Op tweede kerstdag wordt de tweede Brugse derby van het seizoen gespeeld. In de rangschikking is de onderlinge strijd al gestreden: met een wedstrijd meer staat Cercle tien plaatsen en zeventien punten achter Club. Zó veel?

Cercle kreeg zaterdag van Moeskroen drie punten cadeau en die kon het goed gebruiken, want na achttien speeldagen stond het dertiende. De top zes (play-off 1) was geen gespreksthema meer, stilaan ging het erom de plaatsen vijftien (eindronde voor het behoud) en zestien (rechtstreekse degradatie) te vermijden. Hoezo?

Tot dan pakte Cercle negen (op dertig) van zijn zeventien punten buitenshuis: het won in Moeskroen en in Charleroi en speelde gelijk in Standard, Lokeren en Sint-Truiden. Thuis behaalde het er acht (op vierentwintig): het klopte Mechelen en Westerlo en boekte een gelijkspel tegen Zulte Waregem en Kortrijk. Een sterke thuisreputatie kon het dus nog niet opbouwen. Het programma was ook zwaar: in zijn acht thuiswedstrijden trof het al de top zes.

De drie wedstrijden die Cercle in de terugronde al speelde, waren tegen ploegen uit de top vijf: Anderlecht, Gent en Zulte Waregem. In de heenronde behaalde het acht op vierentwintig uit zijn moeilijke beginprogramma. Maar net toen het in theorie gemakkelijker deel van de kalender aanbrak en het dacht naar de eerste helft van de klassering te kunnen klimmen, ging het mis. In de resterende zeven duels kwamen er slechts negen punten bij. Het dieptepunt was de 3-2-nederlaag bij het laatstgeklasseerde Roeselare. In de slotminuten werd er toen nog een 1-2-voorsprong weggegeven.

Zware nederlagen leed Cercle nog niet. Vijfmaal bedroeg het verschil slechts één goal, in vier matchen scoorde het twee keer minder dan de tegenstander. Lange periodes zonder puntenwinst kende het evenmin. De nul op negen bij de start van de terugronde is de enige reeks van drie opeenvolgende verloren wedstrijden. Cercle was tot nu toe een weerbare ploeg van net wel of (meer nog) net niet. De grootste ontgoocheling was tot dusver de nederlaag in de derby: een 2-0-voorsprong en een uitsluiting voor Antolin Alcaraz acht minuten na de rust bij een 2-1-stand volstonden niet, Club won nog met 2-3. Het hoogtepunt was het 1-1-gelijkspel bij Standard. Het kreeg toen applaus van het thuispubliek voor de waardige manier waarop het dat afdwong.

Scoren is niet het grootste probleem: met vierentwintig doelpunten in achttien speeldagen deed Cercle beter dan negen andere ploegen. De goals vielen in zestien van de achttien wedstrijden en werden gemaakt door tien man: Oleg Iachtchouk (5), Jelle Vossen (4), Dominic Foley (3), Bojan Bozovic (2), Thomas Buffel (2), Bernt Evens (2), Anthony Portier (2), Sergiy Serebrennikov (2), Frederik Boi (1) en Vuza Nyoni (1). Buffel vertrok op 1 september naar Genk. Vossen, zijn vervanger, brak na een blitzstart op 17 oktober een kuitbeen. Ook Honour Gombami en Tony Sergeant, twee andere spelers met scorend vermogen, vielen langdurig uit: eerstgenoemde is met een complexe knieblessure out tot volgend seizoen, de tweede werd begin november geopereerd aan een acute blindedarmontsteking en hoopt deze week te kunnen heroptreden.

Het grootste probleem is het aantal tegendoelpunten: dertig is veel, alleen Roeselare en Mechelen en (door de forfait-nederlaag) nu ook Moeskroen incasseerden er nog meer. Liefst vier ervan maakte Cercle zelf. Slechts drie keer hield het de nul.

De Boeckdoctrine

Na de thuisnederlaag tegen Gent op de eerste speeldag wees trainer-technisch directeur Glen De Boeck op tekortkomingen van zijn keeper en zijn rechtsback, posities waarvoor hij al langer bij het bestuur op versterking aandrong. Zo zou het wel eens een moeilijk seizoen kunnen worden, merkte hij op.

In het tussenseizoen wou hij Mark Volders. De doelman van Moeskroen vroeg toen de zekerheid van een vierjarig contract, maar Cercle bood hem maar één seizoen aan. Langer wou het het jonge talent Jo Coppens niet blokkeren. De transactie ging niet door en een alternatief werd er niet gevonden. Op de tweede speeldag, op Anderlecht, zette De Boeck al meteen de achttienjarige Coppens onder de lat. Hij liet hem staan tot en met de eerste wedstrijd van de terugronde. Sindsdien is het toch weer de beurt aan Bram Verbist.

Een nieuwe rechterflankverdediger werd er vorig seizoen in de winterstop met Dejan Kelhar al aangeworven, maar de Sloveen voldeed nog niet op die positie. De zoektocht werd daarom hervat. Voor Anthony Van Loo wou Cercle de vraagprijs van Roeselare niet betalen en Nemanja Rnic mocht na de blessure van Marcin Wasilewski niet meer weg. Uiteindelijk keerde op de laatste dag van de transferperiode Hans Cornelis terug naar Brugge, maar eind oktober viel hij uit met een spierscheur. Pas halverwege december startte hij weer in de basis.

Opmerkelijk is dat Verbist en Boi in het debuutseizoen als hoofdtrainer van De Boeck twee revelaties waren. Ze tekenden toen een verbeterd contract van respectievelijk vier en vijf jaar. Het was nog de tijd dat De Boeck veel van zijn spelers naar ongekende hoogtes liet groeien door hen het houvast van een basisplaats, een vaste positie en een geautomatiseerd spelsysteem te bieden. Cercle, dat was toen:

Het resultaat was historisch. Maar sindsdien doet De Boeck het anders: er wordt geschoven, aangepast, gewisseld en geroteerd als nooit tevoren. Spelers worden uit hun comfortzone gehaald, concurrentie en onzekerheid moet hen nog scherper zetten, vertrouwen horen ze diep in zichzelf en niet bij de trainer te zoeken. Volgens hem is het de noodzakelijke volgende stap in hun evolutie, dé manier om hen nóg beter en klaar voor de top te kunnen maken. Velen gingen al door een diep dal. Boi, Portier, Gombami, De Smet en Serebrennikov onder meer, zelfs Buffel. Twee psychologen, Chris Perquy en Johan Desmadryl, zijn geen overbodige luxe. Blijkbaar gaat het om lange interne processen, want de meerwaarde is nog niet zichtbaar. Of bewijst dat net dat de meesten hun plafond al bereikten in hun eerste jaar onder De Boeck? In elk geval was de chemie in de ploeg zelden nog zo harmonieus als toen.

Wat is de intrinsieke waarde van de huidige spelerskern? Met Besnik Hasi, De Sutter, De Smet en Buffel vertrok er in de loop van het voorbije anderhalf jaar meer dan gemiddelde kwaliteit. De nieuwkomers zijn doorgaans degelijke spelers maar openbaringen zaten er tot nader order nog niet tussen.

Peptalk

The only way is up. Op de nieuwjaarsreceptie zei zelfs voorzitter Frans Schotte het meer dan een keer. Het jaar 2008 was nochtans formidabel geweest. In de Jupiler Pro League 2007/08 was Cercle als vierde geëindigd en halverwege 2008/09 stond het vijfde. Dat is straf voor een vereniging die zich in de kwarteeuw daarvoor slechts vier keer in de eerste helft van de rangschikking wist te plaatsen (in 1996 als 8st, in 1992 en 1990 als 9de en in 1988 als 7de). Toch zou 2009 nóg beter worden, luidde het begin januari. Het was peptalk. Cercle beëindigde het vorige seizoen uiteindelijk als negende. Structureel is het de voorbije jaren een stabielere profclub geworden, maar dat belet niet dat het eind 2009, na bijna twee derde van de reguliere competitie, tussen de degradatiekandidaten geklasseerd staat.

Vanavond voetbalt Cercle in Waregem voor een plaats in de kwartfinales van de Cofidis Cup en zaterdag is er de Brugse derby. Daarna speelt het nog zes competitiewedstrijden op eigen veld en vier op verplaatsing. Achtereenvolgend zijn dat Standard thuis, Germinal Beerschot uit, Charleroi thuis, Mechelen uit, Roeselare thuis, Lokeren thuis, Kortrijk uit, Genk thuis, Westerlo uit en STVV thuis. The only way is up? Play-off 2 lijkt haalbaar. Dan is een plaats in de eerste kolom en zelfs Europees voetbal nog mogelijk. Leve Cercle!

door christian vandenabeele

Twee psychologen zijn geen overbodige luxe.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content