Doelman Christian Piot, verdediger Walter Meeuws, middenvelder Enzo Scifo en aanvaller Luc Nilis : vier gelouterde oud-internationals analyseren de huidige Rode Duivels. Zij hópen vooral dat België het vanavond haalt van Servië & Montenegro.

De doelman

Christian Piot (57), ex-doelman

40 caps, 1 doelpunt

speelde op WK 1970 en EK 1972

laatste interland in 1977

vandaag keeperstrainer bij Standard

Sinds het afhaken van Filip De Wilde, stelt Christian Piot vast, is geen enkele doelman er nog in geslaagd zich op te werpen als onbetwist titularis. Frédéric Herpoel, Erwin Lemmens, Tristan Peersman, Francky Vandendriessche en Yves Vanderstraeten passeerden allemaal de revue, maar alleen Geert De Vlieger leek er lange tijd in te slagen die status verworven te hebben. Toch had ook hij al krediet verloren bij de bondscoach, nog voor hij zwaar geblesseerd raakte begin dit seizoen bij Manchester City, meent Piot. “Maar niemand van de anderen was ooit een toonbeeld van zelfverzekerdheid. In Kroatië ging Vandendriessche manifest in de fout en het doelpunt dat Herpoel in Duitsland op vrije trap binnenkreeg, hoort thuis in comedy capers. Nochtans is hij absoluut geen slechte keeper, maar net als op de andere jongens lijkt er een vloek op hem te rusten zodra hij het shirt van de nationale ploeg aantrekt. Wellicht heeft het te maken met het niveauverschil tussen onze nationale competitie en het internationale voetbal.”

Piot vraagt zich dan ook af of Aimé Anthuenis er goed aan deed Peersman het vertrouwen te geven op een ogenblik dat hij bij Anderlecht, na jarenlang blessureleed, nog maar enkele wedstrijden in de basis had gekeept. “Gebrek aan matchritme maak je niet in een oogwenk goed. Peersman heeft zeker potentieel, maar hij maakt duidelijk nog fouten door een gebrek aan ervaring. Door de actuele situatie bij Anderlecht is daar ook nog een mentaal probleem bijgekomen, zodat de omstandigheden voor hem verre van ideaal zijn om mirakels te verrichten.”

Dan verkeert Silvio Proto in precies de omgekeerde situatie, aldus Piot. “Hij werkt in alle sereniteit in een club die verrassend goed draait, speelde honderd wedstrijden in eerste klasse en deed al wat internationale ervaring op met de nationale beloften. In die omstandigheden verdient hij volgens mij een kans. Als Anthuenis hem dit keer opnieuw niet had opgeroepen, zou ik dat niet begrepen hebben.”

De verdediging

Walter Meeuws (53), ex-verdediger

46 caps

speelde op EK 1980 en WK 1982

laatste interland in 1984

vandaag analist voor VTM

Walter Meeuws windt er geen doekjes om : van de acht verdedigers die Aimé Anthuenis selecteerde, mogen er slechts twee zich onbetwist titularis noemen : Vincent Kompany en Timmy Simons. “Ik stel vast dat er nog altijd geen vast centraal duo staat, en dat is toch het scharnier waarop je moet bouwen. Daarom is het een heel goede zaak dat Simons terugkeert, naast Kompany. Valgaeren en Van Buyten zijn goede doublures. Voor de buitenkanten kunnen we dat helaas niet zeggen, met daarbij de kanttekening dat een jongen als Deschacht beloftevol is en zich goed staande houdt bij Anderlecht. Alleen laat hij zich geregeld betrappen op positionele fouten. Overigens blijft het mij verbazen dat ze Filip Daems nog altijd helemaal links laten liggen. Dat Van der Heyden de laatste twee jaar nauwelijks in aanmerking kwam, zegt waarschijnlijk ook iets.”

Grotere problemen zijn er op rechts. “Een matig bezette positie, al geruime tijd. We hebben daar goede clubspelers. Zoals Deflandre, die nog nooit potten brak bij de nationale ploeg, en De Cock, die een heel goede speler is bij Club Brugge maar de nationale ploeg is nog iets anders. Bovendien heeft hij zes maanden niet gespeeld, hij komt van ver terug. Dat Vanden Borre er niet bij is, is logisch. Het was van in het begin beter geweest dat ze hem de tijd hadden gegeven om zich eerst bij de beloften waar te maken, tot hij een onbetwiste titularis was bij Anderlecht. Ik denk dat hij één of twee stappen heeft overgeslagen. Overigens is hij van origine iemand die in de centrale as speelt.”

Met De Cock als enige rechtsachter in de selectie werden Valgaeren en Kompany daar al als alternatieven genoemd. Onzin, vindt Meeuws. “Valgaeren is een centrale verdediger, die iemand nodig heeft die hem leidt en corrigeert. En het is niet omdat Kompany een half uur lang tegen Litouwen een goede indruk liet op de rechterflank, dat hij daar nu plots een optie is.”

Op het collectieve functioneren van de verdediging kan je, zegt Meeuws, vaak weinig aanmerken. Het zijn de altijd weerkerende individuele fouten die hem storen. In de laatste zeven interlands hielden de Rode Duivels slechts één keer de nul. “Tegen Nederland, met meeval dan nog. En een defensie waar je niet zeker van kan zijn, heeft repercussies op de andere linies. In mijn tijd was er de zekerheid in de groep dat het heel moeilijk zou zijn om tegen ons een doelpunt te maken. Nu is de teneur dat zelfs als we 1-0 voor staan, zoals tegen Litouwen of Noorwegen, er altijd nog wel iets kan gebeuren. Hoe of wat weten we dan zelf niet, maar de teneur is dat we een goal tegen zullen krijgen .”

In de zeven interlands die België speelde in 2004, incasseerde het dertien doelpunten en hield het alleen in Nederland de nul. “Met meeval dan nog. Enerzijds heeft dat met de kwaliteiten van de spelers te maken, anderzijds hadden wij indertijd drie, vier jaar de tijd gekregen om met dezelfde verdediging samen te spelen en te groeien. Dat is nu nog altijd niet gebeurd. Van Buyten, bijvoorbeeld, is aanvoerder bij Hamburg en zal dus wel een goede speler zijn, maar toch blijft er nog altijd een vraagteken achter zijn naam staan.”

Opvallend is hoe eenvoudig de Duivels zich bij standaardsituaties in de luren laten leggen. Meeuws : “Normaal is een defensieve organisatie makkelijker neer te zetten dan een offensieve. Maar ook daarin schieten we tekort. Het is verontrustend hoe gemakkelijk we doelpunten pakken op stilstaande fasen – bij Anderlecht en Club Brugge gebeurt het ook. Tegen Duitsland werden we op elke corner koudweg gepakt, tegen Noorwegen nadien ook. Dat heeft met organisatie, concentratie, speldiscipline en cohesie te maken. Wat dat betreft, leven er ook ten aanzien van de doelman nog heel veel vragen.”

Volgens Meeuws valt het te overwegen om vanavond tegen Servië & Montenegro met drie verdedigers aan te treden, zodat een versterkt Belgisch middenveld de bezoekende tikkers daar kan lamleggen. “Slavische spitsen gaan normaal niet echt in de hoeken. Als zij dus met twee centrumspitsen spelen, zou ik met drie verdedigers spelen : Valgaeren of Van Buyten op Milosevic, Kompany op Kezman en Simons in steun.” Bij een verdediging met vier in zone heeft Meeuws zijn twijfels wegens de langdurige blessure van De Cock. “Ga je daar toch voor, dan zou ik het doen met De Cock, Kompany, Simons en Deschacht.”

Het middenveld

Enzo Scifo (38), ex-middenvelder

84 caps, 18 doelpunten

speelde op vier WK’s (1986, 1990, 1994, 1998) en EK 1984

laatste interland op WK 1998

vandaag manager van FC Tubeke

De nationale ploeg, opent Enzo Scifo met een cliché, is speciaal en eenvoudig tegelijk : je zoekt de beste spelers en selecteert ze op basis van hun complementariteit. Probleem echter is dat het de huidige lichting internationals aan persoonlijkheden ontbreekt. “Bij de vorige generaties zaten veel sterke karakters, spelers die het team in de moeilijke momenten op sleeptouw namen. In de huidige groep is er nog steeds genoeg goede wil, maar op het veld is daar niet altijd veel van te zien. Bart Goor is de perfecte belichaming van hoe de groep in elkaar steekt. Zijn mentaliteit is uitstekend, maar – en hij zal het ongetwijfeld zelf toegeven – hij is niet gemaakt om aanvoerder te zijn. Hij heeft niet het geschikte profiel om in moeilijke omstandigheden de kar te trekken.”

Vooral op het middenveld, waar de strijd vaak wordt beslist, aldus Scifo, heb je sterke persoonlijkheden nodig. “Nu Goor geschorst is, moet Timmy Simons die rol volgens mij kunnen overnemen. Alleen denk ik niet dat Anthuenis hem uit de verdediging wil weghalen. In mijn ogen zou hij nochtans een mooi duo vormen met Vincent Kompany als verdedigende middenvelder vóór hem. Volgens mij heeft Kompany alles om op die positie te spelen. Vooral vanwege zijn technische kwaliteiten vind ik het jammer dat het nog niet is gebeurd, maar om te weten of hij het ook fysiek aankan, moet je hem daar natuurlijk eerst uitproberen. Dat kan je niet doen in een wedstrijd van zo’n kapitaal belang als die tegen Servië & Montenegro. Het had eerder gebeurd moeten zijn.”

Ook in het offensieve compartiment van het middenveld blijft Scifo problemen zien. Er zijn spelers die in staat zijn de spitsen steun te bieden. Dat het niet gebeurt, heeft alles te maken met de positie waarop zij worden uitgespeeld. ” Thomas Buffel is geen spits, maar ook geen spelmaker. Hij is wel iemand die uitstekend tussen de linies kan spelen en die door infiltraties voor doelgevaar zorgt. Walter Baseggio wordt altijd in vraag gesteld, maar ik vind dat je niet zomaar voorbij kunt gaan aan zo’n speler – ook al win je uiteraard geen wedstrijd met elf Baseggio’s. Maar als je hem richtlijnen geeft, voert hij ze uit. Hij legt ritme in het spel en is in staat het richting te geven.”

Hij is er wel niet bij vanavond, maar over Mbo Mpenza wil Scifo toch nog iets kwijt. “Mbo is geen speler die je tegen de lijn vastkleeft, want zo ontneem je hem de ruimte waar hij zo graag induikt. Ik zou hem in de aanval uitspelen, gekoppeld aan een centrumspits rond wie hij vrij kan bewegen.”

De aanval

Luc Nilis (37), ex-aanvaller

56 caps, 10 doelpunten

speelde op twee WK’s (1994 en 1998) en EK 2000

laatste interland op EK 2000

vandaag technisch directeur van Beringen-Heusden-Zolder

Wat de beste aanvalscombinatie is, vindt Luc Nilis moeilijk te zeggen, maar de geselecteerde aanvallers zijn logische keuzes. ” Huysegems speelt wekelijks en is in vorm. Over Buffel en Sonck bestaat geen twijfel, alleen jammer dat ze weinig spelen. Matchritme is erg belangrijk om je doelinstinct te behouden. Zeker voor Sonck, die toch de doelpuntenmaker is ; Buffel is minder afhankelijk van zijn doelpunten. Een fitte Emile Mpenza hoort er altijd bij te zijn. Is hij dat niet en zit het in zijn hoofd niet oké, dan heb je er niks aan, maar op dit moment lijkt mij dat opgelost. Erg jammer dus dat hij geblesseerd uitviel. Met Koen Daerden is er ook een middenvelder met aanvallend vermogen bijgekomen.”

In de laatste zeven wedstrijden scoorden de Rode Duivels zes keer. “Ik vind dat niet slecht”, neemt Nilis het meteen op voor de ploeg, “als je ziet tegen wie ze allemaal gespeeld hebben : Frankrijk, Duitsland, Nederland, Turkije… Litouwen is ook een moeilijke wedstrijd, dat wordt vaak onderschat. Zulke wedstrijden moet je kunnen winnen met 1-0.”

Toch morren de aanvallers. Thomas Buffel gaf onlangs aan dat de nationale ploeg wel verdedigt als blok, “maar we vergeten dat soms in de aanval te doen.” Nilis : “Ik denk dat er creativiteit wordt gemist op het middenveld. Als Buffel op zijn niveau speelt, is hij iemand die heel creatief kan zijn. Maar een type als Marc Degryse of Enzo Scifo vroeger hebben we niet meer in België. Je ziet ook dat Anderlecht die creativiteit mist, ook daar zit het probleem vaak in de aanvoer naar de spitsen. Ik denk dat Buffel dat heeft willen aangeven : dat er bij de omschakeling naar voren iemand ontbreekt om de spitsen voor doel te zetten. Anderlecht heeft hem niet en Genk is er al twee jaar naar op zoek. Die spelers zijn heel moeilijk te vinden.”

Luigi Pie- roni en Cédric Roussel zijn uit ander hout gesneden dan de nu geselecteerde aanvallers. Ze zijn er niet bij. “Het zijn types die, als de wedstrijd op slot zit, ze

Bruno Govers en Jan Hauspie

‘Peersman maakt fouten door een gebrek aan ervaring.’ (Christian Piot)

‘Het probleem zit vaak in de aanvoer naar de spitsen, zoals bij Anderlecht.’ (Luc Nilis)

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content