NIEUWJAARSBRIEF

2016 was het jaar van de valse nummer negen (Messi, Mertens, De Bruyne, Hazard, Firmino, Son Heung-min), de keeper als spelmaker (Bravo, Schmeichel, Karius) en retroformaties als 3-4-3 (Juve, Italië, Wales, Chelsea) en 4-4-2 (Leicester City). Maar werd het voetbal er beter van? Euro 2016 was een teleurstelling – los van de lotgevallen van de Rode Duivels – en de Champions League wordt ieder jaar voorspelbaarder.

Nieuwjaar is het ideale moment voor goede voornemens. Kunnen we met z’n allen niet wat positiever tegen het voetbal aankijken? Nee, niet door schandalen onder de mat te vegen of kritiekloos te reageren op wat er allemaal op en rond het veld gebeurt. Waarom niet onze instelling veranderen en zo de kans op beter voetbal vergroten? Cruciaal daarvoor is een andere benadering van de arbitrage. In plaats van hen week na week aan te vallen, zouden we allemaal de scheidsrechters kunnen helpen.

Spelers kunnen dit door op te houden met z’n allen naar de ref te stormen bij een beslissing die hen niet welgevallig is. Alleen de aanvoerder gaat nog verhaal halen. Alle andere spelers blijven weg uit de buurt van de spelleider of krijgen geel.

Bestuursleden zijn amateurs maar kunnen zich professioneler gedragen. Zij moeten beseffen dat aanvallen op de arbitrage alle gezag in hun sport ondermijnen. En dus ophouden met de refs van incompetentie te beschuldigen. Al een miljoen keer is over de hele wereld bewezen dat het niet mogelijk is om alles te zien en in een fractie van een seconde ook nog eens exact in te schatten. Vooral niet als je geen herhalingen of vertraagde beelden ter beschikking hebt. Natuurlijk is een ref die op het hoogste vlak fluit niet onbekwaam en al helemaal niet als hij aangeduid wordt om een topaffiche te leiden.

Clubs kunnen ook ophouden met kansloze klachten in te dienen. Geen enkele wedstrijd wordt opnieuw gespeeld omdat de verkeerde speler een tweede gele of rode kaart kreeg. Aan hun spelers zouden clubs integendeel de raad kunnen meegegeven dat ze in een dergelijke situatie de juiste toedracht aan de ref toevertrouwen. Op basis van de tv-beelden wordt achteraf toch de juiste sanctie uitgedeeld.

Trainers kunnen dan weer stoppen met mokken als kleine kinderen langs de zijlijn. Of met hun armen te molenwieken alsof ze duurzame energie willen opwekken. In plaats van de integriteit van de 23e man in vraag te stellen, zouden ze achteraf op z’n minst ook kunnen wijzen op de tekortkomingen in eigen rangen. Kortom, gewoon wat eerlijker zijn in hun analyse.

Ook commentatoren en vooral analisten zouden positiever naar (aanvallend) voetbal en de spelregels mogen kijken. De meest voorkomende uitdrukkingen tijdens een wedstrijd zijn ‘niet genoeg voor een strafschop’ of ‘een voetje buitenspel’.

‘Niet genoeg voor een strafschop’ bestaat niet. Er is een overtreding begaan of niet. Het reglement maakt geen verschil tussen lichte en zware fouten. Bij een overtreding in de zestien – licht of zwaar – hoort de bal op de stip. Helaas, als gevolg van de commentaren heeft het idee van ‘niet genoeg voor een strafschop’ zich ook in de hoofden van veel scheidsrechters genesteld.

Net als de vrees voor ‘een voetje buitenspel’. Keith Hackett, de gewezen Engelse nummer een en ex-scheidsrechtersbaas, schreef een paar weken terug in zijn column in The Telegraph dat ‘een voetje buitenspel’ niet bestaat. De aanvaller geniet steeds het voordeel van de twijfel. De spelregels hebben het alleen over het (vrij vage) ‘op gelijke hoogte’. De richtlijnen voor de assistent-scheidsrechters zijn echter zo klaar als bronwater en zeggen dat er alleen gevlagd mag worden als er honderd procent zeker sprake is van buitenspel. Met het blote oog is onmogelijk vast te stellen dat iemand – op een bevroren beeld – ‘een voetje buitenspel’ staat. Er is dan ook geen reden om de aanval af te breken en ons op die manier van doelpunten te onthouden.

Ben ik een beetje naïef? Absoluut, maar één dag op het jaar mag je toch van een betere voetbalwereld dromen.

DOOR FRANÇOIS COLIN

Kunnen we met z’n allen wat positiever zijn in het voetbal?

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content