Een terugblik op de CAN, de Coupe d’Afrique des Nations, oftewel de Afrika Cup. Drie weken Angola tussen ontgoochelingen en revelaties.
Het was een matig toernooi met enkele uitschieters”, zegt Claude Le Roy. Meent hij dat? “Nu goed, érg matig dan”, geeft hij toe. Le Roy is commentator voor de zender Orange Sport, sponsor van deze 27e Afrika Cup. De mestre, zoals hij hier in Angola wordt genoemd, is momenteel bondscoach van Oman en was in het verleden al op zes Afrika Cups aanwezig als trainer (met als ‘slechtste’ resultaat een kwartfinale). Hij wil voor Sport/Voetbalmagazine zijn licht wel laten schijnen over de voorbije drie weken.
Het mag duidelijk zijn dat deze Afrika Cup geen overweldigende indruk op hem heeft nagelaten. “Ik heb er op geen enkel moment een goed gevoel bij gehad”, zegt hij. “Hier in Angola is alles altijd confusão, gecompliceerd. De stadions zijn geweldig, akkoord. Maar wat heb je aan een mooie enveloppe als de brief die erin zit vol spelfouten staat?” Zowel de organisatoren als de CAF (de Afrikaanse voetbalconfederatie) is inderdaad meermaals de mist in gegaan. En om ‘in schoonheid’ te eindigen heeft het uitvoerend comité van de CAF het zaterdag dan ook nog eens gepresteerd om Togo te schorsen voor de volgende twee edities. De motivatie was dat de Togolese regering een rol gespeeld had in de terugtrekking van Togo na de dodelijke aanslag op hun delegatie. Op de algemene persconferentie een dag eerder was daar nochtans met geen woord over gerept. Er werd integendeel een minuut stilte in acht genomen om de slachtoffers te gedenken – al zou die minuut maar 20 seconden duren. En de Angolese minister van Sport, Gonçalves Muandumba, bood in aanwezigheid van FIFA-baas Sepp Blatter zijn excuses aan voor de “kleine incidenten” die zich hadden voorgedaan. Men kan lang discussiëren over het feit of de Togolese regering er goed aan gedaan heeft om zijn team terug te trekken, maar het staat buiten kijf dat de CAF zich niet bepaald fijngevoelig opstelt. De Afrikaanse confederatie bevestigde daarmee nog maar eens haar reputatie van een organisatie die in een ivoren toren leeft.
Ook het organiserende land Angola laat eerder een grauwe indruk achter, helemaal naar het beeld van zijn vlag waar op een rood en zwarte achtergrond een machete en een tandwiel elkaar kruisen (zoals de hamer en de sikkel op de oude Sovjetvlag). Heel wat collega-reporters lieten bij herhaling weten dat ze niet snel genoeg weer naar huis konden. Veel erger nog was de rammeling die de politie uitdeelde aan een opvallende supporter van Ghana. Bij terugkeer in zijn hotel toonde Samuel Aggrei ons de diepe wonden die men hem had toegebracht, gewoon omdat hij de overwinning van de Black Stars tegen Burkina Faso wou vieren met de Ghanese minister van Sport. Aggrei is nochtans een bekend fenomeen, want hij reist als fan van Ghana de wereld rond, over heel zijn lichaam beschilderd met de kleuren van de Ghanese vlag.
Dichtgeknepen billen
Helaas was ook het voetbal zelf niet van dien aard dat het blazoen wat opgepoetst kon worden. De slaapverwekkende matchenvolgden elkaar op. Nochtans was het allemaal goed begonnen met de openingswedstrijd Angola-Mali, een vuurwerk dat op 4-4 eindigde. Maar het vuur doofde al snel uit. Na 27 matchen bleef de doelpuntenteller op 72 steken. Dat is een gemiddelde van 2,4 per wedstrijd en dus ver verwijderd van de 99 goals in Ghana twee jaar geleden. In Accra, de Ghanese hoofdstad, hoorde men toen alleen maar complimenten over het niveau van het toernooi. In Angola was daar niets van te bespeuren.
Welke wedstrijden zijn toch het onthouden waard? Alleszins de thriller tussen Ivoorkust en Algerije (2-3), waar Madjid Bougherra in de slotminuut nog een antwoord had op de prachtgoal van Kader Keita twee minuten eerder. Misschien ook Egypte-Kameroen (3-1), ook al kwam het derde Egyptische doelpunt er door een flinke arbitrale blunder. Voor de rest kan men alleen maar de neus ophalen. Ook de finale wist niks meer goed te maken, want die lag helemaal in de lijn van het hele toernooi: zeldzame doelpogingen, twee ploegen die met dichtgeknepen billen speelden en sloom ritme. Dat het bij de aftrap 32 graden Celsius was, hielp daar natuurlijk niet echt aan, en evenmin de luchtvochtigheidsgraad van meer dan 80 procent. Als het pompeuze Stadion van de 11e November dan ook nog eens over een grasmat beschikt dit toernooi onwaardig, dan mag het festival van slechte controles en afzwaaiende passes geen verrassing heten.
Sommigen noemen zoiets misschien de charme van de Afrika Cup, voor de spelers was het een flinke ontgoocheling om op zulke velden te moeten aantreden. De ploeg van Nigeria, waarvan de meeste spelers in de grote Europese competities voetballen, bereidde zich voor op de halve finale in het complex Inter Club in de bidonvilles van Luanda. Het veld lag erbij zoals dat van een Belgische provincialer in de zomer, wanneer het gras niet gemaaid is en er kluiten aarde op liggen.
Parodie op voetbal
Om een top tien van de verveling op te stellen is er keuze te over. Laten we op nummer één maar de kwartfinale Nigeria-Zambia plaatsen, die na 120 minuten zoutloos voetbal met strafschoppen beslecht werd. Tijdens deze non-match kon een reporter van Canal + Horizon het niet laten om aan zijn co-commentator te vragen: “Vergis ik mij nu, of trekt deze match écht op niks?” Als men weet dat de tv-zender nauwe banden heeft met de Afrika Cup, dan kan men zich een voorstelling maken van de kwaliteit die de 22 acteurs op de mat lieten bewonderen.
Ook Angola-Algerije past in het rijtje draken van wedstrijden, maar dan om een andere reden. In hun laatste, onderlinge groepswedstrijd hadden beide landen genoeg aan één punt. Gedurende de tweede helft werd het spel gewoon bevroren en werd er een parodie op voetbal opgedist: 0-0. De wedstrijd riep herinneringen op aan de beruchte match van West-Duitsland tegen Oostenrijk op het WK van 1982. De score werd daar al kort na de aftrap 1-0 en dat was voor beide landen precies goed om door te gaan. Kind van de rekening toen was … Algerije. Dit keer werd Mali de dupe. Mali diende nog wel een officiële klacht in wegens “onsportief gedrag dat haaks staat op de ethiek van de FIFA”, maar het kreeg geen antwoord. De klacht belandde ongetwijfeld helemaal onderaan in de stapel.
Dat voetbal ook politiek geladen kan zijn, werd eens te meer bewezen in de wedstrijd Algerije-Egypte, deel drie. Rond eerdere duels in Caïro en Khartoum hing al een sfeertje van haat, maar nu liep het de spuigaten uit. De Algerijnen begaven zich naar de training omgeven door een half dozijn Hummers van de Angolese politie terwijl het hotel van de Egyptenaren was omgevormd tot een militair kamp waar niemand in de buurt mocht komen. Om het vuur nog meer aan de lont te steken was er de uitspraak van de Egyptische aanvaller Mohamed Zidan na afloop van de kwartfinale tegen Kameroen: “Als ze oorlog willen, zullen ze oorlog krijgen!” De wedstrijd zelf ontspoorde na het tweede doelpunt van Egypte. Scheidsrechter Coffi Codjia uit Benin had een twijfelachtige penalty gefloten en in het daaropvolgende tumult werd verdediger Rafik Halliche van Algerije uitgesloten. Nadien moesten de Algerijnen nog twee rode kaarten incasseren en werd er meer gebakkeleid dan gevoetbald. De diplomatieke spanningen tussen beide landen zullen zeker niet door het voetbal verminderen, zoveel is wel duidelijk.
Postkoloniale reflex
Ondanks de hoge verwachtingen ontgoochelden voornamelijk Kameroen, Ivoorkust en Nigeria – en in mindere mate Mali. Ivoorkust was favoriet maar de Olifanten wisten die rol niet waar te maken. “Voetbal is 10 procent inspiratie en 90 procent transpiratie”, zegt Claude Le Roy. “De Ivorianen hebben die balans niet gerespecteerd. Ze ontgoochelden me des te meer omdat ik verwacht had dat ze na eerdere uitschuivers in 2006 en 2008 hun lesje wel geleerd zouden hebben.”
De Bosnische bondscoach van Ivoorkust, Vahid Halilhodzic, wordt daarvoor geregeld met de vinger gewezen. Maar hij is niet de enige, ook Paul Le Guen van Kameroen is gecontesteerd, onder meer omdat hij nog een beroep deed op de oudjes Rigobert Song en Gérémi. Het zijn twee voorbeelden die aantonen dat er sleet zit op het concept van de ‘blanke tovenaars’. Die paternalistische behoefte, die postkoloniale reflex is er aan het uitgaan. In de halve finales hadden drie van de vier landen een ‘lokale’ bondscoach: Rabah Saâdane van Algerije, Hassan Shehata van Egypte en Shaibu Amodu van Nigeria. Alleen Milovan Rajevac van Ghana vormt een uitzondering.
Revelaties
Doordat veel Europese sterren gewoontegetrouw verstek laten gaan ( Drogba, Essien, Eto’o, Yaya Touré…), konden minder bekende voetballers zich in de kijker spelen. Daarbij valt toch wel de collectieve prestatie van Ghana op, dat vier spelers in de basis had die enkele maanden voordien nog wereldkampioen bij de min 20 werden. Die jongeren werden op de Afrika Cup goed omringd door doelman Richard Kingson en verder Asamoah en Gyan. “De boog en de pijl”, noemt Le Roy die twee: de eerste, middenvelder van Udinese, blonk uit door zijn techniek en zijn schitterende passes. De andere, aanvaller bij Rennes, woog voortdurend op de vijandelijke defensies en scoorde drie keer. Ghana is dan ook het enige Afrikaanse land van de vijf WK-gangers dat niet teleurstelde. Het miste nochtans heel wat titularissen, maar daardoor kon Rajevac wel een ploeg opstellen die er tenminste zin in had. De jongeren grepen hun kans om zich vijf maanden voor het WK in de gunst van de bondscoach te spelen.
Bij de minder gereputeerde landen werd de Angolese offensieve rechtsback JoseAlberto Mabina een revelatie, en verder de Zambianen Jacob Mulenga (een spits van FC Utrecht) en Christopher Katongo (van het Duitse Arminia Bielefeld). Ook bij Algerije en Egypte waren er enkele spelers die het meer dan goed deden.
Maar dat stond in schril contrast tot de volgevreten vedetten van Ivoorkust, Nigeria of Kameroen, die de Afrika Cup oninteressant vinden en voor wie alleen het WK telt. De bobo’s van de CAF hebben dan ook het idee gelanceerd om de Afrika Cup in de toekomst tijdens de oneven jaren te spelen om die moordende concurrentie met de wereldbeker uit de weg te gaan.
door thomas bricmont – beelden: reporters
De Angolese minister van Sport bood zijn excuses aan voor de ‘kleine incidenten’.Om een top tien van de verveling op te stellen is er keuze te over.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier