Met Pepe heeft Italië er een nieuwe international bij.

Na een moeizame 2-1-zege tegen Montenegro staat Italië aan de leiding van zijn WK-kwalificatiegroep, voor het Ierland van Giovanni Trapattoni. Voor bondscoach Marcello Lippi was het de dertigste interland op rij zonder nederlaag. Daarmee evenaart hij het record van Vittorio Pozzo, bondscoach in 1924 en later van 1929 tot 1948.

De eindstand stond al na een halfuur op het bord, met drie goals van AS Romaspelers: Alberto Aquilani scoorde twee keer voor de Squadra, Mirko Vucinic maakte de bezoekende goal. Voor Aquilani waren het zijn eerste goals voor de nationale ploeg waarmee hij voor de tiende keer aantrad.

De aanvallende driehoek, met Simone Pepe-Alberto Gilardino-Antonio Di Natale werkte niet optimaal ( Luca Toni was geschorst), maar net als in Bulgarije mocht Simone Pepe negentig minuten op het veld staan.

Met de invalbeurt van Fabio Quagliarella stonden woensdag liefst drie aanvallende spelers van Udinese op het veld. Pepe (25) was voor het grote publiek dé grote ontdekking. In Sofia maakte de uit Rome afkomstige aanvaller zijn internationale debuut. Tegen Montenegro had hij een voet in de eerste goal, in Sofia kreeg hij heel veel lof na zijn eerste interland. Hij loste het probleem op, na de blessure van Mauro Camoranesi.

Pepe geldt als fysiek, mentaal en tactisch sterk, een spits die twee jaar geleden bij Cagliari door zijn toenmalige trainer Marco Giampaolo omgeschoold werd tot rechterbuitenspeler, met een enorm loopvermogen. Bij Cagliari belandde Pepe nadat hij bij Udinese, dat hem overnam van Palermo, niet doorbrak. Begin vorig seizoen kreeg hij bij Udinese te horen dat hij in de hiërarchie slechts spits nummer zeven was. Maar Pepe bleef en dwong een basisplaats af. Aan wilskracht had hij nooit een gebrek. Als kind droomde hij van een loopbaan als pompbediende, “omdat die altijd een volle portefeuille op zak hebben.”

“Pepe is het type speler dat elke trainer zichzelf toewenst”, omschrijft trainer Pasquale Marino (Udinese) zijn waarde: “Omdat hij kwantiteit – inzet en loopvermogen – koppelt aan voetbalkwaliteit.”

Tot vorige week waren er in de Serie A liefst 109 profs die nog geen minuut in competitie speelden, samen goed voor een gezamenlijk jaarloon van 48 miljoen euro. Onder hen namen als Alessandro Nesta, Christian Vieri (geblesseerd), Hernán Crespo en Nelson Dida (op de bank of in de tribune). Siena spant met dertien niet-opgestelde spelers de kroon. Sommigen zijn het slachtoffer van het succes van hun ploeg: Palermotrainer Davide Ballardini kiest voor een basiselftal, waardoor tien van de 27 kernspelers tot nu werkloos toekeken.

Massimo Moratti heeft verhuisplannen. De voorzitter wil dat Inter vanaf het seizoen 2012/13 een nieuw stadion met 60.000 plaatsen gebruikt, dat zou gebouwd worden in de buurt van de ring rond Milaan en gebaseerd is op de Allianz Arena in München. Sinds 1947 deelt Inter San Siro (gebouwd in 1926, gerenoveerd in 1990, capaciteit: 82.000 plaatsen) met aartsrivaal Milan, dat het stadion al bespeelt sinds 1926. In 1980 werd het stadion genoemd naar ex-aanvaller Giuseppe Meazza, die een groot deel van zijn carrière bij Inter doorbracht maar daarna nog twee jaar voor AC Milan voetbalde.

Liefst 69 spelers uit de Serie A zijn dit seizoen eind contract: dertien keepers, 22 verdedigers en middenvelders en dertien spitsen. Onder hen Julio Ricardo Cruz (aanvaller, Inter), Andriy Shevchenko, Pavel Nedved en Christian Panucci. Sampdoria is de enige eersteklasser waar het contract van geen enkele speler afloopt.

Fiorentinacoach Cesare Prandelli, die almaar vaker wordt genoemd als toekomstig trainer van Juventus, benadrukte dat hij niet van plan is weg te gaan voor 2011.

Zondag maakte AS Romakapitein Francesco Totti na een maand onbeschikbaarheid weer deel uit van de kern.

GEERT FOUTRé

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content