
De Kempenaar verkoos het truitje van de Braziliaanse verdediger Lucio boven dat van zijn teamgenoot Kaká bij de wereldkampioenen van 2002 !
N ico Van Kerckhoven : “Het shirt dat voor mij om allerlei redenen de meeste betekenis heeft, is dat van de Braziliaanse verdediger Lucio, dat ik kreeg na Brazilië-België in de achtste finale van het WK in Japan. Ik kende hem al van in de wedstrijden die ik in de Duitse competitie met Schalke 04 tegen zijn toenmalige club Bayer Leverkusen speelde. Zonder dat ik dat toen besefte, was het mijn allerlaatste wedstrijd voor de Rode Duivels en het was een partij om in te lijsten. Iedereen is het erover eens dat de nationale ploeg, ondanks de uitschakeling tegen de toekomstige wereldkampioen, nooit zo goed speelde als die dag. Ik was na afloop van de match op het veld zelf te ontgoocheld om de traditionele truitjeswissel te doen, maar verscheidene Braziliaanse spelers verschenen naderhand in onze kleedkamer omdat ze op zoek waren naar een souvenir. Niemand minder dan Kaká, die toen nog invaller was bij de Braziliaanse selectie, vroeg me om mijn truitje, maar ik had echt geen zin in een shirt waarop een in onze taal toch beladen naam staat. Ik ben dus snel op Lucio toegestapt om met hem van shirt te wisselen. Natuurlijk wist ik toen nog niet dat Kaká zou uitgroeien tot een absolute vedette van het wereldvoetbal en nog een veel imposantere carrière zou uitbouwen dan de verdediger die eerst bij Bayer Leverkussen een echte steunpilaar was en dat later ook zou worden bij Bayern München.
Als ik eraan terugdenk, heb ik nogal vaak het pad gekruist van jonge snaken die later zouden uitgroeien tot wereldvedetten. Toen ik in 1997/98 met Lierse in de Champions League tegen Monaco voetbalde, wisselde ik na de partij van shirt met niemand minder dan David Trezeguet. Later speelde ik met Schalke 04 ook in de Champions League. We zaten in een groep met Arsenal, Panathinaikos en Real Mallorca. Bij die laatste club was er een jonge Afrikaan die ik van haar noch pluimen kende die na de match zijn truitje met het mijne wou wisselen. Het was niemand minder dan Samuel Eto’o, nu een van de grote sterkhouders van FC Barcelona. Ik heb dus, zonder het te beseffen, nogal vaak geluk gehad met die truitjeswissels. Tijdens mijn jaren in de Bundesliga heb ik ook mijn collectie kunnen uitbreiden via de contacten die ik had met spelers die ik voordien in België had leren kennen : Bart Goor, toen die voor Hertha Berlijn speelde, Didier Dheedene, op het ogenblik dat die actief was voor München 1860, en Jan Koller van Borussia Dortmund. Een ander truitje dat voor mij heel veel waarde heeft, is dat van Schalke met het nummer 100 erop, een exemplaar dat ik kreeg bij mijn honderdste wedstrijd in de eerste ploeg van de Duitsers. Dat shirt heb ik net als mijn plunje van mijn allereerste wedstrijd bij de Rode Duivels – een 2-2-gelijkspel tegen Italië in Crotone – in een speciaal kader gestopt en opgehangen.”
BRUNO GOVERS