker als je het lijstje van de prijzen overloopt. Maar als ik het ruimer bekijk, denk ik dat ik de voorbije zes, zeven jaar op hetzelfde niveau ben blijven voetballen. Mij verrast dat niet, omdat ik al die tijd op dezelfde manier heb gewerkt. Nu is het gewoon meer opgevallen, omdat we er zo veel prijzen mee hebben behaald. Ik heb zelf niet het gevoel dat er op individueel vlak veel is veranderd. Mijn ontwikkeling gaat vrij lineair. Maar het is duidelijk dat ik blij ben met al dat succes. Het was een droomjaar.”

Uw coach, Carlo Ancelotti, zegt dat jullie een betere ploeg hebben dan vorig seizoen. Wat vindt u er zelf van? Is Real, met de komst van Kroos, Rodríguez en Navas, en het vertrek van Diego Lopez, Morata en Di María nu beter of slechter dan vorig seizoen?

“Dat moet op het einde van het seizoen blijken. Je kunt de beste veertig spelers van de wereld kopen en toch geen grote ploeg maken. Hiermee zeg ik niet dat de nieuwkomers geen top zijn. Het zijn zeer goeie voetballers en ze willen allemaal stuk voor stuk Real Madrid helpen, maar prijzen worden op het einde uitgedeeld. We zullen zien of we evenveel, of zelfs meer winnen. Ik vermoed dat het goed zal zijn, omdat ze individueel sterk zijn en ook op collectief vlak iets kunnen bijdragen.”

Hoe zit het met de verhoudingen in de kleedkamer, tussen de spelers onderling en met de coach. Is die wel zo idyllisch als het van buitenaf lijkt?

“Die is perfect. De trainer levert fenomenaal werk. Het is een man met klasse en een uitstekende trainer. Ik ben heel blij met hem, hij is buitengewoon.”

Rivaliteit

U voetbalt nu al vijf jaar in Spanje. Bent u die voortdurende vergelijkingen met Lionel Messi nog niet beu, of raakt u het gewend en maakt het deel uit van uw leven?

“Dat laatste. Ik vind het normaal dat mensen ons vergelijken. In de autosport doen ze dat ook met Ferrari versus Mercedes. Een mens raakt dat gewend. Dat is trouwens niet iets dat dateert van mijn komst naar Spanje. Destijds in Manchester gebeurde dat ook al. Ik kan er zeer goed mee leven.

Er wordt zeer vaak verteld dat u een zeer slechte persoonlijke relatie hebt.

“Klopt niet. We zijn compañeros. Messi en ik zijn beroepshalve ‘vrienden’ om het zo te zeggen. Oké, buiten het voetbal heb ik met hem niet dezelfde relatie als met sommige anderen. Hij probeert ook het hoogste te bereiken met zijn club en zijn land, op dat vlak is er een zekere rivaliteit.”

Wij hebben soms het gevoel dat u beiden met het verstrijken van de tijd een beetje meer kunt lachen met die rivaliteit.

“Ik hoop het. Tenslotte is voetbal maar een spel, ontspanning, iets wat we allebei leuk vinden. Het is iets moois, dat ze over de hele wereld willen zien. Ik denk dat we allebei die rivaliteit op een positieve manier moeten benaderen, omdat het iets moois is.” ?

DOOR MIGUEL SERRANO CEJAS (MARCA) – BEELDEN: BELGAIMAGE

“Soms drijf ik mijn lichaam tot het uiterste, maar dat doet elke atleet die sport op een hoog niveau beoefent.”

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content