Accordeonist had hij kunnen worden, maar als voetballer speelt hij zaterdag met Servië & Montenegro tegen België. Op bezoek bij Nenad Jestrovic thuis in het Servische Obrenovac.

“Wanneer ik de weg zie die hij heeft afgelegd, kan ik slechts één besluit trekken : ik ben trots op mijn zoon.” Dat zegt de 67-jarige Desimir Jestrovic, vader van de beste doelschutter van de Belgische competitie 2004-2005. Die zoon, Nenad, luistert aandachtig. “Hij heeft het allemaal niet cadeau gekregen”, vervolgt Desimir. “Nenad kwam niet van topclubs als Rode Ster of Partizan Belgrado. Als een buitenlandse club je daar wegplukt, ligt de rode loper voor je uitgespreid. Als je integendeel bij een bescheiden club als Obrenovac vertrekt, gaat het een stuk moeilijker.”

Obrenovac is een plaatje met 40.000 inwoners en ligt met de wagen op een halfuur van Belgrado. Rust regeert er, maar de kranten spuwen vuur. In het vooruitzicht van het duel met België waagde Ilija Petkovic, de bondscoach van Servië & Montenegro, het twee vedetten opzij te schuiven : Mateja Kezman van Chelsea en Savo Milosevic van Osasuna. Zijn motivering ? Ze kwamen de laatste tijd bij hun clubs te weinig aan spelen toe. Daarom gaf hij de voorkeur aan Nenad Jestrovic. Vooral Kezman toonde nadrukkelijk zijn ongenoegen.

Desimir Jestrovic beseft dat er voor zijn zoon belangrijke dagen aanbreken, maar blijft kalm. “Het leven gaat snel en dat geldt nog meer voor een voetballer. Ik moet denken aan de problemen die Dragolav Sekularac heeft gekend. Hij was een van de meest legendarische spelers in de geschiedenis van ons voetbal. In de jaren vijftig en zestig reikte zijn reputatie tot ver buiten de landsgrenzen. Ik zag hem eens op zijn eentje de Engelse nationale ploeg op een hoopje spelen. Een mengeling van Pelé en Garrincha, zo kan je Sekularac nog het beste omschrijven. Kortom, een mythe. Maar na zijn carrière liep het helemaal fout met hem. Hij bezat geen rooie duit meer. Zijn gewezen club, Rode Ster Belgrado, heeft nog zijn hartoperatie betaald. Ik zeg tegen Nenad dat hij aan zijn gezin moet denken en de toekomst moet voorbereiden. Maar ik weet dat hij voorzichtig is, dat hij geen domme dingen doet. Het lot van de ongelukkige Sukarac is beslist niet voor mijn zoon weggelegd.” Nenad knikt instemmend.

De ouders van Nenad Jestrovic zijn met pensioen. Zo vaak ze kunnen, trekken ze naar hun buitenverblijf, op het platteland in de buurt van Obrenovac. Desimir bouwde het met eigen handen en hij amuseert zich in de moestuin en de boomgaard annex kleine wijngaard.

Zagorka, de moeder van Nenad, pendelt tussen salon en keuken en voert koffie aan en fruitsap en taarten die ze zelf heeft gebakken. Ze draagt de glimlach van een eenvoudige vrouw die een leven lang hard heeft gewerkt. “Ik werkte in de bedrijfskeuken van een chemische fabriek”, vertelt ze. “Dus moest ik mijn tijd verdelen tussen mijn werk daar en dat thuis. Niet altijd gemakkelijk, maar hoe moet je anders de eindjes aan elkaar knopen ? Het kostte me mijn gezondheid.” Ze wijst naar haar nek, maar vervangt prompt haar pijnlijke blik door een nieuwe glimlach. In een vlaag van trots wijst ze naar haar zoon : “Nenad is de mens die ikzelf gemaakt heb. Is hij niet prachtig ? Maar ik heb nog een andere zoon en even vriendelijk als Nenad : Pedrag. Hij heeft een fitnesscentrum in het centrum van de stad.”

In de verte doemen de schoorstenen van een immense thermo-elektrische centrale op als een waarschuwende wijsvinger in de lucht. De schouw herinnert aan Nikola Tesla, een van de pioniers van de elektrische energie. Begin twintigste eeuw ontwikkelde deze Joegoslavische geleerde als tegenhanger van de Amerikaanse Thomas Edison stroom met drie geledingen, dynamo’s met hoge frequentie, magnetische inductie, het transport van elektrische energie enzovoort. “In Obrenovac staat de belangrijkste elektriciteitscentrale van de hele Balkan”, bevestigt Desimir Jestrovic. “Nikola Tesla zou er trots op geweest zijn.” Maar Tesla leeft al lang niet meer. De legende wil dat het genie in 1943 volledig berooid overleed in New York. Hij leefde uitsluitend voor zijn onderzoek terwijl anderen met de eer aan de haal gingen. Tijdens de oorlog om Joegoslavië bombardeerden de Navo-vliegtuigen de elektrische centrale van Obrenovac.

Desimir Jestrovic werkte in de maalderij van een groot bedrijf in de voedingssector. Hij schopte het er zelfs tot adjunct-directeur. Een gevolg van geduld en bekwaamheid, verklaart hij. “Hard werken ligt aan de basis van alles. Toen we trouwden, hadden we omzeggens niets. Ik ben niet rijk maar wel gelukkig.” Zijn vrouw beaamt dat : “Begin jaren negentig, met die oorlog hier, hadden we geen overschot. Elke dag aan eten komen lag niet voor de hand. Ik weet nog dat Nenad me eens vroeg wat we gingen eten, ik had nog drie aardappelen over. Drie aardappelen voor een gezin van vier grote mensen.”

Desimir Jestrovic draait de bladzijde liever om. Hij somt de tegenslagen op waar zijn zoon sterker uit kwam. “Een enkelbreuk bij zijn overgang van Moeskroen naar Anderlecht. Een knieblessure in de Champions League. De gebroken arm die hij overhield aan een contact met Dejan Stankovic. Nenad vocht telkens terug. Dat bewijst dat hij behalve talent ook veel karaktersterkte heeft.”

“Dat heeft hij van mij”, beweert Zagorka, terwijl Desimir voor een diplomatische stilte kiest. In het familiealbum prijken foto’s van jonge voetballers. Vader Jestrovic : “We dachten eerder dat Predrag toekomst in het voetbal had. Hij bezat meer talent dan Nenad, maar minder discipline.

“Een topvoetballer in wording leek Nenad aanvankelijk niet. Vooral niet omdat hij goed leerde op school. Had hij niet gevoetbald, dan was hij misschien elektricien geworden. Of muzikant. Zoals dat jongetje op een accordeon kon spelen ! Ik heb hem laten inschrijven in de muziekacademie. Maar dat kostte geld en dus vroeg ik de leraar op de man af of Nenad wel over talent beschikte. Zeer veel talent, luidde het antwoord. Hij speelde soms mee in een orkestje van vrienden. Een accordeon, een gitaar, wat slagwerk en ze waren vertrokken. Zonder het voetbal had hij nu zeker een eigen orkest. Want Nenad kon ook meer dan behoorlijk zingen.

“Maar voetballer is toch veel beter. Het leven is zoveel duurder geworden. Veel mensen kunnen zich niet eens een orkest veroorloven wanneer ze een feest geven. De inflatie was verschrikkelijk in dit land. Soms zag je de dinar met de minuut naar beneden tuimelen.”

“Wacht”, onderbreekt Desimir Jestrovic zichzelf. “We hebben nog een accordeon van Nenad bewaard.” Ze gaan op zoek in zijn kamer en keren terug met een instrument. Hier en daar ontbreken toetsen. Geen probleem. Nenad tokkelt meteen een Servisch volksliedje uit het ding. In geen vijftien jaar heeft hij nog gespeeld, maar hij heeft weinig van zijn vaardigheid verloren. Zijn vingers toveren de soundtrack van het geluk van eenvoudige mensen tevoorschijn. De huiskamer van de Jestrovicen baadt op slag in een sfeer van nostalgie.

Nenad en zijn ouders bladeren driftig door het album met foto’s. “Er moet toch ergens nog een prent bestaan van Nenad in zijn uitrusting van worstelaar.” Excuseer ? Vader Desimir, gedecideerd : “Kijk niet zo verrast. Op zijn twaalfde was Nenad het nummer twee van ex-Joegoslavië in de categorie min-45 kilo. Hij was zelfs de beste in Grieks-Romeins worstelen. Nenad deed dat graag. Hij had talent zat. Ik denk dat het belangrijk is dat hij meerdere sporten beoefende voor hij in het voetbal terechtkwam. Aan dat worstelen heeft hij als voetballer veel te danken. Als worstelaar moet je veel lichaamsbeheersing hebben en de bewegingen van je tegenstander kunnen inschatten zodat je hem bij het minste foutje kunt verschalken. Wat er bij het voetbal in het strafschopgebied gebeurt, lijkt enorm op worstelen. Allemaal zijn ze daar met hun armen bezig. Duwen en trekken. Geen wonder dat Nenad zo sterk is in de zestien meter.”

Desimir Jestrovic heeft zelf ook gevoetbald. “Ik was een zeer degelijke aanvaller bij verscheidene regionale clubs. Op mijn achtendertigste ben ik nog scheidsrechter geworden. Voetbal was belangrijk bij ons. Met mijn zonen ging ik dikwijls naar Rode Ster Belgrado kijken. Het klinkt raar uit de mond van een Serviër, maar ik was een fanatieke supporter van Hajduk Split, toch een Kroatische club. Maar ik bewonderde hun speelstijl, de manier waarop ze jongeren opleidden en die dan in de ploeg brachten. Hajduk Split was een goudmijn van voetbaltalent. Nu nog kan ik uit het hoofd de samenstelling geven van de sterkste ploegen uit die tijd. Thuis legde ik zo vaak mogelijk de spelregels uit aan mijn zonen. Veel voetballers kennen niet eens de reglementen van hun eigen sport.”

Zestien jaar was Nenad Jestrovic toen hij doorbrak bij Radnicki Obrenovac, de club van zijn geboortestad. Hij scoorde aan de lopende band, stootte door naar het eerste elftal. De eerste klasse lonkte. Nenad diept enkele foto”s uit een schoendoos. Als soldaat en bij zijn andere clubs : OFK Belgrado, Radnicki Pirot, de nationale beloftenploeg. Op zeker ogenblik toonde Rode Ster Belgrado belangstelling. Er werd een gesprek geregeld, maar ze lieten vader en zoon Jestrovic onbetamelijk lang in een kantoortje zitten. Tot Nenad het beu was en zijn vader meetrok naar buiten. Zoveel gebrek aan respect pikte hij niet.

“Bij Radnicki Pirot daarentegen was het publiek zot van hem”, vertelt Desimir Jestrovic. “Voor de supporters was hij een soort tsaar.” Rijsel klopte aan zijn deur. Nenad tekende er een contract maar door de degradatie naar tweede klasse speelde hij er nooit. Enkele maanden later vierde hij toch zijn debuut in de Franse eerste klasse met twee goals voor Bastia tegen Bordeaux. Amper 21 jaar was hij, vader Desimir denkt er graag aan terug. “Natuurlijk was die scheiding voor de hele familie een moeilijke kwestie. Maar dit was nu eenmaal zijn bestemming. Je moet keuzes maken en je eigen ambities waarmaken.”

Tijd om het huis te verlaten, de straat op. Voor het flatgebouw waar Nenad zijn jeugd sleet, voetballen jongens op straat. Het stadion van Radnicki Obrenovac biedt een vervallen aanblik. De verf bladdert van de muren. Hier heeft voetbal geen toekomst meer. Mensen herkennen en begroeten hem. Nenad Jestrovic monstert de toestand van aftakeling van de tribune en toont zich verrast. Hij kan haast niet geloven dat het hier allemaal voor hem begon. Emoties maken zich van hem meester. Nog meer gevoelens komen naar boven wanneer hij op de speelplaats van de basisschool Jovan Popovic staat, waarna hij even een plaatselijke orthodoxe kerk binnenstapt. Dat is geen toeval : “Ik ben een zeer gelovig man”, biecht hij op. “Maar ik vind geloof een persoonlijke aangelegenheid. Ik praat er niet veel over, dat gaat alleen mezelf wat aan. Maar in Brussel ga ik zo vaak mogelijk naar de orthodoxe kerk van Ukkel, al kan ik net zo goed bidden in een katholieke of protestantse kerk. God is overal voor wie Hem wil ontmoeten. Uit mijn geloof haal ik rust en de kracht om door te bijten in tijden van tegenslag.”

Toen hij zijn arm brak, weigerde hij zich te laten opereren, liet zich in Brussel verzorgen maar ging ook te rade bij een Servische genezer in Belgrado. “Eén die door alle Servische voetballers geconsulteerd wordt wanneer ze iets gebroken hebben. Hij mengt dan extracten van planten en maakt daarmee een soort gipsverband. Dat heeft mijn genezing versneld, al ben ik nog hervallen na een wedstrijd met de invallers, waarin een tegenstander me aan die arm raakte. Anders was ik sneller teruggekeerd. Ik weet dat niet iedereen bij Anderlecht mijn handelwijze goedkeurde, maar ik ben ervan overtuigd dat ik de juiste keuze maakte. In de herfst, toen ik nog maar drie of vier doelpunten op mijn actief had, heb ik gewed dat ik beste doelschutter zou worden. Dat me dat lukte, maakt me trots. Ik was al twee keer tweede in de doelschuttersstand. Dat wilde ik niet nog eens meemaken.”

Onder Frank Vercauteren is Jestrovic helemaal ontploft als prijsschutter. Het hoofdstuk met Hugo Broos heeft hij afgesloten. Dat Broos hem naar Moeskroen haalde en dat hij ook onder Broos vaak scoorde, is Jestrovic niet vergeten. Maar plots liep het fout tussen hen. “Ik wil daar liever niet meer op terugkomen. Broos had ongelijk om via de pers te communiceren. Dat verraste me maar het is zijn probleem, niet meer het mijne. Onder Vercauteren is de sfeer helemaal omgeslagen. Hij heeft een klare kijk op de zaken, noteert en onthoudt alles. Tactisch is hij ongelooflijk sterk. Lang geleden dat we nog zoveel op positiespel trainden. Met Vercauteren is Anderlecht weer een topteam.”

De club poogt dat topteam nog te versterken. Vorig week werd Marius Mitu van Lierse overgenomen. Nenad Jestrovic reageert enthousiast. Waar zijn eigen toekomst ligt, weet hij niet. Drie Engelse clubs – Portsmouth, Bolton en Sunderland – flirten openlijk met hem. Bordeaux maakt hem het hof, maar het meest geïnteresseerd lijkt PSG.

Wordt Parijs zijn volgende werkplaats ? Jestrovic ontwijkt de vraag. “Ik ben een beleefd man, ik luister altijd naar wie me iets te vertellen heeft. Maar Anderlecht is ook een topclub. Sommige spelers gaven zich daar pas rekenschap van nadat ze vertrokken waren. Ik heb bij Anderlecht nog een contract van twee jaar. Het kan nog alle richtingen uit. De dingen zijn zo onvoorspelbaar in het profvoetbal van vandaag.”

Het bezoek aan Obrenovac eindigt met een glas bij Pedrag, de broer van Nenad. Op de televisie loopt een voorbeschouwing bij de wedstrijd Servië & Montenegro-België. “Dat wordt een moeilijke match voor mij”, zucht Desimir Jestrovic. “Ik houd van België. Ik ben al in Brussel geweest, het is een prachtige stad. Anderlecht heeft een schitterend stadion, echt een juweeltje. Ik weet dat mijn zoon bij Anderlecht geweldig gewaardeerd wordt. Het Brusselse publiek houdt van zijn stijl, van zijn werklust, van zijn ambities. Mijn hart krijgt warm als ik daaraan denk. Wat moet ik daarvan zeggen ? Oei oei oei !”

door Pierre Bilic

‘Ik had nog drie aardappelen voor een gezin van vier mensen.’ (Zagorka, moeder Jestrovic)

‘Was hij geen voetballer geworden, dan had Nenad nu zijn eigen orkest.’ (Desimir, vader Jestrovic)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content