‘Sven weet nu al dat hij in zijn carrière niet vaak genoeg meer wereldkampioen kan worden om aan de verwachtingen te voldoen.’ Isabelle Nys, vrouw van, over de tactische spelletjes in de aanloop naar het WK van Hoogerheide.

Zondag volgt de hoogmis van Hoogerheide. Verwacht een WK met veel volk, veel modder en hoog oplopende rivaliteit. Vooral dat laatste bezorgt dit wereldkampioenschap een piment dat de laatste jaren ontbrak. Regerend regenboogtruidrager Lars Boom heeft al onverbloemd verklaard dat hij en niemand anders wint in Hoogerheide. “De Belgen zijn terecht bang voor mij”, plaagde de Nederlander in de krant. Waarop Sven Nys besloot op te roepen tot Belgische blokvorming tegen het Nederlandse gevaar. Al had dat natuurlijk ook te maken met een ongelukkige (maar ongetwijfeld eerlijke) uitspraak van Niels Albert. Die had tijdens zijn revalidatie, toen het leek alsof zijn hele seizoen naar de maan was, gezegd dat hij zijn sponsor op het WK zou helpen, door ploeggenoot Radomir Simunek naar de zege te piloteren. En het spel zat op de wagen.

Isabelle Nys, de vrouw van Sven, stoort zich al lang niet meer aan dat pre-kampioenschapsgekrakeel. Zij weet dat er uiteindelijk in het veldrijden, zoals in elke sport, maar een paar dingen echt van tel zijn. “Sven is goed, zowel mentaal als fysiek”, schetst mevrouw Nys de kern van de zaak. “Hij wint veel en hij wint vlot. Hij wint op zo’n manier dat hij er vertrouwen uit put. En zelfs als hij niet wint, ziet hij daarin momenteel geen enkele reden tot ongerustheid. Want hij weet dat het plaatje bij hem klopt. Sven reist in absolute topconditie af naar Hoogerheide. En dan mag je dus hopen op het allerhoogste.”

Gezien hoezeer hij het veldrijden al jaren domineert, is het echt niet normaal dat Sven Nys nog maar één keer wereldkampioen werd. Wat is jouw verklaring?

Isabelle Nys: “Het is gewoon zijn ding niet. Altijd gebeurt er wel iets op het WK: of hij valt, of hij heeft stukken, of hij mist zijn start … Ze steken dat op de zenuwen, maar dat is het niet. Sven is niet zenuwachtiger dan de andere coureurs, het zit alleen niet mee op WK’s. Hij verdiende al zeker meer dan één titel, maar omdat dit voor hem zo moeilijk gaat, zal het des te mooier zijn als het lukt.”

Toen hij in 2005 won, was Sven totaal in euforie. Dat zijn we niet van hem gewend.

“Voor de media begon het een obsessie te worden: ‘Sven Nys is een goeie veldrijder, maar … wereldkampioen werd hij niet.’ Dat hij die ‘maar’ heeft kunnen wegvegen, deed Sven enorm veel deugd. Ook al zet men tegenwoordig achter die ‘maar’: ‘hij kon tot nu toe maar één regenboogtrui pakken’ ( lacht). Het is niet rap goed hé. Sven weet nu al dat hij in zijn carrière niet vaak genoeg wereldkampioen kan worden om aan de verwachtingen te voldoen.”

Zoiets moet zwaar wegen.

“Dat is zo. Als Sven binnen dit en x aantal jaar stopt, dan zal het ook echt genoeg zijn. Hij heeft zowel fysiek als mentaal al jaren tegen tweehonderd per uur geleefd. En zijn gezin met hem.”

Whereabouts zijn een merde

Zijn er al momenten geweest dat je dacht: ik wou dat mijn man niet die bekende wielerkampioen was, maar gewoon in de bouw werkte, zoals Sven deed voor hij prof werd?

“Nee. Het is hard werken, maar wij hebben een goed leven. En we weten dat we nu onze toekomst aan het verzekeren zijn. Natuurlijk mis ik soms het leven van een gewoon gezin, maar dat wordt gecompenseerd door de voordelen; we zijn nu bijvoorbeeld persoonlijk uitgenodigd voor het concert van Marco Borsato. Dat maakt ook niet iedereen mee. Ik weet de opofferingen wel te plaatsen en te relativeren.

“En toch zijn er momenten dat ik uitkijk naar de tijd dat het allemaal voorbij is. Zal ik het dan missen? We zullen zien.”

Hoe word jij ingeschakeld in de sportieve carrière van je man?

“Sven moet alleen maar aan fietsen denken, al de rest wordt voor hem gedaan. Ik ben binnen zijn team zowat het manusje-van-alles: ik haal spullen op en doe het papierwerk. En ik vul op het internet de whereabouts in, en schrijf maar op: dat is een merde. Pas op, ik heb er geen enkel probleem mee om de UCI te laten weten waar wij zijn en ik zal nooit schermen met ‘schending van de privacy’ of zo, want dit is een manier om de rotte appels eruit te halen. Maar ze hebben dat whereabouts-systeem zo ingewikkeld gemaakt en er kruipt zo veel tijd in! Bijna niet te doen. Ik ken niet veel van computers maar onhandig ben ik zeker ook niet. Wel, toch vind ik dit ondoenbaar.”

Je bent lang niet de enige die dat zegt. Renners klagen bovendien dat het whereabouts-systeem de spontaneïteit uit hun leven heeft gezogen. In een impuls een restaurantje meepikken is de facto verboden.

“Je kan dat op het laatste moment nog aanpassen, maar eigenlijk is daar geen beginnen aan. En stel dat het restaurant gesloten blijkt en je zit op een ander. Dan heb je een serieus probleem. Je kan bellen met de ploeg, want zij mogen dat ook invullen, maar dat is zo’n gedoe. Vorige week wist ik even echt niet wat doen. Sven zat in het buitenland, maar het was te ver rijden voor één trip, dus hij zou onderweg een hotel zoeken wanneer hij moe werd. Wat moet je dan invullen hé? Gelukkig is er uiteindelijk niemand over gevallen.”

Wordt hij vaak gecontroleerd?

“Ongelooflijk vaak. De dokter van de UCI gedraagt zich al als een vriend des huizes. Het record ligt nu op drie thuiscontroles in één week. En dan wordt Sven ook op de koers zelf nog iedere keer gecontroleerd, want hij is bijna altijd winnaar of leider in het klassement. Dat ze zo veel controleren als ze willen, wij hebben niets te verbergen. Maar het moet wel menselijk blijven.”

Feller en harder

Ieder seizoen verschijnen er wel bepaalde schimpscheuten in de pers en zijn er momenten waarop Sven persoonlijk aangevallen wordt, zoals ditmaal de akkefietjes met Bart Wellens en Niels Albert. Raakt dat Sven persoonlijk? Raakt het jou?

“Eigenlijk niet. Wij moeten dat altijd van andere mensen horen, want zelf lezen we geen kranten. Nu hoorde ik bij de bakker dat Erik De Vlaeminck blijkbaar weer iets verteld heeft. Ik weet daar het fijne niet van en ik hoef het ook niet te weten, maar de mensen kunnen zich drúk maken wanneer er zoiets verschijnt … En wij lachen daar dus mee hé. De buitenwereld is met die relletjes veel meer bezig dan wijzelf.

“De enige die het daar wel af en toe moeilijk mee heeft, is Sven zijn moeder. Zij kan dat soort uitspraken moeilijk relativeren of vergeten. Ik weet dat ze ooit Hans van Kasteren de mobilhome heeft buitengejaagd, nadat die weer iets gezegd had. Ik versta dat wel, het is haar zoon. Als ooit iemand zo over Tibeau zou beginnen, dan ontplof ik ook.”

Toen Niels Albert had gezegd dat Nys attractiever moet koersen om zijn startgeld te verantwoorden, was jij anders ook furieus.

“Da’s waar. Niels heeft diezelfde avond nog gebeld om zich te verontschuldigen en we hebben dat toen als volwassenen uitgepraat. Voor mij is het dan ook vergeten, maar als Niels dat niet doet, dan heeft hij er bij mij gelegen. Ik ben vergevingsgezind, maar ik laat niet op mijn kop zitten. En ik heb een heel goed geheugen.

“Sven is daar veel beheerster in. Soms vind ik dat hij zich te veel laat doen. Ik ben in ieder geval feller en harder dan hij.”

Paul Herijgers vindt dat Sven in januari nooit zo fris koerste als nu.

“Dat heeft Herijgers goed gezien. Sven reed deze winter tien crossen minder. Fysiek scheelt dat, maar mentaal maakt het helemaal een wereld van verschil. Onderschat dat niet, tien crossen. Dat is eigenlijk heel veel.”

Toch is zijn zware mountainbikezomer erg vlot verteerd.

“Daar had ik schrik van nochtans. Van het trainingstechnische ken ik niks, maar Paul Van den Bosch vertelde ons toch dat hij er niet gerust op was. Sven had nu wel het geluk dat hij dit seizoen vrij vaak zuinig heeft kunnen koersen, onder meer omdat de klassementen vrij vlug in hun plooi lagen. En mentaal is er weer een jaar ervaring bijgekomen, dat helpt ook.”

Toneel

In interviews valt op dat hij Lars Boom in de favorietenrol duwt. Omdat hij denkt dat Boom de beste is of speelt hij een psychologisch spelletje?

“Natuurlijk is dat een psychologisch spelletje. Ik mag dat misschien niet verklappen, maar ik ken hem goed genoeg om dat te zien ( lacht). Ze hebben jarenlang hetzelfde spel met hem gespeeld hé. Nu is het tijd voor een andere jongere om zich eraan te stoten.”

Als hij verklaart dat de Belgen een eendrachtig blok moeten vormen tegen Boom, dan speelt hij ongetwijfeld ook toneel.

“Hmm, nu moet ik oppassen wat ik zeg …Eigenlijk zegt hij tegen Boom: ‘Jongen, als de Belgen echt willen, dan maak jij in Hoo-gerheide geen kans.’ Sven wil bij Boom het schrikbeeld inplanten dat de Belgen één na één demarreren en Boom alles terug mag halen. Maar als Boom goed nadenkt, dan weet hij ook dat zo’n scenario praktisch onhaalbaar is, met al die ploegbelangen. Maar zeker is Boom nooit. God weet wat er allemaal afgesproken is ( lacht).”

Kom op. Als Niels Albert demarreert, dan gaat Sven Nys achter hem aan. Zeker weten.

“Dat weet ik zo nog niet. Sven heeft al eens in zo’n positie gezeten, toen met Richard Groenendaal ( op het WK in Sint-Michielsgestel weigerde Nys achter de Nederlander, destijds een ploegmaat, te rijden, nvdr). Ik denk niet dat hij dat nog eens wil meemaken. Nee, in dat scenario zal het aan iemand anders zijn. Sven zal echt niet gauw het gat op een Belg dichten met Lars Boom in zijn wiel. Natuurlijk wil hij het liefst zelf winnen, maar niet ten koste van alles. Sven zal het rustig aanpakken en erop rekenen dat hij op het eind de beste is.

“Och, je kan 1001 scenario’s uittekenen, en uiteindelijk wordt het dan scenario nummer 1002. Je kan alleen maar hopen op goeie benen en dan afwachten wat het koersverloop wordt.”

Sven heeft gezegd dat hij ontspannen wil koersen op het WK. Maar op die dag ontspannen zijn is zowat het moeilijkste wat er bestaat.

“Ja, maar hij mag ook niet té ontspannen zijn, dat heb ik hem al dikwijls gezegd. Die koersen dat hij zevende, achtste rijdt en als een toerist de zaken aanschouwt … Zot word ik ervan en al zijn supporters met mij! Die gelaten indruk die hij dan geeft! Je weet niet of hij ermee aan het lachen is of dat hij echt niet beter kan hé. Liefst niet té ontspannen dus, je moet een zekere gedrevenheid uitstralen. Zeker op een WK, want als je daar de zaken afwacht, is de vogel al lang gaan vliegen. De uitdaging is: alert zijn en toch niet met de krachten smijten. Dat maakt het WK de moeilijkste koers van het jaar.”

Merk je nu dat hij zenuwachtiger wordt in de aanloop naar het WK?

“Nee, Sven wordt niet zenuwachtig voor een koers. Ik bedoel: niet voor de koers zelf. Hij wordt zenuwachtig als hij zijn rust niet heeft gehad, of als de trainingen niet lopen zoals het moet, of als zijn benen zwaar zijn. En nu is hij niet zenuwachtig.” S

door jef van baelen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content