Dankt FC Brussels zijn sterke start aan zijn coach ? ‘Ik begrijp perfect waarom iedereen zo positief over hem spreekt’. Trainer of tovenaar : vier spelers getuigen over het effect van Albert Cartier.

Tijdens de voorbereiding stapelden de problemen zich huizenhoog op. Toch miste FC Brussels de start van de competitie niet. Niet alleen de resultaten pleiten in zijn voordeel, ook het gedrag van de ploeg verraadt de stempel die coach Albert Cartier in de hoofdstad drukt. Vier spelers, één per linie, over waarin het FC Brussels van dit seizoen verschilt van dat van vorig seizoen. En over de rol die de trainer daarin speelt.

De doelman : Patrick Nys

Patrick Nys : “Voor mij persoonlijk zijn er veel dingen veranderd sinds de komst van Albert Cartier. Om te beginnen op het niveau van de communicatie. Dat kan je zowel op als naast het terrein vaststellen. Cartier is een Fransman, maar hij levert lovenswaardige inspanningen om Nederlands te leren. Dat moet niet gemakkelijk voor hem zijn, maar hij probeert het toch. Dat wordt bijzonder gewaardeerd. Als hij een nieuw Nederlands woord hoort, vraagt hij wat het betekent en probeert hij het te onthouden. Kruist hij ’s morgens een Nederlandstalige speler, dan zal hij er veeleer een ‘goedemorgen’ uitsmijten dan een ‘ bonjour’. Ik heb nog nooit een trainer meegemaakt die zoveel praat, voor mij is dat een ware revelatie. En ondanks de taalbarrière werpt dat vruchten af. Ook voor de Vlaamse spelers. Kijk naar de prestatie van Kristof Snelders bij de beloften. Iedereen kon zien hoe die jongen zijn zelfvertrouwen heeft herwonnen.

“Je merkt bovendien dat Cartier veel belang hecht aan familiewaarden. Binnen de club hebben we de jongste tijd enkele overlijdens meegemaakt – en dan doel ik niet alleen op de dood van Jean-Baptiste L’Ecluse. Sommige mensen hebben een zuster of een schoonvader verloren. Telkens was Cartier aanwezig op de begrafenis. Zijn vrouw en twee kinderen zijn in Frankrijk achtergebleven, hij ziet ze niet elke dag. Ik denk dat hij door zijn persoonlijke situatie nog beter begrijpt wat een speler meemaakt als hij privé-problemen heeft. Dit alles draagt bij tot een uitgesproken positief groepsklimaat. En het is bekend hoe in het Belgisch voetbal de prestaties van een ploeg mede worden bepaald door de sfeer binnen een groep.

“Cartier vindt de juiste mix tussen een positieve groepssfeer en de ernst waarmee er moet worden gewerkt. Wordt er niet goed gewerkt, dan verheft hij zijn stem en dat is niet meer dan logisch. Hij weet wat hij wil en iedereen weet wat hij wil. Het eerste wat hij vraagt, is de inzet van iedereen. Dat valt op in onze wedstrijden. Tegenwoordig verdedigt de hele ploeg mee, vroeger knapten alleen de verdedigers en de verdedigende middenvelders het defensieve werk op.

“Het werkschema onderging een aantal wijzigingen. Na een match geeft Cartier ons in principe twee dagen vrijaf. We kunnen dan goed rusten, ons herbronnen bij ons gezin. De volgende twee dagen wacht ons een zwaar programma, met twee trainingssessies per dag. De twee dagen voor een wedstrijd verlopen dan weer kalmer. Er wordt op stilstaande fasen geoefend en er is aandacht voor tactiek, maar niet te veel, net genoeg. Bij Emilio Ferrera was het al tactiek wat de klok sloeg. Er was geen enkele vorm van communicatie. Toen we de verdediging opnamen van jonge gasten om ze zo wat meer vertrouwen te geven, werden we afgeschilderd als de slechte karakters binnen de groep. Maar goed, dat is het verleden, ik wil niet meer terugkomen op deze periode.

“Hoewel de keeperstrainer gebleven is, wordt er nu heel anders met de doelmannen gewerkt, met veel aandacht voor détente, kracht en reactiesnelheid. Doelmannen appreciëren dergelijke oefeningen, en ze zijn ook noodzakelijk. Bij Ferrera leidde je als doelman op training een statisch bestaan : je moest maar wachten tot een aanvaller eens een bal naar doel stuurde.”

De verdediger : Christ Bruno

Christ Bruno : “De voor het publiek meest zichtbare verandering is dat ik dit seizoen als rechtsachter opereer, terwijl ik vorig seizoen doorgaans als linksback aan de bak kwam. Ik werd destijds als rechtsachter bij de club binnengehaald en toen ik voor twee jaar bijtekende, gebeurde dat ook met het oog op die positie. Dat ik vorig seizoen dienstdeed als linksback, kwam gewoon omdat ze niemand anders voor die plaats vonden.

“Cartier kiest voor een verdediging met vier, met Davy Theunis en Steve Colpaert centraal en Sofiane Zaaboub op links. Revolutionair kan je dit systeem niet noemen. Wat gewijzigd is, is de mentaliteit. Iedereen stelt zich ten dienste van het collectief. Een ploegmaat die in de fout gaat, wordt meteen geholpen. Dat doe je gemakkelijker omdat je weet dat hij ook in de bres springt wanneer je zelf in moeilijkheden verkeert. Neem bijvoorbeeld de wisselwerking tussen Julien Gorius en mezelf op de rechterflank. Ik probeer hem zoveel mogelijk te steunen in zijn offensieve acties en hij helpt me bij mijn verdedigende taken.

“Veel offensieve richtlijnen krijgen we overigens niet. We moeten zelf een beetje aanvoelen wanneer we mogen oprukken en wanneer niet. In verdedigend opzicht eist Cartier een maximale concentratie. Ik denk dat hij vorig seizoen de negatieve kanten van de ploeg goed heeft geanalyseerd. Hij stelde vast dat we toen veel te vaak met één doelpunt verschil verloren na een flagrante individuele fout die veelal het gevolg was van een gebrek aan concentratie. Ook op training wil hij op ieder moment concentratie. De groep nam dat meteen op, van bij de eerste training. Dat zijn boodschap aantikt, wijst erop dat hij ruimte voor een dialoog met de groep heeft geïnstalleerd. Vooral op het gebied van communicatie hebben we veel vooruitgang geboekt. Plus op het vlak van zelfvertrouwen. Cartier probeert dan wel onze fouten te verbeteren maar hij gaat net zo goed uit van onze kwaliteiten.”

De middenvelder : Alan Haydock

Alan Haydock : “Op het tactische vlak is er ten opzichte van vorig seizoen weinig veranderd. Ik speel nog altijd centraal op het middenveld, aan de zijde van Richard Culek. Richard geniet daarbij meer offensieve vrijheid dan ik. Ik vind dat logisch, tenslotte was hij vorig seizoen onze beste doelschutter. Normaal dus dat hij van ons tweeën het meest oprukt : met zijn gestalte, zijn kopspel en zijn besluitvaardigheid is hij gewoon veel gevaarlijker dan ik. In drie seizoenen speelden we al tachtig wedstrijden samen en dat merk je : automatismen zat.

“Op de flanken lopen er wel andere spelers, maar het systeem is niet veranderd. In de plaats van Zézéto hebben we nu Werry Sels op links en Julien Gorius op rechts. Hoewel, Sels op links ? Werry is niet echt een flankspeler, hij zwenkt geregeld naar binnen. Gorius is een ander type. Hoe dan ook zijn het twee fysiek zeer sterke voetballers.

“Maar qua tactiek werkt Cartier gewoon in het verlengde van het einde van vorig seizoen. Wat veranderd is, is de mentaliteit. Hij is veel positiever. Onder Robert Waseige waren we er al in geslaagd een blok te vormen, maar dit seizoen is dat nog veel nadrukkelijker het geval. Als Cartier praat, straalt hij zoveel charisma uit dat iedereen automatisch luistert. Je voelt dat hij een respectabel verleden als voetballer heeft, dat hij zelf op een hoog niveau heeft gespeeld. Hij weet wat een voetballer voelt. Soms heb ik de indruk dat hij het betreurt dat hij zijn carrière als speler al achter de rug heeft. Hij plant hoe dan ook zijn eigen geestdrift op de groep over, hij stimuleert de spelers om zichzelf te overtreffen. Door dat enthousiasme en onze organisatie pakken we punten zonder dat we daarom altijd oogstrelend voetbal produceren. Om wedstrijden te winnen moet je eerst duels winnen. Voorts moet je de factor geluk aan je zijde hebben.

“Cartier begrijpt ook goed dat de voorbereiding dient om je voor te bereiden. Niet om resultaten te behalen. Veel mensen beoordelen een ploeg op basis van zijn uitslagen in de maand juli. Dat is tamelijk zinloos. Oké, we verloren of speelden slechts gelijk tegen ploegen uit bevordering of uit provinciale reeksen en glorieus oogt dat niet. Maar Cartier wist zeer goed waarmee hij bezig was. Dit seizoen lag de klemtoon tijdens de voorbereiding veel meer dan vroeger op het fysieke werk. De eerste twee weken vielen voor iedereen erg zwaar uit. De trainer stak veel tempo in zijn trainingen, er waren weinig dode momenten. Er werd veel van ons geëist, op het vlak van de fysiek maar ook op het vlak van de concentratie. De groep heeft dat goed opgepikt en heeft zich volledig gegeven. Niemand wil Cartier teleurstellen. Al de kritiek gaf ons ook een mentale injectie. Hoe meer iedereen vond dat we te licht wogen voor de eerste klasse, hoe meer we het tegenovergestelde wilden bewijzen. Met hun sombere prognoses hebben de journalisten ons een dienst bewezen. Hun pessimisme motiveerde ons.

“Er werd laatdunkend verwezen naar onze te krappe spelerskern. Dat was bij het begin van de voorbereiding een terechte opmerking, maar Cartier heeft zich daar geen moment aan gestoord. Hij werkte met de spelers die voorhanden waren en heeft nooit om versterking geschreeuwd, zoals andere trainers dat soms wel doen. Dat was sterk van hem en daarmee heeft hij zelfvertrouwen in de groep gepompt. Kwamen er spelers bij, des te beter, dat waren dan extra troeven. Kwamen er geen spelers bij, ook goed.

“Cartier beseft ook dat in een club iedereen belangrijk is. Hij toont respect voor iedereen : van de vedette in de ploeg – voor zover die er rondloopt bij een club als FC Brussels – tot de vrijwilliger die in de kantine helpt of tickets afscheurt. Mijn vriend Frédéric Tilmant, die ik nog ken van bij La Louvière, had me voorspeld dat ik goed zou kunnen opschieten met Cartier. Hij heeft niet overdreven. Ik begrijp perfect waarom iedereen zo positief over hem spreekt. Ik heb geluk dat ik in mijn loopbaan zoveel goede trainers heb meegemaakt. Inclusief Ferrera, want ook hij bezat veel kwaliteiten.”

De aanval ler: Kristof Snelders

Kristof Snelders : “Een belangrijk punt dat elke aanvaller moet begrijpen, is dat hij ook moet functioneren als de eerste verdediger van zijn ploeg. We moeten terugvallen en het middenveld helpen, en ervoor zorgen dat er niet te veel ruimte tussen de linies ontstaat. Cartier wil dat de ploeg compact verdedigt en bij balrecuperatie vlug overschakelt naar de aanval. Tactisch mikken we vooral op het balverlies van de tegenstander, in die zin verschilt de aanpak van de coach nauwelijks van die van Ferrera. De eerste opdracht van Cartier luidt : de nul op het bord houden.

“Vooraan vorm ik een complementair duo met Igor De Camargo. Ik ben klein van gestalte, speculeer vooral op mijn snelheid. Hij is stevig in de duels en sterk met het hoofd.

“Opvallend aan Cartier zijn de slogans die hij vlak voor een wedstrijd op een bord schrijft. Genre : Met geestdrift kan je veel bereiken. Zonder geestdrift bereik je niets. Of : Morgen is het te laat en kunnen we alleen nog de perscommentaren over ons lezen. Het is nu dat we tot de actie moeten overgaan. Het is een methode om ons te motiveren en het werkt.

“Psychologisch staat Cartier ongelooflijk sterk. Hij praat veel. Bij het begin van de voorbereiding las ik in de pers dat hij me geen geschenken zou geven want dat hij meende dat ik veel meer kon dan wat ik tot dusver had gebracht. De uitspraak was minder bedoeld als waarschuwing dan wel als oppepper. In een constructief gesprek liet hij me verstaan dat hij op me rekende en dat hij me vertrouwen wilde geven.

“Het grote verschil met vorig jaar schuilt in de mentaliteit van de groep. Cartier is erin geslaagd iedereen te motiveren. Vorig seizoen zakten de kopjes bij de geringste tegenslag. Maar het is niet allemaal de verdienste van Cartier. Ik denk dat we al op het eind van vorig seizoen de basis hebben gelegd voor de sterke start die we nu hebben gerealiseerd. De groep is in grote lijnen dezelfde gebleven. Deze groep heeft het behoud verzekerd en is op dat elan verder gegaan. De spelers kenden elkaar al, Cartier moest hier niet van nul beginnen.”

door Daniel Devos

‘Cartier vindt de juiste mix tussen een positieve groepssfeer en werkernst.’ (Patrick Nys)

‘Het grote verschil met vorig jaar schuilt in de mentaliteit. Cartier is erin geslaagd iedereen te motiveren.’ (Kristof Snelders)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content