NIET ZO RIJK ALS GEDACHT

© BELGAIMAGE

In de kwalificatiewedstrijd van de Rode Duivels tegen de Grieken doken opnieuw oude problemen op.

Of hij in de loop van de tweede helft overwoog om met twee centrumspitsen aan te treden, vroegen we Roberto Martínez na afloop van het duel tegen de Grieken?

Neen, was het antwoord. Daar lag het probleem niet, en in stapelspel had hij geen zin. Lange ballen voor de pot gooien zou in de kaart spelen zijn van het Griekse centrumtrio. Martínez wilde breedte, vandaar dat Dries Mertens gaandeweg meer en meer op de flank ging spelen, en dat Kevin Mirallas inviel, eerder dan Christian Benteke, DivockOrigi of Michy Batshuayi. Zeven van de elf Rode Duivels die het slotkwartier volmaakten mogen dan wel hun centen over het Kanaal verdienen, de good old English route one wil Martínez niet nemen. Uiteindelijk kreeg hij gelijk, de gelijkmaker viel ook niet op die manier. De door de invalbeurt van Mirallas naar links uitgeweken Mertens zette voor, en Romelu Lukaku vond centraal voldoende ruimte om te scoren.

In het verleden, zelfs net voor het EK nog, wilde Marc Wilmots het nog wel eens proberen, twee van zijn vier centrumspitsen samen op het veld. Benteke-Lukaku eindigden op 1 juni nog samen in de oefenmatch tegen Finland, Origi-Batshuayi begonnen die avond. Dat bleek al snel een frustrerende keuze, de Belgen bleven steken op 1-1. Een paar dagen later werd tegen Noorwegen snel teruggeschakeld naar een systeem met één spits. En, aanwezigheid van vier centrumspitsen of niet, op het EK speelden de Belgen nooit met twee centrumspitsen. Zelfs niet toen tegen Wales de uitschakeling dreigde. Wilmots haalde toen zeven minuten voor tijd Lukaku naar de kant voor Batshuayi. Ook voor Martínez zijn twee centrumaanvallers dus geen optie.

De kaarten blijven duidelijk. Wat de wedstrijdomstandigheden ook zijn: de bondscoach stapt niet af van zijn na de nederlaag tegen Spanje (zijn debuut op 1 september, 0-2) uitgedokterde manier van voetballen. Die eerste schooldag speelde hij nog met vier achterin en had het middenveld met Axel Witsel, Radja Nainggolan en Kevin De Bruyne alle moeite tegen het bewegingsvoetbal van de Spanjaarden, die tussen de lijnen liepen en infiltreerden dat het een lieve lust was. Toen de groep zes dagen later met 0-3 won bij Cyprus, stonden er bij de Rode Duivels drie verdedigers achterin centraal de boel dicht te houden en moest Marouane Fellaini Witsel bijstaan om het centrum af te dekken. De flanken waren voor Thomas Meunier en YannickCarrasco, De Bruyne en Eden Hazard speelden in steun van Lukaku.

Tegen Bosnië deed Martínez aanvankelijk (21 minuten, tot de blessure van Jordan Lukaku hem dwong in te grijpen) een stapje terug naar vier, maar vanaf dan werd definitief gekozen voor drie. Met opnieuw op het middenveld Fellaini naast Witsel. De middenvelder van Manchester United, tien jaar international inmiddels, was vervolgens geschorst tegen Gibraltar en niet beschikbaar voor de interlands in november. Maar dat hij zaterdag tegen de Grieken ook weer in de basis stond, maakt dit wel duidelijk: naast Witsel lijkt Fellaini voor Martínez een vaste waarde. Zijn troeven: loopvermogen, infiltratie vanuit de tweede lijn en zijn gestalte op standaardsituaties. Zijn nadelen: het pakken van kaarten, iedere wedstrijd één keer geel in zijn laatste vijf interlands. Om die reden, zei Martínez achteraf, werd hij ook vervangen. De vrees om zelf ook een man te verliezen, zoals de Grieken, was groot op de Belgische bank. Overigens valt, als je wat grasduint in de statistieken, wel dit op: voor die lawine aan kaarten bleef Fellaini bijna drie jaar (tussen november 2013 en juni 2016) zonder kaart als Rode Duivel. Het knokken voor zijn plaats kost hem wat.

STATISTIEKEN

Eén spits (in de oefenpot tegen Nederland was dat nog een uurtje Mertens, maar dat was geen succes), twee aanvallende middenvelders daar kort bij, twee centrale middenvelders, één aanvallende back op elke flank, en drie centrale verdedigers, zo blijft het voor Martínez. Zelfs al zit het tégen met blessures. Zelfs al speelt Meunier niet, of zijn, zoals tegen de Grieken, De Bruyne en Hazard samen onbeschikbaar.

De bondscoach toonde zich vrijdag nieuwsgierig naar wie zou rechtstaan (of overeind blijven) in afwezigheid van enkele basispionnen. Nacer Chadli deed het (een beetje) als plaatsvervanger van Meunier. Hij ging mee naar het WK nadat hij basisspeler was in het slot van de kwalificatiecampagne. In Brazilië was hij een vaste invaller, maar voor het EK in Frankrijk viel hij af. Te weinig speelminuten bij Tottenham en niet geluisterd naar Wilmots, die hem graag in een andere ploeg zag. Chadli, onder Wilmots vooral als linksbuiten gebruikt, kweet zich zaterdag uitstekend van zijn nieuwe rol op rechts. De verstandhouding met Mertens in het eerste halfuur was uitstekend. Als de Leuvenaar naar de flank kwam, kneep Chadli naar binnen en in balverlies nam hij zijn plaats als flankspeler vlot in. Niet dat de Grieken het hem defensief moeilijk maakten, maar de discipline was er. De onwennigheid lag eerder in het afleveren van de laatste pass, iets te weinig overzicht. Op dat vlak zette Meunier (van opleiding ook een aanvaller), op die plaats meer ervaren, de voorbije twee jaar forse stappen.

Op links was de verstandhouding veel minder. Yannick Carrasco is een basisspeler onder Martínez. Hij speelde al alles, maar zijn wedstrijd tegen de Grieken was duidelijk minder dan de vorige. De interactie die er met Hazard is, iemand die zelf ook naar de flank kan uitwijken, was kleiner met Nainggolan. Logisch, de Romein is een centrale middenvelder, geen flankspeler. Zelden, tenzij in de beginfase, kreeg je de indruk dat Nainggolan zich zo dicht bij de verdediging van de Grieken in zijn sas voelde. Hij is geen dribbelaar, en bij gebrek aan ruimte ging bijna driekwart van zijn passes achteruit of breed. Datzelfde percentage haalde Dries Mertens, mister assist. Daar knelde voor de Belgen het schoentje, door de gedisciplineerde Griekse verdedigende aanpak. Omdat Nainggolan centraal bleef, was het voor Carrasco vooral lopen met de bal, en hopen dat hij ergens uitkwam.

Wie moest De Bruyne vervangen? Dat debat hangt af van de plaats waar Martínez de speler van City wil zetten. In het begin van de campagne was dat nog in de rug van de diepe spits, maar in november was dat als spelmaker naast Witsel. De positie die Steven Defour in Gibraltar bekleedde, en Fellaini zaterdag (net als tegen Bosnië), en het laatste halfuur Mousa Dembélé. Je had de indruk dat het mét Dembélé in de ploeg beter en sneller ging, maar de statistieken geven gelijkaardige cijfers aan: Fellaini stuurde 58 procent van zijn ballen naar voren en het percentage geslaagde passes was 82. Dembélé kwam aan 61 procent passes richting spits, en daarvan lukte 81 procent.

CONCLUSIES

Wat leerde het duel tegen Griekenland? Dat Axel Witsel gewoon weer zijn eigen zuivere zelf was: haast geen balverlies en drie van de vijf passes vooruit. Slaagpercentage van zijn diepe ballen: 91 procent! De voorbereiding in China is goed geweest. Overigens was bij Brazilië in Montevideo tegen Uruguay een andere ‘Chinees’ de held: Paulinho (Guangzhou Evergrande), goed voor drie van de vier goals. Het lijkt daar allemaal nog zo slecht niet te zijn.

Wat Martínez wilde zien, a richer team met andere jongens die opstonden, lukte maar moeizaam. Ook door gebrek aan moed bij de negatief ingestelde tegenstander, die speculeerde op één defensief foutje en dat ook afstrafte. Wat Martínez ook wilde zien, snel combinatievoetbal, lukte niet. Dat kan aan het veld liggen, maar is voor deze generatie Rode Duivels niet nieuw. Ze had het eerder al moeilijk met de defensieve aanpak van sommige tegenstanders. De reden daarvoor is al aangegeven: veel spelers komen uit in een heen en weer golvende competitie waar wél ruimte ligt en voetballen niet tegen ultradefensieve teams. Toen Panagiotis Tachtsidis na ongeveer een uur rood kreeg, haastte Michael Skibbe zich om zijn nummer tien KostasFortounis naar de kant te halen en de flank opnieuw dicht te timmeren. De Grieken kwamen er daarna helemaal niet meer uit. Aan Skibbe is de Duitse vernieuwing voorbijgegaan.

Wat heb je tegen zo’n voetbal nodig? Geduld. Een vroege goal (kon via Fellaini) of een geniale ingeving. Het hakje van Lukaku voor de rust was er een van. Een dribbel van Hazard had dat kunnen zijn. Martínez noemt dat laatste: to rely on magic. Steunen op iets magisch. De Spanjaard wil dat niet (te veel), maar zag zijn team geen prestatie leveren waarmee ze zonder kon. En dus was het (gefrustreerd) wachten, tot de 89e minuut, en wat magic uit de voeten van Romelu Lukaku.

Is het érg voor een ploeg, dat ze die magie nodig heeft? Het is altijd beter van niet, maar wat zou Argentinië zijn zonder Lionel Messi, Portugal zonder Cristiano Ronaldo, Wales zonder Gareth Bale of Brazilië zonder Neymar? Idealiter neemt een ander in het team hun rol over, maar zulke vedetten blijven belangrijk. Ook Spanje had ze indertijd nodig, de ingevingen van Xavi, of de flits van Andrés Iniesta (op het WK in Zuid-Afrika). Gelukkig voor de Belgen was er zaterdag Lukaku, die rijker en rijker wordt in zijn register (en in zijn ambities). De kritiek op hem mag nu wel stoppen.

DOOR PETER T’KINT – FOTO’S BELGAIMAGE

Axel Witsel was weer zijn eigen zuivere zelf: haast geen balverlies en drie van de vijf passen vooruit.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content