De ervaren Franse verdedigende middenvelder zal zijn trukendoos uit het verleden moeten bovenhalen om Steven Defour te vervangen.

Vorige zaterdag pakte Standard op het veld van Kortrijk zonder sterk te spelen de drie punten mee. Daarmee blijven de Rouches vooralsnog de enige ongeslagen ploeg in eerste klasse. Maar door de opeenstapeling van geblesseerden, geschorsten en spelers die Laszlo Bölöni rust wou gunnen in het vooruitzicht van het Cham-pions Leagueduel tegen AZ, voelde de Roemeen goed aan dat hij in zijn spelerskern behoorlijk krap begint te zitten. Benjamin Nicaise speelde als verdedigende middenvelder geen onaardige wedstrijd, maar Standard moest veel tijd winnen om uiteindelijk dankzij een late goal van Arnor Angeli door het oog van de naald te kruipen. Bölöni beseft maar al te goed dat hij dat kunstje niet elke keer kan herhalen en dat hij nood heeft aan meer kalmte en ervaring op het middenveld. Hij keek dan ook tevreden toe toen Olivier Dacourt tegen de Kortrijkse beloften voor het eerst in de kleuren van Standard aantrad. De Fransman miste nog matchritme maar combineerde goed met Axel Witsel, verstuurde enkele mooie lange passes en maakte zelfs de 2-1 winning goal met een fraaie vrije trap. Normaal gezien is Dacourt speelklaar voor het duel tegen Racing Genk. En na de drie draws die de Rouches voor eigen publiek al moesten toestaan en het striemende fluitconcert van vorige woensdag tegen Cercle, is hij meer dan welkom. Temeer omdat nog niet duidelijk is hoe lang de node gemiste Steven Defour, die vrijdag werd geopereerd, uiteindelijk langs de kant zal moeten blijven.

Enorm intelligent

Het ontbreekt Standard momenteel vooral aan ervaring en leiderschap. En laat dat net de grootste kwaliteiten zijn van de Parijzenaar die kan terugkijken op een indrukwekkende carrière in Frankrijk, Engeland en Italië. Gezien de inspanningen die Standard de jongste jaren heeft gedaan, zal Dacourt in Luik over dezelfde trainingsfaciliteiten kunnen beschikken als bij zijn eerdere clubs. De vraag die velen zich echter stellen is of hij het op zijn leeftijd en met zijn ervaring nog zal kunnen opbrengen om echt voluit te gaan.

“Bepalen hoeveel een speler als Olivier waard is, is erg moeilijk, omdat hij vorig seizoen met Fulham nauwelijks heeft gespeeld”, zegt Philippe Auclair, BBC-journalist en correspondent voor France Football in Engeland. “Bij Fulham was hij een van de minst betaalde spelers, maar daar maalde hij niet om. Hij wilde na zijn moeilijke seizoen bij Inter vooral Londen leren kennen en nieuwe ervaringen opdoen. De laatste keer dat ik hem zag, was na de match Fulham-Manchester United, waarin hij na de rust op het veld kwam en niet onaardig speelde. Hij vertelde me echter dat hij er na het seizoen mee zou kappen als profvoetballer. Na nogal wat problemen met de knie had hij het lastig om zijn beste niveau terug te vinden. Of ik verrast ben dat hij nu toch nog voor Standard zal spelen? Toch wel een beetje ja. Al wil ik er meteen aan toevoegen dat hij dat niet voor het geld doet. Olivier heeft zijn schaapjes wellicht al op het droge. Als hij zegt dat hij met zijn hart gekozen heeft, is dat bij hem meer dan windowdressing. Want ik ken hem al sinds hij in 1998 van Straatsburg naar Everton kwam als een fantastische en eerlijke gast. Ik volgde hem daarna ook bij Leeds. Bij die ploeg en later bij AS Roma was hij ongetwijfeld een van de beste schakelspelers tussen verdediging en aanval in heel Europa. Maar naast sportieve heeft hij ook menselijke kwaliteiten. Je ziet bovendien niet elke dag een voetballer die citaten van Nietzsche uit de losse pols schudt. Hij doet dat trouwens niet om ermee uit te pakken. Hij is gewoon enorm intelligent. Dat hij na Straatsburg ondanks andere aanbiedingen uit Engeland voor Everton koos, gebeurde heel bewust omdat bij die ploeg nog geen andere Fransen speelden. Zo kon hij zich dus gemakkelijker een heel nieuwe cultuur eigen maken. Dat hij een imago heeft opgebouwd als wereldburger, belet trouwens niet dat hij een echte Parijzenaar blijft. Of hij Standard sportief nog iets zal kunnen bijbrengen, zal van zijn vormpeil afhangen. Feit is wel dat hij op alle posities op het middenveld uit de voeten kan, ook als spelverdeler, zoals hij bij Leeds bewees. Maar hij kan vooral een voorbeeldfunctie vervullen voor de jongeren.”

Kwaad op Mourinho

Als goed opgevoede jongen liet Olivier Dacourt overal een goede indruk na. “Hij vergeet nooit de mensen te bedanken die hem hebben geholpen”, klinkt het als één stem uit de mond van zowel Robert Felix, de vroegere manager van Straatsburg, als Claude Makelele en Benoît Pedretti, die zijn ploegmaats waren bij de nationale ploeg. Ook Zinédine Zidane liet herhaaldelijk zijn waardering blijken voor het werk van Dacourt als waterdrager. Maar ‘ Dac‘ weet perfect dat hij met zijn voeten op de grond moet blijven: “In het voetbal gaat alles zo snel dat je voortdurend jezelf in vraag moet stellen.”

Toch was tijdens zijn carrière niet altijd alles rozengeur en maneschijn. In februari 2009 legt hij in L’Equipe bijvoorbeeld zijn conflict uit met José Mourinho bij Inter: “Eén week voor het einde van de transferperiode meldde hij me dat ik naar een andere ploeg mocht uitkijken. Dat vond ik beneden alle peil. Want als je 34 bent en uit een blessure terugkeert, is het natuurlijk moeilijker om nog een nieuwe club te vinden. Bovendien gaf Mourinho me geen echte kans. Ik ben altijd hard blijven trainen, maar ik mocht uiteindelijk enkel op 19 oktober op het veld van AS Roma twaalf minuten meespelen. Ik neem het Mourinho nog altijd kwalijk.”

Het zou te maken hebben gehad met het feit dat Dacourt tijdens een vriendschappelijke wedstrijd tussen AS Roma en Chelsea in 2004 in een duel Arjen Robben blesseerde, waardoor die drie maanden onbeschikbaar was. Toen hij op aandringen van Roy Hodgson terug naar Engeland kon, was hij alvast erg tevreden “omdat dit de bakermat van het voetbal blijft.” Ongetwijfeld zal Standard nog zijn voordeel doen met de ervaring die hij er opdeed.

door pierre bilic, thomas bricmont en pierre danvoye

In dit vak moet je je elke dag opnieuw in vraag stellen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content