Na drie maanden maakt Dirk Geeraerd, nieuwe trainer van SV Roeselare en debutant in de eerste klasse, een eerste balans op. ‘Er is een wanverhouding tussen het geleverde spel en ons puntenaantal.’

Hij is toch geschrokken van de impact, vertelt de zoals altijd strijdlustige Dirk Geeraerd (42). “Sommige uitspraken worden zodanig opgeblazen, de media-aandacht en de sensatiedrang zijn des te groter, dat je soms verrast bent door het etiket dat je heel snel krijgt opgekleefd. Ik werd al afgeschilderd als een provocateur, terwijl ik dat eigenlijk totaal niet ben. Voor mijn mening zal ik wel altijd uitkomen, ik steek me nooit weg. Maar ik ben vooral blij dat ik nu wat tot rust kan komen, want de laatste weken leefde en werkte ik als een stuk opgejaagd wild. De hectiek verdwijnt stilaan, ook door die Europese duels, ik kan beter ordenen en schikken.

“Mijn verantwoordelijkheid nam toe, want het doel van mijn 24 kernspelers is resultaten halen en geld verdienen. Ik kan nog moeilijk pinten pakken met mijn spelers net voor de wedstrijd. Anders worden we aangezien als dronkaards. Na een competitiewedstrijd gebeurt het wel eens dat ik er met Frederik Vanderbiest eentje drink. Dat hoort er gewoon bij. Zoniet, dan ben ik mezelf niet. Dirk Geeraerd heeft maar één gezicht : een doorzetter, iemand die altijd recht door zee gaat. Ik kan iedereen recht in de ogen kijken. Eventueel succes zal me nooit naar het hoofd stijgen. Na het duel tegen Lierse verklaarde de oud-afgevaardigde van Denderhoutem aan mijn echtgenote dat ik nog altijd dezelfde ben : heel enthousiast coachend, die winnaarsdrang tonend, maar ook iemand die graag eens onnozel doet. Dat compliment is me veel waard. Ondertussen vond ik mijn weg, ik weet immers bijzonder goed wat er van mij wordt verlangd : het behoud veiligstellen, maar ook het publiek amuseren met aantrekkelijk voetbal en vooral goede uitslagen. Mensen moeten met een tevreden gevoel naar huis gaan en nog willen terugkeren. In de lagere reeksen was ik het gewoon de kop te spelen. Het deed vies om weer eens te verliezen, maar ik vind deze ervaring bijzonder leerrijk. Nederlagen sterken de mens en trainer. Je moet kritisch zijn voor jezelf.”

Valkuilen

Dirk Geeraerd : “Ik werd zeker niet voorzichtiger in mijn uitspraken. Het respect en de appreciatie bleven. Alleen is het jammer dat sommige zaken vaak uit hun context worden gehaald. Zo heb ik het woord ‘pottenstampers’ nooit gebruikt om Ethnikos Achnas te omschrijven, maar ik lees het wel als titel bij een krantenartikel. Van een mug werd een olifant gemaakt. Het blijft me wel achtervolgen. Ach, ik begrijp ook wel dat het moeilijk is om telkens iets anders te gaan verzinnen over Hugo Broos of Michel Preud’homme. Ik ben een complete nieuwkomer. Blijkbaar is het dan de kunst mij te leren kennen, te kijken of ik voldoende ervaring in huis heb om de bestaande valkuilen te ontwijken. Er wordt geprobeerd om die nieuwe figuur met een bepaald imago op te zadelen. Mijn hoofdbekommernis is het voetbalgedeelte. Ik spreek altijd recht uit het hart, zonder een grote mond te willen opzetten.

“De ene trainer is nu eenmaal afstandelijker in zijn aanpak, de andere, zoals ik, is totaal niet zo. Bewust sta ik dicht bij mijn spelersgroep. Op training moeten ze luisteren, de oefeningen zo zorgvuldig mogelijk afwerken en aanvaarden dat je hen probeert te verbeteren. Maar eenmaal erna, dan vertel ik bij de kinesist ook wel eens wat dommigheden of lach ik met hen mee. Mijn spelers moeten weten dat ik er ben voor hen. Niet voor niks ging ik hen voor het seizoen allemaal individueel, soms bij hen thuis, opzoeken voor een gesprek. Ik wilde hun wensen, verzuchtingen en doelstellingen kennen. Op dat vlak ben ik een open boek. Natuurlijk leiderschap moet je leren combineren met psychologie. Mijn achtergrond als sociaal assistent helpt me daarbij. In voetbal weten de spelers maar al te snel je bekwaamheid of tactische kunde in te schatten. Het is vrij eenvoudig : ik moet mezelf met resultaten bewijzen.”

Leergeld

Dirk Geeraerd : “We mogen tevreden zijn met wat we tot nu toe presteerden. Er bestaat alleen een wanverhouding tussen het geleverde spel en ons puntenaantal. Dat vormt een ontgoocheling. Iemand die onze wedstrijden niet zag en alleen afgaat op de huidige klassering, denkt dat we een matig seizoen kennen omdat we onderaan bengelen. Tja, het is nu eenmaal een vorm van leergeld die we betalen.

“Het enige wat me momenteel ontgoochelt, zijn de vele individuele fouten. Het stemt me tevreden dat het niet over een collectief probleem gaat, de manier van spelen of het niet weten wat te doen. Anders zou ik me wel zorgen moeten maken, nu niet. Want ik heb het wel goed uitgelegd op training of voor de wedstrijd. Maar als iemand naast de bal trapt of een domme penalty veroorzaakt, sta je daar machteloos tegenover. Het mag alleen niet blijven duren.

“In principe stond mijn verdediging er, kon ze alleen maar sterker worden door de komst van Davy Oyen op links. Want Chemcedine El Araichi is van nature rechtsvoetig, moest op rechts in concurrentie treden met Martijn Monteyne. Maar Davy bracht op het middenveld een zodanige meerwaarde, dat ik hem daar posteerde, terwijl Chem zich in de ploeg diende te knokken. Hij stond bij de competitiestart niet in de basis, begreep snel het signaal en toonde zijn karaktersterkte. Nu kan je hem, door zijn mentaliteit en stugheid in de duels, niet meer uit het team wegdenken. Martijn en Chem zijn goed vergelijkbaar : echte kuitenbijters, gasten die nooit een training missen en na een stamp of slag op hun hoofd meteen weer voortdoen. Je kan altijd op hen rekenen, moet er nooit iets tegen zeggen, omdat ze heel plichtbewust zijn en handelen. Alleen zat ik centraal achterin met een zwaar probleem, omdat zowel James Lahousse als Daan Vaesen hun niveau van vorig seizoen niet evenaarden. In de voorbereiding haalde James niet onmiddellijk zijn gewenste vorm. Elk foutje dat hij maakte, iets wat Daan de laatste maand ook overkwam, werd vertaald in een tegendoelpunt. Op den duur vreet dat aan iemand. James begon aan zichzelf te twijfelen, raakte ook nog eens geblesseerd, wat het allemaal moeilijker maakte. De cohesie was weg, ook toen ik Cyril Detremmerie centraal achterin posteerde. Hij voetbalde op flanellen benen, was er duidelijk niet klaar voor en acteerde zenuwachtig. Misschien een vorm van overmotivatie ? Cyril kon de klik niet maken dat hij niet langer bij de beloften maar voor de eerste ploeg speelde. Maar ik wil die jongens niet met de vinger wijzen. We hadden gewoon veel pech. Daarom heb ik, voor het cruciale duel tegen Lierse, uiteindelijk teruggegrepen naar de routine en de mentaliteit van Bjorn Smits. Hij heeft de drang om het goed te doen, straalt rust uit, heeft een goede pass in de voeten, is kopbalsterk en heeft vista. Bjorn leest het spel gewoon goed. Op die manier kan ik ook een linksvoetige naast een rechtsvoetige, Daan, plaatsen. Daan had nood aan iemand op wie hij kan terugvallen, die hem stuurt. James en Daan zijn niet de grootste communicatoren. Als ze allebei top zijn, dan coachen ze elkaar. Is dat niet het geval, dan kunnen ze mekaar niet opkrikken omdat ze te veel met hun eigen spel bezig zijn.”

Eigen accenten

Dirk Geeraerd : “In de doelmannenkwestie keerde ik gewoon terug naar de bestaande hiërarchie. Wouter Biebauw kon ik weinig aanwrijven. Alleen tegen Moeskroen en in Achnas kwam hij niet goed weg. Je moet eerlijk zijn. Jurgen Sierens was altijd de vaste waarde, die vorig seizoen wegviel door een blessure. Wouter heeft weinig verkeerd gedaan, maar ook geen punten gewonnen, zoals hij vorig seizoen tegen Standard wel deed. Dat is een belangrijk gegeven. Tegen Lierse was het moment rijp om te kiezen voor de ervaring van Jurgen, die op de perfecte manier antwoordde : hij straalde gretigheid uit waar je niet naast kon kijken.

“Ik streef altijd naar een herkenbaar systeem, wil graag mijn eigen accenten plaatsen. Verzorgd voetbal, opgebouwd vanuit de verdediging, staat voorop. Ik merk alleen dat de perceptie fel verschilt. In Waregem speel ik met drie spitsen en verliezen we, met als reactie : ‘Hij speelt naïef, het is gedurfd, wie denkt hij wel dat hij is !’ Maar speel ik thuis met slechts één aanvaller, dan ben ik een angsthaas, schilderen ze me af als een verdedigende coach. Ach, het is altijd iets. Ik draai al lang genoeg mee in het voetbal om te weten dat alleen resultaten je gelijk bepalen.

“Ik weet dat ik mijn jongens in bescherming moet nemen. Het stomste wat ik nu zou kunnen doen, is hen laten vallen en geen vertrouwen geven. Als er fouten worden gemaakt, zijn er altijd meerdere oorzaken. Die boodschap hebben mijn jongens heel goed begrepen. Ik beschik over een vrij stille groep, zonder een echte, uitgesproken leider. De meesten moeten het hebben van mentaliteit, inzet, samenhorigheid en blokvorming. Zo moeten we ook spelen, want wij hebben geen vedetten. Frederik Vanderbiest is dé karakterman, het symbool. Hij zorgt voor een sneeuwbaleffect, trekt net als Sierens de anderen mee. Koen De Vleeschauwer straalt door zijn ervaring respect uit, maar is op het veld ook niet echt de man die zijn stempel drukt. In principe zou Wagneau Eloi dat moeten kunnen, maar hij komt van veel te ver terug om die rol nu al op te eisen. Hij was te lang afwezig in de groep en moet beseffen dat je niet op je verleden kan teren. Op training steekt hij er momenteel zeker niet bovenuit. Ik hoopte hem als joker te kunnen gebruiken, maar vrees een beetje. Hij zit door de zaak-Ye niet fris in zijn hoofd. Bovendien bezorgt zijn achillespees hem nog altijd wat problemen, waardoor sommige spelers hem tijdens de partijvormen gemakkelijk de bal afpakken. Hij kan zich daardoor niet nestelen in de groep, zijn status verbleekt. Veel trainers zouden geneigd zijn hem, op basis van zijn verleden en palmares, altijd mee te nemen. Maar ik moet correct zijn en mijn geloofwaardigheid behouden ten overstaan van de rest van de kern. En de waarheid gebiedt te stellen dat Eloi niet voor een meerwaarde kan zorgen. Hij moet mij maar van het tegendeel overtuigen. Wagneau is een gelouterde prof en een buitenbeentje. Tot nu toe klopte ook geen enkele andere speler aan mijn deur om aan te dringen op een titularisplaats voor Eloi.”

FRéDéRIC VANHEULE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content