Bij de start van een nieuw seizoen zijn bij alle ploegen de verwachtingen hooggespannen. Gert Verheyen analyseert wie mag dromen en wie moet opletten.
G ert Verheyen is geen tafelspringer. Nooit geweest als voetballer en nu evenmin als analist. Geen opportunist die overspringt naar het andere kamp omdat de tv-rechten in andere handen zijn. Dus blijft hij straks Belgacom trouw. Eén wedstrijd per weekend gaat hij analyseren. Oké, het zullen niet altijd toppers zijn, maar daar legt hij zich bij neer. Wat hij verwacht van de competitie en van de topploegen? Moeilijk te voorspellen, want ze houden op dit moment allemaal een slag om de arm. “Niemand”, constateert hij, “en dat is raar, heeft het uitgesproken over ‘wij willen kampioen worden’. Genk is bang voor het seizoen na de titel, Standard verliest veel volk en heeft het over een overgangsjaar, Club Brugge hoopt het misschien wel, maar durft het niet te zeggen en Anderlecht heeft nog problemen genoeg.”
Het is nog vroeg, de transferperiode loopt nog een maand. Hebben clubs als Anderlecht of Genk gelijk als ze zeggen, om de rust te bewaren: niemand vertrekt nog vóór eind augustus?
Gert Verheyen: “Op zich is dat goed, maar als het er écht op aan komt, heb je als club niks te zeggen. Genk heeft geprobeerd om ThibautCourtois tegen te houden, maar als die spelers doorduwen en ze komen niet naar bepaalde afspraken, dan heb je geen keuze. Wij zouden dat nooit hebben gedurfd, maar tegenwoordig draait een speler van 19 zijn hand niet meer om voor een afwezigheid op de fandag. Ook wel ingegeven door managers, denk ik. Dat maakt het moeilijk voor clubs.”
Genk is twee goeie jonge doelmannen kwijt, want ook Koen Casteels is weg.
“Een verzwakking. Casteels kennen we niet zo goed, maar je hoorde er heel veel goeds over. Je verliest daar kwaliteit. Als ze de rest kunnen houden komt het aan op honger en iedereen het weer laten opbrengen, het jaar na de titel. Sommigen kunnen die knop snel omdraaien, anderen hebben het daar moeilijker mee en blijven in de euforie van vorig seizoen hangen. Je zit er wel nog met jonge gasten, die gaan nog beter worden: Vossen, De Bruyne en Ogunjimi. Kevin is relatief veel out geweest, aan hem gaan ze in principe nog meer hebben dan vorig seizoen. Als hij blijft …”
Genk verliest naast Courtois op zes maanden tijd met João Carlos en Eric Matoukou wel het hart van de defensie.
“Dat is waar, maar ik denk niet dat daar het probleem ligt. De kwaliteit zat vooraan. Dat achterin valt op te lossen. Of ze meedraaien bovenin hangt echt af van de mentaliteit. Ze hebben een trainer die het al dikwijls genoeg meemaakte en die het niet zal toelaten dat ze verzwakken, maar je komt toch weer in een andere situatie. Sinds hij er is, heeft hij het voortdurend aangescherpt, en nu moet hij nóg eens bijtrekken. Afwachten of dat opnieuw lukt.”
De factor D’Onofrio
Standard heeft een nieuwe voorzitter, een nieuwe trainer en dreigt het hele middenveld te verliezen.
“Als na Witsel ook nog Carcela en Defour vertrekken, is dat helemaal opnieuw beginnen. En dan denk ik spontaan: wat zeggen Van Damme en Tchité daarop? Die gaan niet akkoord met een zevende plaats of een overgangsjaar waarbij je mikt op de jeugd. Daarvoor is Van Damme niet naar België gekomen en Tchité evenmin. Interessant is ook om te zien wat de gevolgen van de overname zijn. De relatie tussen Luciano D’Onofrio en de spelers was iets speciaals. Dat was niet, zoals bij andere clubs, een relatie tussen speler en bestuur, maar meer. Die gasten werd beloofd dat er voor hen zou worden gezorgd, dat ze naar een grote ploeg konden, en daarom bleven ze wat langer. Als die band wegvalt … Ik denk dat het voor Defour de enige reden was waarom hij nog wilde blijven. Standard wordt nu een club zoals alle andere.”
Vind je Benfica een goeie keuze voor Witsel?
“Ja, eigenlijk wel. Ik denk dat het past bij zijn manier van spelen en zijn houding in het algemeen. Ik ben geen groot kenner van het Portugese voetbal, maar het lijkt me ginder niet met dezelfde druk te zijn als bij Engelse, Duitse of Italiaanse ploegen, waar het toch allemaal dichter bij elkaar ligt. Technisch zal het ongetwijfeld beter zijn dan ons voetbal, ik denk dat het bij Witsel past.”
Defour en Carcela legden allebei een Russische aanbieding naast zich neer. Oef?
“Dat spelers naar Rusland vertrekken vind ik altijd spijtig. Ik begrijp dat, het heeft veel met geld te maken en die competitie is uiteraard goed, maar je ziet hen niet meer. Je ligt daar ook niet wakker van, je kijkt amper naar de uitslagen. Spartak tegen Zenit of Kazan, dat zegt ons niks. Nu, op een gegeven moment kun je wel het gevoel hebben dat je de ploegen voor het uitkiezen hebt, maar als het eropaan komt en de centen moeten écht worden betaald, dan schieten er dikwijls niet veel mogelijkheden over. En zijn het alleen Russen.”
Of Turken en Grieken, maar gezien omkoop- en andere financiële affaires, lijkt dat een tijdelijk gesloten piste.”
“Dat is even minder, denk ik, ja.
“Als Defour en Carcela alsnog zouden vertrekken, moet Standard reageren. Camara heeft dat vorig jaar wel goed gedaan, maar náást die mannen. Niet als de leider. Dat is vergelijkbaar met Kouyaté in Anderlecht. Verdienstelijk, maar als Biglia er niet bij is en Kouyaté moet het spel maken, is dat een drama. Camara is vergelijkbaar.”
Vind je het een goeie zaak dat Roland Duchâtelet de ploeg overnam?
“Dat moet nog blijken. Ik weet niet wat Duchâtelet écht van plan is. Elke club heeft zijn eigenheid, ik denk dat het heel belangrijk is om die te bewaren. Het is belangrijk om te luisteren naar je achterban. Niet te veel – je moet niet écht doen wat de supporters willen – maar er wel rekening mee houden. Club Brugge heeft daarin een goed evenwicht gevonden, de supporters weten te overtuigen. Iedereen gaat daar nu in mee, tenminste op dit moment. Je kunt Standard niet vergelijken met STVV. Gaat Duchâtelet zich moeien met alles of goeie mensen neerzetten die het beleid bepalen? Ze lijken me in eerste instantie wat naar versterking rond te zoeken in België, op zich niet verkeerd. Ik denk dat een Belgische topclub nog altijd gebaat is bij het gaan voor goeie spelers in andere clubs, als die er zijn. Maar je moet wel weten dat de lat bij Standard heel wat hoger ligt. Die fout heeft Duchâtelet bij STVV gemaakt: spelers gecontracteerd of tegen zijn trainer gezegd: hier moet je het mee doen, terwijl het zelfs voor STVV niet genoeg was.”
Hij kreeg van de fans genoeg kritiek, ze stonden al thuis aan de deur.
“Dat kan hij zich bij Standard niet veroorloven, want die zijn nog iets heviger. Maar goed, het is een verstandige man. Bovendien: alles wat je bij STVV koopt aan spelers, daar heb je nooit rendement van. Bij Standard wel. Als je daar investeert in een goeie jonge speler kun je wél winst maken.”
Dat was de teleurstelling van Duchâtelet bij de verkoop van Simon Mignolet, die in zijn ogen voor veel te weinig geld vertrok naar Sunderland.
“Het blijft STVV. Zet Mignolet in de goal bij Standard en je maakt er wél geld van.”
Imago
Anderlecht heeft een injectie van techniek gekregen. Wat verwacht je van de Brusselaars?
“Ik vond de voorstelling van de nieuwe spelers raar. Als je de foto in de krant zag staan: een shortje, een T-shirt, die kleding … Trek een jasje aan, doe dat in stijl, zeker bij zo’n ploeg! Dat viel me wat tegen en het zegt iets over persoonlijkheid. Ik kan me moeilijk inbeelden dat Roger Vanden Stock tevreden was als hij die vijf daar zo zag staan. Het konden evengoed vijf jongeren zijn geweest die op straat aan het voetballen waren. Maar goed, dat is een opmerking die helemaal los staat van hun kwaliteiten. Ik ken die jongens nog niet. Ronald Vargas is sowieso een goeie transfer. Zet daar Jovanovic nog bij en eventueel Mbokani en Lukaku gaat niet weg, dan is dat weer een heel goeie ploeg.
“Het gebrek aan voetballend vermogen, toch het handelsmerk van Anderlecht, was vorig seizoen dramatisch, zeker in de play-off. Daar moesten ze wat aan doen. Daarvoor moet ook Biglia zeker blijven en spelen, want als je weer met Kouyaté en Marecek moet beginnen en met Juhász en Mazuch achterin, is dat verdedigend goed, maar niet genoeg voor Anderlecht. Daar moeten ze strenger zijn en de lat op hun niveau blijven leggen. Niet tevreden zijn met minder. Wat ik zag in de play-off had niks meer met Anderlecht te maken. Of ze nu goed dan wel slecht speelden, vroeger was er altijd een basis van voetballend vermogen die gemiddeld gezien hoger lag dan bij de rest in België. Dat was nu weg. Dat deed toch wel zeer aan de ogen.”
Mbark Boussoufa verbloemde blijkbaar heel veel.
“Het gebeurt wel vaker wanneer een zeer belangrijke speler vertrekt. Dan gaan anderen roepen: nu ga ik mijn kans krijgen en ga ík het eens laten zien. Die spelers vergeten hoeveel druk zo iemand wegneemt. Het ging niet over Anderlecht, het ging altijd over Boussoufa. Heeft hij goed gespeeld, heeft hij slecht gespeeld, Mbark kreeg de hele meute over zich heen. De anderen zaten op hun gemak in de kleedkamer. Maar plots gaat de ene weg en valt de ander, Biglia, uit. Dan focust iedereen op bijvoorbeeld Kouyaté of Marecek. Hebben die wel goed gespeeld? Die jongens worden dan afgemaakt, daar kunnen ze niet tegen en hop … ze vallen weg. Zulke jongens beseffen dan pas wat het is, voor Anderlecht het verschil moeten maken. Ertussen lopen of de kar trekken is een heel groot verschil in een topclub.”
Is het niet vreemd dat je een geblesseerde speler bij een concurrent moet weghalen om je ’toptransfer’ te realiseren?
“Ja, maar anderzijds moet je het niet per se aan de andere kant van de wereld zoeken als je een bekende kunt wegpakken bij de concurrent. Vargas was het laatste jaar ook beter bezig dan in zijn eerste seizoen bij Club Brugge. Voor Anderlecht is het een goeie transfer. Je moet wel nog zien wanneer hij helemaal fit is. Als dat maar tegen de play-offs moet zijn, is dat goed, maar niet vergeten dat na een teleurstellend seizoen de druk daar ook groot is. Supporters wachten niet tot de play-offs, voor hen moet het van in het begin goed zijn. Dat zorgt voor veel druk. En als er één ding vorig seizoen duidelijk was, dan was het dat de jongens die druk niet aankonden. Mentaal noch kwalitatief waren ze klaar voor Anderlecht. Als je daar nu weer mee begint en het gaat opnieuw niet, zullen ze er weer onderdoor gaan. Dat je Vargas de tijd moet geven is wel duidelijk, ik kan niet geloven dat die in oktober de pannen van het dak speelt.”
Wat moet Romelu Lukaku doen?
“Het is allemaal heel verleidelijk, ik snap dat, maar hij is nog zo jong en heeft nog zo veel tijd. Het heeft geen enkele zin om dat nu al te doen. Het is niet makkelijk, geen ja zeggen, maar weggaan zou hem niet vooruit helpen, denk ik.”
Harde keuzes
Club Brugge haalde de bezem door zijn selectie.
“Als het ergens niet marcheert, verander je de trainer en hou je de groep … of omgekeerd. Ik ben zeer benieuwd. Hun bedoeling begrijp ik heel goed, de aankopen, het zoeken naar een evenwicht tussen mentaliteit en goed voetbal. Daar moet je keuzes maken, ook straks weer. Ik heb eens gekeken: als je al het offensieve talent samen gaat opstellen, zit je wéér met te veel. Het is goed dat je ze in je kern hebt, maar ze allemaal samen brengen … Daar moet je keuzes maken. Werkkracht en loopvermogen gekoppeld aan techniek, in moeilijke wedstrijden gaat dat een verhouding zijn van 6-4 of 7-3. Die oefening gaat Koster elke week moeten maken. Ik heb het altijd wel voor hem gehad, de manier waarop hij met de dingen omgaat. Misschien is zijn ‘gebrek’ aan een harde hand – en zet dat tussen aanhalingstekens – nu ineens minder erg als je met een kern zit waarin ze hard willen werken. Dan is dat niet meer nodig.”
Veel media zetten Club Brugge in hun prognose op één. Gewaagd?
“De andere hebben nog veel twijfels … vandaar, denk ik. Van iets wat zo drastisch is vernieuwd, moet je toch afwachten wat het wordt. Maar als het echt marcheert en de aankopen zijn zo goed als ze zich aankondigen, kan het een heel goeie ploeg zijn. Achterin moet het niet heel spectaculair zijn, als het maar degelijk is. Voorin zijn ze met Perisic en Vargas twee doelpuntenmakers kwijt. Daar moeten nu anderen voor zorgen. En ook hier geldt: al vijf jaar geen kampioen, van bij het begin zal er heel veel druk op zitten. Voor nieuwkomers is dat moeilijk. Hoe goed gaan Refaelov en Vázquez zijn?”
Heel veel voetballers uit Israël bleken in het verleden goeie spelers, maar hadden het lastig met de aanpassing.
“Dat Refaelov kan sjotten, je hebt geen tien minuten nodig om dat te constateren. Wat Vázquez doet, is niet spectaculair, maar ik zag toch al goeie Barcelonapassen. Zijn kwaliteiten gaan alleen tot uiting komen als de andere spelers meedenken op zijn niveau. De vraag is hoeveel goals ze beiden maken, want het is te hopen dat het niet alleen van Björn Vleminckx moet komen.”
We hebben bij Akpala en Kouemaha gezien dat het niet eenvoudig is, alleen in de spits.
“Die twee vond ik te weinig. Dat hebben ze bij Club goed gedaan, hen gezegd: dit is te weinig, aan de kant. Idem met Geraerts en Simaeys. Of ze nu gelijk hebben of niet, eens je beslist dat je een andere weg inslaat en die jongens niet meer gebruikt, weg ermee! Ik vind het sterk dat je die beslissingen durft nemen en op den duur niet met een kern zit waar nog vijf man aan bengelt. Vaak is dat hard, mensen moeten ontgoochelen, maar het is de enige manier om vooruit te gaan.”
Was het te weinig, Geraerts en Simaeys?
( denkt na) “Je kunt niet zeggen dat die jongens niet goed genoeg zijn, maar Club is niet beter van hen geworden. Ze hebben een aantal jaren de kans gehad en het niet gedaan. Als je opnieuw resultaten wilt halen en kampioen worden moet je veel strenger zijn.”
Zijn ze voor jou de kandidaat nummer één?
“Daar wil ik nog even mee wachten.” ( lacht)
Trainers
Tot slot nog de twee Oost-Vlamingen: AA Gent en Lokeren. Versterkt?
“Gent hield zich opvallend stil. Ik denk dat TrondSollied er altijd in slaagt een ploeg neer te zetten en dat leidt wel tot resultaten. Is dat bij de eerste vier, of is dat plaats zes, dat is moeilijk te zeggen. Als ze achterin meer stabiliteit kunnen brengen … Naar voren toe zal het zeer herkenbaar zijn, dat zijn we gewend. Maar ook al weet de tegenstander het, dan is dat nog niet erg, want het werkt altijd.
“Het enige wat Lokeren vorig seizoen mankeerde, was een goeie diepe spits die kon scoren. Die is er nu bij, met Harbaoui. Maar het kan goed zijn dat ze betere matchen spelen en net iets minder punten halen. Peter Maes is een goeie trainer. Die zal niet content zijn met nog eens hetzelfde. Lokeren gaat niet ineens als twaalfde eindigen. Ook omdat de groep nu beseft dat het kan, dat het geen toeval is dat ze daar staan.”
DOOR PETER T’KINT – BEELD ERIC HERCHAFT (REPORTERS)
“De relatie tussen D’Onofrio en zijn spelers was niet zoals bij andere clubs een relatie tussen speler en bestuur, maar meer.”
“Van iets wat zo drastisch is vernieuwd als Club Brugge, moet je toch afwachten wat het wordt.”
“Trond Sollied slaagt er altijd wel in een ploeg neer te zetten en dat leidt tot resultaten.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier